Rijmen Roosendaal

Rijmen


Een sinterklaasgedicht maken voor een ander
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Rijmen


Een sinterklaasgedicht maken voor een ander

Slide 1 - Slide

Leerdoel van deze les

  • Je kent de verschillende rijmvormen
  • Je kent de regels van een sinterklaasgedicht
  • Je kunt een sinterklaasgedicht schrijven

Slide 2 - Slide

Wat is rijmen?
  • Woorden achter elkaar zetten die dezelfde klank hebben.

  • Bijvoorbeeld:

  • denken - schenken
  • maken - raken
  • doen - poen

Slide 3 - Slide

Voorbeeld: schoorsteen
  • Rijmwoorden: 

    speen, alleen, iedereen, verdween, been
    één, geen, leen, teen, heen.

Slide 4 - Slide

timer
2:00
Wat rijmt er op hond?

Slide 5 - Mind map

hond
  • avond                                      stront
  • blond                                       gezond
  • grond                                       vond
  • klont                                         rond
  • pont                                          kont
  • pond (gewicht)                    .......

Slide 6 - Slide

timer
2:00
Wat rijmt er op cadeau?

Slide 7 - Mind map

cadeau
  • jumbo                                    
  • zo zo                                     
  • hallo                                
  • niveau                                      
  • foto                                 
  • bureau
  •  .....

Slide 8 - Slide

De verschillende rijmvormen

AABB???
       ABAB???
              ABBA???

Slide 9 - Slide

Drie verschillende rijmvormen
In een gedicht rijmen de laatste woorden van de zin op elkaar.

Dat kun je op drie verschillende manieren doen.

We noemen dat de rijmvormen:
AABB
ABAB
ABBA

Slide 10 - Slide

Voorbeeld van een AABB rijm

Gerard is na de pauze soms wat later terug,
Sinterklaas hoopt dat dat verandert, heel vlug.
Want op tijd beginnen, dat kun jij echt prima hoor,
Zegt de Sint met een knipoog en een rijmend koor.

Slide 11 - Slide

Voorbeeld van een ABAB rijm

Mike werkt op de boerderij, elke klus pakt hij aan (A)
Hij treuzelt niet, maar gaat er altijd recht op af (B)
Met laarzen in de modder blijft hij stevig staan (A)
Sinterklaas zegt: zo’n aanpakker heb je niet in elke stal of schuur paraat af



Slide 12 - Slide

Voorbeeld van een ABBA rijm
Ze zitten in de klas, altijd vrolijk en klaar (A)

Met giechels en fluisterpraat zo fijn (B)

Soms zou werken wel wat sneller mogen zijn (B)

Maar Sinterklaas geniet van hun gezellig gebaar (A)

Slide 13 - Slide

Wat is het tekstdoel van een sinterklaasgedicht?

Slide 14 - Slide

Wat is het tekstdoel van een sinterklaasgedicht?
amuseren


Slide 15 - Slide

De regels van een sinterklaasgedicht
  • Het gedicht gaat over de ontvanger.
  • Je maakt grapjes.
  • Je geeft complimenten.
  • Je mag plagen op een aardige manier.
  • (je geeft een hint over het cadeautje)
  • Het hoeft niet perfect! 


Slide 16 - Slide

stap-voor-stap een gedicht schrijven
  • Schrijf grappige of herkenbare dingen op over de persoon 
  • Je hoeft nog geen zinnen te maken!
  • Zoek rijmwoorden bij de woorden die je opgeschreven hebt.
  • Schrijf dan je eerste zin. 
  • Maak daarna een zin die daarop rijmt.
  • En zo ga je door...
  • Een nieuwe zin. 
  • En dan weer een zin die daarop rijmt.

Slide 17 - Slide

Aanhef en slotgroet

Je begint het gedicht met: Beste, Lieve,

Je eindigt je gedicht met: De Sint, of Sinterklaas. 
Dus niet met je eigen naam!


Slide 18 - Slide

Opdracht
Pak je pen en rijm maar snel, (A)
Voor een klasgenoot of voor jezelf. (B)
Laat je woorden dansen, lekker fel, (A)
En kijk wie lacht om jouw grapje het meest! (B)

Je mag er ook meerdere maken! Of een langere versie. Dus 2 coupletten van 4 regels mag ook. 

Slide 20 - Slide



In de klas is het altijd druk,
Met grapjes, gelach en soms een stuk geluk.
Iedereen anders, maar samen toch één,
We leren in stappen, niet meteen.

Slide 21 - Slide