Klimaten
Welk klimaat zie je hier?
A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat
1 / 9
Items in this lesson
Welk klimaat zie je hier?
A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat
Slide 1 - Quiz
This item has no instructions
A
Land klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Pool klimaat
D
Zee klimaat
Slide 2 - Quiz
This item has no instructions
A
Savanne klimaat
B
Tropisch regenwoud klimaat
C
Maritiem klimaat
D
Pool klimaat
Slide 3 - Quiz
This item has no instructions
A
steppe klimaat
B
savanne klimaat
C
Pool klimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 4 - Quiz
This item has no instructions
Wat hoort bij weer en wat bij klimaat? Sleep het naar de juiste plek.
Klimaat
Weer
Gemeten over 30 jaar
kan elk moment veranderen
een groot gebied
een klein gebied
Slide 5 - Drag question
This item has no instructions
A
Tropisch klimaat
B
Poolklimaat
C
gematigd zee klimaat
D
Landklimaat
Slide 6 - Quiz
This item has no instructions
Sleep de woorden naar het juiste begrip. Welke woorden horen er bij het weer? En welke horen er bij het klimaat?
Weer
Klimaat
De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en op een bepaalde plaats.
Het gemiddelde weer in een gebied, berekend over een periode van dertig jaar.
Hagel, sneeuw, regen = neerslag
Een blauwe lucht en een zonnetje
Gemiddeld het hele jaar nooit kouder dan 18 graden
Neerslag in alle seizoenen
Slide 7 - Drag question
This item has no instructions
In welk klimaat valt de meeste regen?
A
Landklimaat
B
Gematigd zeeklimaat
C
Tropisch klimaat
D
Middellandse zeeklimaat
Slide 8 - Quiz
This item has no instructions
Sleep de juiste klimaat kenmerken naar de foto
200-400 mm neerslag per jaar. vooral in de zomer. Wordt niet kouder dan 18 °C
in de winter gem °C -3 en in de zomer niet warmer dan 10 °C
Hele jaar door regen. De zomer is niet zo heet en de winter niet zo koud
Temperatuur kan in de zomer oplopen tot + 40 °C en in de winter tot - 40 °C. Minder dan 200mm neerslag per jaar
Slide 9 - Drag question
Sleep de juiste klimaat kenmerken naar de foto
