bijvoeglijk naamwoord + bijwoord, vergelijkingen

VWO 3 BCBroekhin 
(Libre Service)
 +Bijwoord + vergelijkingen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

VWO 3 BCBroekhin 
(Libre Service)
 +Bijwoord + vergelijkingen

Slide 1 - Slide

Een bijwoord kan NOOIT
iets zeggen over...
timer
0:20
A
een werkwoord
B
een ander bijwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
een bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Quiz

Vorige week:

Les 1: Kennismaking en begin lesson up over t bijwoord. 
Les 2: uitgevallen ivm ziekenhuis
Deze week:
Les 1: voorbereiding kennistoets donderdag as
Les 2: kennistoets. 
Leerstof: Hoofdstuk 4/5
Kennistoets unité 4+5: (T2)
Paragraaf 4, 5, 6 op p 138, 139, 140. (bijwoord,bijv nw en vergelijkingen.

Woordjes unité 5 appr 1 + 8 (beide richtingen)


Slide 3 - Slide

BIJWOORD

Zegt iets over:
- een werkwoord
- een bijvoeglijk naamwoord
- een ander bijwoord
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Zegt iets over:
- een znw

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Als het bvnw NIET op een klinker eindigt, dan moet je het eerst...
A
een -e achter zetten
B
vrouwelijk maken

Slide 11 - Quiz

Vrai ou faux?
Exactment
A
vrai
B
faux

Slide 12 - Quiz

Vrai ou faux?
Activement
A
vrai
B
faux

Slide 13 - Quiz

Vrai ou faux?
Heureuxement
A
vrai
B
faux

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

De vergelijkingen in het Frans 
https://www.youtube.com/watch?v=VsRY6Zq9RnQ

nog vragen?? Succes met leren !! 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Welke vertaling is juist voor
'wat een leuk meisje!'
timer
0:10
A
Quelle jolie fille!
B
Quelle fille jolie!
C
Quelle joli fille!
D
Quelle fille joli!

Slide 21 - Quiz

Welke vertaling is juist voor:
de rode auto
timer
0:10
A
la rouge voiture
B
la voiture rougee
C
la voiture rouge
D
la rougee voiture

Slide 22 - Quiz

Twee mooie boeken.
Deux ... livres ...
timer
0:10
A
Deux beau livres.
B
Deux livres beaux.
C
Deux beaux livres.
D
Deux belles livres.

Slide 23 - Quiz

Hij is een goede zanger.
A
Il est un bon chanteur.
B
Il est un bien chanteur.

Slide 24 - Quiz

Hij zingt goed.
A
Il chante bon.
B
Il chante bonnement.
C
Il chante bien.
D
Il chante biennement

Slide 25 - Quiz

Je me sens ... à l'aise.
A
mauvais
B
mal
C
mauvaise
D
mauvaisement

Slide 26 - Quiz

Un nouveau portable, ça coûte ...
A
chère
B
chèrement
C
cher

Slide 27 - Quiz

Noteer het juiste bijwoord in het Frans;
Cette leçon dure déjà trop ... (lang)...

Slide 28 - Open question