De komma

De komma ,
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De komma ,

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waarom zet je een
komma in een zin?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Zoek de fout...

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 4 - Slide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 5 - Slide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Wat weten we al?


1. Als je een rust momentje in de zin hoort. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Achter welk woord moet de komma?
Kunnen we dat doen dat vind ik zo leuk om te doen?
A
dat
B
vind
C
doen
D
leuk

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Na welk woord moet een komma?

Vanavond eet ik pizza morgen eet ik broccoli.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wat weten we al.
2. Voor een voegwoord komt een komma. 

Een voegwoord voegt 2 zinnen samen. 
Zoals, daarom, maar, omdat, als, want

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is het voegwoord in deze zin?
Ik ging naar huis, nadat mijn werk klaar was.
A
was
B
huis
C
ik
D
nadat

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voegwoord?
Ik ga zonder jas, hoewel het koud is.

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Uitleg
3. Tussen de 2 persoonsvormen (werkwoorden)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waar moet (nog) een komma in deze zin?

Het boek dat ik schrijf is prachtig!!

A
Na boek
B
na schrijf
C
na ik
D
na is

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Dubbele punt: 
blz. 123
We maken opdracht 5 en opdracht 6 samen. 
Opdracht 7 maak je alleen, 
daarna studiemeter....

Slide 14 - Slide

This item has no instructions