Vergaderen

Vergaderen
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Vergaderen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze periode doen?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat weet je over vergaderen?

Slide 4 - Mind map

Wat is het verschil tussen vergaderen en overleg?

Slide 5 - Slide

Overleg
  • Een overleg kan met twee mensen zijn, maar ook met meerdere mensen
  • Je kan een formeel of informeel overleg hebben

Slide 6 - Slide

Heb jij ervaring met een overleg of vergadering? Welke?

Slide 7 - Open question

Vergaderdoelen

Slide 8 - Mind map

Vergaderdoelen
  • informatieoverdracht
  • mening vormen/ standpunt innemen
  • besluitvorming
  • probleem oplossen
  • motiveren


Slide 9 - Slide

Opdracht
Kies het juiste vergaderdoel bij de volgende vergaderonderwerpen.

Slide 10 - Slide

Bespreken welke werkzaamheden prioriteit hebben en voor wanneer deze moeten worden opgepakt.
A
Informeren
B
motiveren
C
besluitvorming
D
probleemoplossing

Slide 11 - Quiz

Aangeven welke mogelijkheden er zijn voor de catering tijdens de ouderavond.
A
informeren
B
motiveren
C
besluitvorming
D
probleemoplossing

Slide 12 - Quiz

Een overleg heeft niet altijd maar één doel. Vaak is er sprake van een combinatie van doelen. Als je een besluit neemt, zul je elkaar bijvoorbeeld eerst moeten informeren.

Slide 13 - Slide

Formeel / informeel



* formeel = gepland, volgens vaste regels, regelmatig (vergadering)

* informeel = komt toevallig ter sprake

Slide 14 - Slide

Formeel of informeel overleg?
  • is  van tevoren afgesproken
  • vindt spontaan plaats
  • voorbereidingen zijn getroffen
  • de structuur van het overleg is voor iedereen duidelijk
  • niet iedereen die moet weten wat er besproken wordt, is aanwezig.

Slide 15 - Slide

Rollen vergadering
  • Voorzitter
  • Notulist 
  • Deelnemer

Slide 16 - Slide

Voorzitter
- Behandelt de onderwerpen volgens de agenda
-Zorgt dat iedereen aan het woord komt
- Zorgt ervoor dat men elkaar laat uitspreken
- Zorgt ervoor dat er niet te ver van het onderwerp afgeweken wordt
- Vat de belangrijkste dingen samen

Slide 17 - Slide

Agenda
  1. Welkom
  2. Mededelingen
  3. Notulen van vorige vergadering
  4. agendapunten
  5. W.v.t.t.k
  6. Rondvraag

Slide 18 - Slide

Stap 1: Noteer relevante informatie 

  • Geef aan waar de vergadering wordt gehouden, wie er aanwezig moeten zijn en hoe laat de vergadering begint.  
  • Locatie, datum, tijd en aanwezigen moeten als eerste vermeld worden bij een agenda. 

Slide 19 - Slide

Stap 2: vervolg
Een agenda heeft de volgende punten 
• Opening 
• Notulen vorige vergadering 
• Mededelingen
• Agendapunten
• A (…)
• B ( …) 
• C (…)
• Wat verder ter tafel komt (w.v.t.t.k) 
• Rondvraag 
• Afsluiting 

Slide 20 - Slide

Stap 3: Werk met tijd
  • Geef achter elk agendapunt aan hoe lang je erover mag praten in de vergadering.  
  • Dit voorkomt dat de vergadering erg uitloopt. 

Slide 21 - Slide

Notulen

Notulen is een officieel verslag van een vergadering


Notulist maakt een verslag en stuurt dit aan de deelnemers en voorzitter


Notulist maakt eerst een grove opzet met een logische indeling van de agenda.



Slide 22 - Slide

Formuleren en stijl
  • Bij het formuleren zet je de spreektaal om in schrijftaal.

Schrijftaal is zakelijker dan spreektaal

  • Let op consequent gebruik van de tegenwoordige tijd (de voorzitter merkt op..)
  • Vermijd emotioneel taalgebruik en wees objectief

Slide 23 - Slide

De kop van de notulen
  • naam van het vergadering
  • plaats en datum
  • begin- en eindtijd
  • namen van de aanwezigen
  • namen van de afwezigen
  • notulist
  • (kenmerk)

Slide 24 - Slide

De tekst van de notulen

- Geef duidelijk de agendapunten aan met nummer en naam.

- Besluiten en acties laat je opvallen.

- Notulen moeten zo snel mogelijk na afloop van de vergadering worden uitgewerkt en verzonden.

- Deelnemers kunnen dan de actiepunten waarbij hun naam staat, uitvoeren;

- Afwezigen worden zo snel mogelijk geinformeerd.

Slide 25 - Slide

Bekijk het filmpje:

- Bedenk wat jij zou doen als je notulist was

- Wissel dit na het filmpje uit in duo's


Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Wat is het belang van notuleren?
(kies twee antwoorden)
A
Het bedrijf voldoet aan de plicht om te notuleren
B
Iedere gemaakte afspraak staat zwart op wit
C
Het draagt bij aan grote betrokkenheid van collega's onderling

Slide 28 - Quiz

Wat is er te zeggen over de rol van de notulist?
A
Hij stelt zich onafhankelijk op en neemt zelf niet deel aan de vergadering zich onafhankelijk op tijdens de vergadering
B
Het is eigenlijk dezelfde persoon als de voorzitter
C
Hij mist in zijn verslag geen woord van wat er is gezegd

Slide 29 - Quiz

Welke vaste onderdelen bevatten een notulen? Noem er minimaal 5. Werk in duo's, zoek op internet.

Slide 30 - Open question

Deelnemers

Nemen actief deel
Geven kort hun inbreng (informatie, mening)
Ondersteunen de andere groepsleden bij hun taken.

Slide 31 - Slide

Pedagogische cirkel
Ga op zoek naar wat een pedagogische cirkel is
Schrijf op uit welke 3 categorieën bestaat
denk na over je eigen visie hierover 

Slide 32 - Slide

Ga op zoek naar wat een PEDAGOGISCHE CIRKEL is
Deze bestaat uit Visie / Houding / Gedrag
Wat is jouw Visie over de binnenste cirkel?

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Link

Volg week...
  • Groepsvergadering
  • Wie notulist?
  • Agenda staat in teams

Nu doornemen!

Slide 35 - Slide

Wat vond je goed aan deze les?

Slide 36 - Open question

Wat vond je minder goed aan deze les?

Slide 37 - Open question