Past Simple - part 3

Past Simple
Ms. Ben M'hand

1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Past Simple
Ms. Ben M'hand

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog over
de Past Simple?

Slide 2 - Mind map

Past Simple
- Verleden tijd
- Afgelopen actie 
- Staat vaak in wanneer iets heeft plaatsgevonden
- was/were (bij "be")

Slide 3 - Slide

Past Simple: een overzicht
Gewone zin:
-Regelmatig werkwoord= werkwoord + ed
-Onregelmatig werkwoord= 2e vorm (zie de lijst achterin boek)

Negatieve zin: 
did not + hele werkwoord

Vraagzin: 
Did + hele werkwoord

Slide 4 - Slide

Regular verbs in the Past Simple end with...
timer
0:20
A
-ed
B
-ing
C
-s
D
-es

Slide 5 - Quiz

How do we form the Past Simple (verleden tijd)?
timer
0:20
A
werkwoord+ ed 3e rijtje irregular verbs
B
werkwoord +ing 2e rijtje irregular verbs
C
werkwoord + ed 2e rijtje irregular verbs
D
Has werkwoord +ed 3e rijtje irregular verbs

Slide 6 - Quiz

Wat doe je met het werkwoord in een negatieve zin?
timer
0:20
A
did + hele werkwoord
B
werkwoord + ed
C
did not + hele werkwoord
D
werkwoord + did

Slide 7 - Quiz

Wat doe je met het werkwoord in een vraagzin?
timer
0:20
A
did + hele werkwoord
B
werkwoord + ed
C
did not + hele werkwoord
D
werkwoord + did

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Wat is hier de juiste vervoeging?

They .... (live) in Paris when she was younger.
timer
0:20
A
live
B
did live
C
lived
D
loved

Slide 10 - Quiz

Wat is hier de juiste vervoeging?

He ... (give) his mother a beautiful present for Christmas.
timer
0:20
A
giving
B
gave
C
gived
D
gaved

Slide 11 - Quiz

Wat is het juiste antwoord?

He .... (not/study) for the exam last night
timer
0:20
A
not study
B
did not studied
C
studied not
D
did not study

Slide 12 - Quiz

Wat is het juiste antwoord?


.......she...... (make) you a good coffee this morning?
timer
0:20
A
did she make
B
go she made
C
do she maked
D
mode

Slide 13 - Quiz

Lets practice

Slide 14 - Slide

Irregular verbs

have - ……. - had
timer
0:20
A
had
B
hadded
C
haved
D
haven

Slide 15 - Quiz

Irregular verbs

feel - ……. - fallen
timer
0:20
A
feel
B
feled
C
fell
D
feeled

Slide 16 - Quiz

Irregular verbs

draw - ……. - drawn
timer
0:20
A
drew
B
drawned
C
drawed
D
drewed

Slide 17 - Quiz

Wat is hier de juiste vervoeging?


A few days ago we .......... (drive) to his uncle.
timer
0:20
A
drive
B
drived
C
drove
D
droven

Slide 18 - Quiz

Wat is hier de juiste vervoeging?

I ....... (buy) a great film yesterday.
timer
0:20
A
buyed
B
bought
C
buy
D
buied

Slide 19 - Quiz

Wat is hier de juiste vervoeging?


I ..... (not/drink) any beer last night.
timer
0:20
A
did not drank
B
drinked not
C
did not drink
D
did not drinked

Slide 20 - Quiz

Wat is hier de juiste vervoeging?

She .... (read) the newspaper yesterday
timer
0:20
A
readed
B
read
C
reading
D
readded

Slide 21 - Quiz

Irregular verbs

leave - ……. - left
timer
0:20
A
left
B
leaved
C
lave
D
leave

Slide 22 - Quiz

Irregular verbs

know - ……. - known
timer
0:20
A
knewed
B
known
C
know
D
knew

Slide 23 - Quiz

Past Simple: een overzicht
Gewone zin:
- Regelmatig werkwoord= werkwoord + ed
- Onregelmatig werkwoord= 2e vorm (zie de lijst achterin boek)

Negatieve zin: 
Did not + hele werkwoord

Vraagzin: 
Did + hele werkwoord

Slide 24 - Slide

How did it go?
Tips & tops?

Slide 25 - Mind map

Homework
- Learn all the irregular verbs


Slide 26 - Slide