- Lees goed de opdracht,
- Bedenk wat je wilt zeggen, gebruik de zinnen uit 43a
- Schrijf eerst zonder woorden of grammatica op te zoeken; alles wat je niet weet zet je zolang even in het Nederlands (als je niet typt, maar schrijft eventueel met potlood).
- Pas als je je hele tekst hebt staan, ga je woorden en grammatica opzoeken.