‹Return to search

Boomdiagrammen

H10 Kansrekening

Pak je aantekeningenschrift en ga naar LessonUp

1 / 42

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H10 Kansrekening

Pak je aantekeningenschrift en ga naar LessonUp

Slide 1 - Slide

Hoe groot is de kans dat je een kop en een munt gooit, als je een muntje twee keer opgooit?

timer

0:45

Slide 2 - Open question

Hoe groot is de kans dat je een kop en een munt gooit, als je een muntje twee keer opgooit?

Slide 3 - Slide

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 2 ​} =

timer

0:30

A

\frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 1 2 ​}

B

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 5 ​}

C

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 3 6 ​}

D

\frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 1 4 4 ​}

Slide 4 - Quiz

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} + \frac{​ 1 7 ​ ​}{​ 3 6 ​} =

timer

0:40

A

\frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 4 8 ​}

B

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 2 4 ​}

C

\frac{​ 2 0 ​ ​}{​ 3 6 ​}

D

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 9 ​}

Slide 5 - Quiz

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} + \frac{​ 1 7 ​ ​}{​ 3 6 ​} =

Slide 6 - Slide

Vandaag

Uitleg
Bettermarks
Herhaling H9
Bettermarks

Slide 7 - Slide

Boomdiagrammen

Pak je Ipad en aantekeningenschrift

Slide 8 - Slide

Aantekening 10.1 kansen

Een kans kan je als percentage, breuk of kommagetal geven.

De kans om vijf te gooien met een dobbelsteen is

16,67% , , of 0,1667

Kansen noteren we met een P

P(vijf met dobbelsteen) =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

timer

3:00

Slide 9 - Slide

Welk percentage hoort bij de kans?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​}

timer

0:20

A

2%

B

5%

C

20%

D

25%

Slide 10 - Quiz

Welke breuk hoort bij de kans 0,4?

timer

0:20

A

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

B

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 0 ​}

C

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 0 ​}

D

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

Slide 11 - Quiz

Boomdiagram

Slide 12 - Slide

Boomdiagram

Bo gooit eerste een munt op en vervolgens een dobbelsteen.

Slide 13 - Slide

Boomdiagram

In een emmer zitten 7 paarse ballen en 3 gele. Micha pakt een bal en legt die terug en pakt vervolgens weer een bal. Bereken de kans dat hij twee dezelfde ballen pakt.

Slide 14 - Slide

Boomdiagram

In een emmer zitten 7 paarse ballen en 3 gele. Micha pakt een bal en legt die terug en pakt vervolgens weer een bal. Bereken de kans dat hij twee dezelfde ballen pakt.

Slide 15 - Slide

Boomdiagram

In een emmer zitten 7 paarse ballen en 3 gele. Micha pakt een bal en legt die terug en pakt vervolgens weer een bal. Bereken de kans dat hij twee dezelfde ballen pakt.

Slide 16 - Slide

Boomdiagram

In een emmer zitten 7 paarse ballen en 3 gele. Micha pakt een bal en legt die terug en pakt vervolgens weer een bal. Bereken de kans dat hij twee dezelfde ballen pakt.

Slide 17 - Slide

Boomdiagram

In een emmer zitten 7 paarse ballen en 3 gele. Micha pakt een bal en legt die terug en pakt vervolgens weer een bal. Bereken de kans dat hij twee dezelfde ballen pakt.

Slide 18 - Slide

Boomdiagram

In een emmer zitten 7 paarse ballen en 3 gele. Micha pakt een bal en legt die terug en pakt vervolgens weer een bal. Bereken de kans dat hij twee dezelfde ballen pakt.

Slide 19 - Slide

Boomdiagram

In een emmer zitten 7 paarse ballen en 3 gele. Micha pakt een bal en legt die terug en pakt vervolgens weer een bal. Bereken de kans dat hij twee dezelfde ballen pakt.

Slide 20 - Slide

Boomdiagram

In een emmer zitten 7 paarse ballen en 3 gele. Micha pakt een bal en legt die terug en pakt vervolgens weer een bal. Bereken de kans dat hij twee dezelfde ballen pakt.

P (G, G) = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} \cdot \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

Slide 21 - Slide

Boomdiagram

In een emmer zitten 7 paarse ballen en 3 gele. Micha pakt een bal en legt die terug en pakt vervolgens weer een bal. Bereken de kans dat hij twee dezelfde ballen pakt.

P (G, G) = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} \cdot \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

P (G, P) = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} \cdot \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 2 1 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

Slide 22 - Slide

Aantekening 10.1 Boomdiagram

In een emmer zitten 7 paarse ballen en 3 gele. Micha pakt een bal en legt die terug en pakt vervolgens weer een bal. Bereken de kans dat hij twee dezelfde ballen pakt.

P (G, G) = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} \cdot \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

P (G, P) = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} \cdot \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 2 1 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

P (P, G) = \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} \cdot \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 2 1 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

P (P, P) = \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} \cdot \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 4 9 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

timer

4:00

Slide 23 - Slide

Aantekening 10.1Boomdiagram

De kans op twee dezelfde ballen is:

P (G, G) = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} \cdot \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

P (G, P) = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} \cdot \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 2 1 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

P (P, G) = \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} \cdot \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 2 1 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

P (P, P) = \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} \cdot \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 4 9 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

P (G, G) + P (P, P) = \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 0 ​} + \frac{​ 4 9 ​ ​}{​ 1 0 0 ​} = \frac{​ 5 8 ​ ​}{​ 1 0 0 ​} = \frac{​ 2 9 ​ ​}{​ 5 0 ​}

timer

1:00

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Zelfstandig werken

Ga aan de slag met 10.1
Overleg met je buurman/buurvrouw
Vragen of klaar? Steek je vinger op

timer

25:00

Slide 26 - Slide

Ga terug naar LessonUp

Slide 27 - Slide

Wat is de modus?
1, 3, 6, 6, 8, 8, 8, 9

timer

0:20

A

6

B

6 en 8

C

7

D

8

Slide 28 - Quiz

Wat is de mediaan?
5, 8, 10, 5

timer

0:20

A

5

B

6,5

C

7

D

Die is er niet

Slide 29 - Quiz

Ties haalt een 3 voor een 1-toets en een 6 en een 7 voor twee 2-toetsen. Wat is het gemiddelde van deze 3 cijfers?

timer

1:30

Slide 30 - Open question

Hoeveel is 30% van 600?

timer

0:45

Slide 31 - Open question

Schrijf de breuk als percentage

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 2 5 ​}

timer

0:45

Slide 32 - Open question

Ongeveer 17% van de kinderen in een klas hebben blauwe ogen. In de klas zitten 24 leerlingen. Bereken hoeveel leerlingen blauwe ogen hebben.

timer

1:30

Slide 33 - Open question

Ongeveer 17% van de kinderen in een klas hebben blauwe ogen. In de klas zitten 24 leerlingen. Bereken hoeveel leerlingen blauwe ogen hebben.

Slide 34 - Slide

Wat is de evenwichtstand

van deze grafiek?

timer

0:30

Slide 35 - Slide

Wat is de evenwichtsstand van de grafiek?

Slide 36 - Open question

Wat is de evenwichtstand

van deze grafiek?

Slide 37 - Slide

Op welke hoogte is de grafiek

na 85 seconden?

timer

0:30

Slide 38 - Slide

Op welke hoogte is de grafiek
na 85 seconden?

Slide 39 - Open question

Op welke hoogte is de grafiek

na 85 seconden?

Slide 40 - Slide

Zelfstandig werken

Ga aan de slag met 10.1
In stilte
Vragen of klaar? Steek je vinger op

timer

5:00

Slide 41 - Slide

Zelfstandig werken

Ga aan de slag met 10.1
Overleg met je buurman/buurvrouw
Vragen of klaar? Steek je vinger op
Tot het eind van de les

Slide 42 - Slide

Kansbomen

May 2023 - Lesson with 28 slides

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Kansbomen

May 2024 - Lesson with 27 slides

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Boomdiagrammen

May 2024 - Lesson with 41 slides

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Boomdiagrammen

April 2023 - Lesson with 28 slides

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Boomdiagrammen

May 2025 - Lesson with 51 slides

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Kansbomen

April 2023 - Lesson with 29 slides

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Kansrekening

March 2025 - Lesson with 33 slides

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Boomdiagrammen

May 2024 - Lesson with 28 slides

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3