Causale attributietheorie

Context 
Doelgroep:
1ste jaar 3de graad doorstroom
(Humane wetenschappen – gedrag)
Cognitief sterke groep
Voorkennis:
Kenmerken en fasen van een conflict
Thema:
Interactie en communicatie - De causale attributietheorie



1 / 24
next
Slide 1: Slide
GedragSecundair onderwijs

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Context 
Doelgroep:
1ste jaar 3de graad doorstroom
(Humane wetenschappen – gedrag)
Cognitief sterke groep
Voorkennis:
Kenmerken en fasen van een conflict
Thema:
Interactie en communicatie - De causale attributietheorie



Slide 1 - Slide

Causale attributietheorie

Slide 2 - Slide

Per 3
Rolverdeling 

  • Spreker
  • Schrijver 
  • Spion

Slide 3 - Slide

Inhoudstafel
1. Placemat per 3 
2. Introductie lesonderwerp 
3. Attributies
     3.1. Inter/ extern
     3.2. Stabiel/ onstabiel
     3.3. controleerbaar/ oncontroleerbaar 
4. Fundamentele attributiefout 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Causale attributietheorie

  • Gedrag interpreteren
  • Sociale psychologie
  • Ontwikkeld door Heider en uitgebreid door Weiner

Slide 6 - Slide

Causale attributies
Oorzaken aan een gebeurtenis of gedrag toeschrijven
Oorzakelijke verklaringen 

Voorbeeld: Ik leerde niet voor de toets gedragswetenschappen (= oorzaak) dus de toets was slecht (=gebeurtenis/ gedrag)


Slide 7 - Slide

Schrijf jouw "favoriete" excuus voor het laattijdig indienen van een taak

Slide 8 - Slide

Excuus

Slide 9 - Mind map

Interne attributie
Gedrag verklaren door
persoonlijke oorzaak


VB: Inzet, capaciteiten, voorbereiding, hard werk, intelligentie


Externe attributie
Gedrag verklaren door 
situationele oorzaak


 VB: Familiefeest, gebrek aan slaap, de leerkracht heeft een pik op mij

Slide 10 - Slide

Stabiele attributie

Gedrag verklaren door een stabiele oorzaak 

Niet veranderlijk (in tijd)
Er kan niets aan gedaan worden

Onstabiele attributie

Gedrag verklaren door onstabiele oorzaak 

Veranderlijk (in tijd)
Het kan anders

Slide 11 - Slide

Bo wil niet onzeker overkomen op het mondeling examen en heeft zich daarom extra goed voorbereid.
A
Intern stabiel
B
Extern stabiel
C
Intern onstabiel
D
Extern onstabiel

Slide 12 - Quiz

Controleerbaar

De oorzaak van het gedrag is controleerbaar


Het individu bepaalt zelf het gedrag 


Oncontroleerbaar

De oorzaak van het gedrag is oncontroleerbaar


Het individu bepaalt niet zelf het gedrag 

Slide 13 - Slide

Lisa gaat niet langer om met Sander omdat ze niet in de verleiding wil komen om te roken.
A
Intern controleerbaar
B
Intern oncontroleerbaar
C
Extern controleerbaar
D
Extern oncontroleerbaar

Slide 14 - Quiz

Samenvattend kader

Slide 15 - Slide

Oefeningen 

groepjes van 3
Kaarten zichtbaar op de bank


Blauw = We begrijpen het en zijn aan het oefenen
Rood = We twijfelen en willen extra uitleg


Slide 16 - Slide

Fundamentele attributiefout

VB: Aan het loket in het station steekt een jonge man je voorbij om een treinticket te kopen.

Slide 17 - Slide

Wat is jouw eerste gedachte naar aanleiding van dit gedrag?

Slide 18 - Open question

Fundamentele attributiefout
Gedrag van anderen:
Persoonlijke factoren > situationele factoren

VB:  voorbijsteken
Je zal hem onbeleefd vinden (=persoonlijke attributie).
Je hoort hem echter zeggen dat hij gehaast is want hij is op weg naar zijn stervende moeder (=situationele attributie). 

Slide 19 - Slide

Je zus komt thuis met de mededeling dat ze niet geslaagd is voor haar rij-examen. Je maakt je schuldig aan de fundamentele attributiefout door te concluderen dat:
A
Ze pech heeft gehad
B
Ze een strenge examinator had
C
Het een lastig tijdstip was (ochtendspits)
D
Ze niet de vaardigheden heeft om te autorijden

Slide 20 - Quiz

Voetbalsupporters bij een verloren match

  • Geef enkele (mogelijke) reacties/ verklaringen

  • Link met de fundamentele attributiefout.

Slide 21 - Slide

Welke impact heeft de fundamentele attributiefout op conflicten? 

Slide 22 - Slide

Klik op de volgende link en vul het reflectiedocument aan
Klik op de volgende link en vul de zelfreflectie aan

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link