20.4 en 20.5 Glucose als grondstof/Groei en levencyslus

20.4 Glucose als grondstof
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

20.4 Glucose als grondstof

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Over de vorming van zetmeel in een plant worden de volgende beweringen gedaan, welke is juist?

1 Bij de vorming van zetmeel uit organische stoffen wordt geen lichtenergie gebruikt.
2 De vorming van zetmeel vindt plaats in cellen met bladgroen.
3 Het gevormde zetmeel wordt via de bastvaten naar de wortels getransporteerd.
A
Bij de vorming van zetmeel uit organische stoffen wordt geen lichtenergie gebruikt.
B
De vorming van zetmeel vindt alleen plaats in cellen met bladgroen.
C
Het gevormde zetmeel wordt via de bastvaten naar de wortels getransporteerd.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

In welke laag (van een blad) wordt de grootste BPP per mm3 gemeten?
A
cuticula
B
epidermis
C
pallisadeparenchym
D
sponsparenchym

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Op een warme zomerse dag, wordt bij veel planten de fotosynthese geremd tussen 12 en 16u, omdat de volgende factor dan beperkend is...
A
koolstofdioxide
B
pH
C
verlichtingssterkte
D
nitraat

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Het compensatiepunt is de lichtintensiteit waarbij de dissimilatie en de fotosynthese met elkaar in evenwicht zijn. In dit punt (Q) is de CO2-productie........de CO2-opname.
Wat staat er op de stippellijn?
A
groter dan
B
kleiner dan
C
gelijk aan

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Onthoud:
Loopt een grafiek schuin omhoog, dan is de factor op de X-as de beperkende factor (want....als je meer naar rechts gaat, dan stijgt de grafiek; bijv.: meer licht --> meer fotosynthese)

Gaat de grafiek horizontaal lopen, dan is een ANDERE factor dan die op de X-as beperkend geworden (in het voorbeeld hierboven, bijvoorbeeld de CO2-concentratie, of de temperatuur)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Transport bastvaten (source)
1. aanmaak van suikers (source)
2. actief transport suikers naar
bastvaten
3. osmotische waarde stijgt
4. water van houtvaten naar
bastvaten
5. overdruk in bastvaten 

Slide 22 - Slide

Transport bastvaten (sink)
1. elders wordt sacharose 
opgenomen (sink)
2. osmotische waarde daalt in 
het bastvat
3. water verdwijnt uit het bastvat
4. onderdruk in het bastvat

Slide 23 - Slide

sink en source
xyleem = houtvat
sieve tube = bastvat
'source' = bron, productie
'sink' = opslag
Glucose gaat van source, via bastvat, naar sink. Actief transport.
Water gaat mee!

Slide 24 - Slide

Sacharose
Bij de doelcel wordt sacharose (of glucose) gebruikt voor:

1. dissimilatie (levert ATP)
2. voortgezette assimilatie (levert andere organische stoffen)
Zoals: eiwitten, cellulose, zetmeel, vetten, RNA, DNA.
Ook gifstoffen, kleurstoffen, pectine (tussencelstof), vitamines









Slide 25 - Slide

Voortgezette assimilatie
Voor het maken van eiwitten, cellulose, zetmeel, vetten, RNA, DNA, gifstoffen, kleurstoffen, pectine (tussencelstof), vitamines
hebben de planten ook andere atomen nodig dan alleen C, H en O.









Slide 26 - Slide

Voortgezette assimilatie
Bepaal met behulp van je BINAS welke atomen planten nodig hebben om van glucose (en fructose) de volgende stoffen te maken: Aminozuren/ Fosfolipiden/ Chlorofyl/ DNA/ ATP

Wat is de functie van deze stoffen in de plant?










Slide 27 - Slide

Nutriënten/ plantenvoeding
Stoffen, buiten C, H en O, die planten nodig hebben:
Veel nodig - macronutriënten
N/ S/ P/ K/ Ca/ Mg (zie Tabel 91D1)

Weinig nodig - micronutriënten
Zie tabel 91D2










Slide 28 - Slide

Doel 20.4
Je hebt geleerd welke (kleur)stoffen planten maken
Je hebt geleerd hoe het transport van stoffen plaatsvindt
Je hebt geleerd hoe houtvaten en bastvaten gebouwd zijn
Je hebt geleerd welke nutriënten planten nodig hebben





Slide 29 - Slide

Doel 20.4
BINAS 67F1,2,3 Mono-/ di-/ en polysachariden
BINAS 69C Donkerreactie
BINAS 81E Transportweefsel planten
BINAS 91D Plantenvoedingsstoffen




Slide 30 - Slide