This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Beleggen is in de economie hetzelfde als investeren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Oppotten is een vorm van sparen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Contante betalingen vinden altijd plaats met chartaal geld.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Oppotten en beleggen zijn beide vormen van sparen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Philips heeft een ruilovereenkomst gesloten met Albanië. Het elektronicaconcern levert onderdelen en complete meetapparatuur in ruil voor cement en tabak. De overeenkomst heeft een looptijd van tien jaar. Per jaar zal ongeveer voor een bedrag van drie miljoen euro geruild worden.
A
Oppotmiddel
B
Ruilmiddel
C
Rekenmiddel
D
Spaarmiddel
Slide 11 - Quiz
Winkeliers zijn grote voorstanders van elektronisch betalen. Zo streven supermarkten naar cashvrije winkels
Slide 12 - Open question
Het gemiddelde pinbedrag voor een transactie was in 2015 € 28,67. Het gemiddelde retourpinbedrag was € 49,04. Verklaar het verschil tussen beide bedragen.
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Als geld gebruikt wordt als ruilmiddel is er sprake van directe ruil.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Banken hoeven hun direct opeisbare tegoeden niet voor 100% te dekken omdat uit ervaring is gebleken dat niet al deze tegoeden tegelijkertijd worden opgeëist
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quiz
Wanneer een bank failliet gaat krijg je nog tot 100.000 vergoed , hoe noem je deze regeling?
A
Depositostelsel
B
De bankwet
C
Depositogarantiestelsel
D
Spaargarantie
Slide 25 - Quiz
Wat zijn de kenmerkende verschillen tussen giraal geld en chartaal geld?
1. Giraal geld is onstoffelijk en chartaal geld is stoffelijk. 2. Giraal geld is in handen van het publiek en chartaal geld niet. 3. Met giraal geld kun je via een overschrijving betalen, met chartaal geld betaal je contant
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
1,2 en 3
Slide 26 - Quiz
Bad money drives out good money' staat bekend als
A
de wet van Gresham
B
de wet van Moore
C
de wet van Archimedes
D
de wet van Murphy
Slide 27 - Quiz
Waarom staan de ontvangstbewijzen bij de passiva of schulden?
Slide 28 - Open question
Ga met behulp van bovenstaande balans na of de goudsmid de functie van kassier of van bankier vervult. Motiveer het antwoord.