Blok 6, week 1, 1 woord met 2 categorieën, au-plaat

1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Blok 6, week 1, les 1/2
Start opdracht:
Schrijf zoveel mogelijk au-woorden op je wisbordje

Wat heb ik nodig?
  1. Wisbordje + stift
  2. Dictee schrift
timer
3:00

Slide 3 - Slide

Nieuwe au-woorden
het applaus

de auteur

benauwd 
de fauna

nauwelijks

de pauze 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Blok 6, week 1, les 1/2
Doel: 
Ik kan een woord met twee categorieën schrijven.
Ik leer nieuwe au-woorden



Wat heb ik nodig?
Wisbordje + stift
Dictee schrift

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Welke twee categorieën?
verloor
A
achtervoegsel
B
voorvoegsel
C
oor-woord
D
hakwoord

Slide 10 - Quiz

Welke twee categorieën?
verhuizen
A
langermaakwoord
B
hakwoord
C
voorvoegsel
D
klankgroepenwoord

Slide 11 - Quiz

Welke twee categorieën?
handboeien
A
hakwoord
B
langermaakwoord
C
aai-ooi-oei-woord
D
achtervoegsel

Slide 12 - Quiz

Welke twee categorieën zitten er in: vrolijk
A
klankgroepenwoord en achtervoegsel
B
klankgroepenwoord en voorvoegsel
C
hakwoord en achtervoegsel
D
hakwoord en voorvoegsel

Slide 13 - Quiz

Welke twee categorieën?
moeilijk

A
voorvoegsel
B
aai-ooi-oei-woord
C
achtervoegsel
D
langermaakwoord

Slide 14 - Quiz

Welke twee categorieën?
botsing
A
langermaakwoord
B
hakwoord
C
zingwoord
D
klankgroepenwoord

Slide 15 - Quiz

Welke twee categorieën?
sneeuwspoor
A
eeuw-ieuw-woord
B
hakwoord
C
langermaakwoord
D
oor-woord

Slide 16 - Quiz

Welke twee categorieën?
puzzeltje
A
hakwoord
B
verkleinwoord
C
klankgroepenwoord
D
eel-woord

Slide 17 - Quiz

Austronaut weektaak:
Vandaag: Blz. 20 Opdracht. opdracht 2

Slide 18 - Slide

Visueel dictee

Slide 19 - Slide

Ik ken de nieuwe woorden van de au-plaat
Ja
Nee

Slide 20 - Poll