Franse Revolutie en Napoleon

Algemene afspraken
  • Hand opsteken als je iets wilt zeggen of vragen.
  • Als iemand aan het woord is, blijft de rest stil.
  • Behandel elkaar met respect.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Algemene afspraken
  • Hand opsteken als je iets wilt zeggen of vragen.
  • Als iemand aan het woord is, blijft de rest stil.
  • Behandel elkaar met respect.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Leerdoelen
  • Voorkennisquiz
  • De situatie in Frankrijk na de Terreur
  • Napoleon Bonaparte
  • Zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet hoe de Franse Revolutie tot stand is gekomen.
  • Je weet wat grondrechten zijn en kent een paar voorbeelden.
  • Je begrijpt hoe Napoleon aan de macht is gekomen. 

Slide 3 - Slide

De Franse Revolutie

Slide 4 - Mind map

Wat is een standensamenleving?
A
Een samenleving die draaide om het christendom.
B
Een samenleving die bestaat uit verschillende standen.
C
Een samenleving waarin iedereen gelijk is.
D
Een samenleving waarbij je kan stemmen wie koning wordt.

Slide 5 - Quiz

Hoeveel standen waren er in Frankrijk rond het jaar 1750?
A
1 stand
B
2 standen
C
3 standen
D
4 standen

Slide 6 - Quiz

Wat waren de drie standen?
A
Koning, geestelijkheid en boeren
B
Adel, soldaten en handelslieden
C
Soldaten, geestelijkheid en boeren
D
Geestelijkheid, adel en boeren

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wie was deze persoon?
A
Abraham Lincoln
B
Lodewijk XXXIII (33e)
C
Lodewijk XIV (14e)
D
Napoleon Bonaparte

Slide 9 - Quiz

Wat zijn grondrechten?
A
Regels die met de grond en aarde te maken hebben.
B
Onveranderbare rechten van ieder mens.
C
Regels die bepalen waar je iets mag bouwen.
D
De eerste regels die ooit zijn verzonnen.

Slide 10 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een grondrecht?
A
Vrijheid van meningsuiting.
B
Vrijheid van geloof.
C
Het volk bepaalt wie het land mag besturen.
D
Mensen worden met gelijke rechten geboren.

Slide 11 - Quiz

Situatie in Frankrijk na de Terreur
  • Het was onrustig in Frankrijk na de Terreur van Robespierre.
  • Koning Lodewijk XVI (16e) was onthoofd.
  • Er waren regelmatig opstanden in Frankrijk
  • Ook was Frankrijk nog steeds in oorlog met andere landen.

Slide 12 - Slide

Wie was deze persoon?
A
Robespierre
B
Leonardo DiCaprio
C
Vin Diesel
D
Lodewijk XVI (16e)

Slide 13 - Quiz

Napoleon Bonaparte
  • Hij was populair bij zijn soldaten.
  • Hij behandelde hen als gelijken. 
  • Ook won hij veel veldslagen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Waarom kon Napoleon de macht grijpen in Frankrijk?

Slide 16 - Mind map

Ideeën Franse Revolutie:

  • Vrijheid, gelijkheid en broederschap
  • Het volk bepaalt wie het land mag besturen.
  • Geen Koning meer met alle macht.
Bestuur van Napoleon:

  • Dictatuur
  • Napoleon kroont zichzelf tot keizer
  • Burgers hadden geen macht.
  • Dienstplicht

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Map

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Map

Zelf aan de slag
  • Maak de opdrachten bij paragraaf 4 van hoofdstuk 1 (blz 12 tot 13).
  • Je hebt tot 11:00.
  • Je werkt rustig en zachtjes individueel of in tweetallen
  • Als je klaar bent, begin je met lezen van paragraaf 5 van hoofdstuk 1 of je mag aan huiswerk voor een ander vak werken

Slide 24 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet hoe de Franse Revolutie tot stand is gekomen.
  • Je weet wat grondrechten zijn en kent een paar voorbeelden.
  • Je begrijpt hoe Napoleon aan de macht is gekomen. 

Slide 25 - Slide

Huiswerk
Opdracht 1 t/m 11 
Wanneer? --> Maandag 6e uur

Slide 26 - Slide