3 Kader - Chapter 5 - Stone 11 / Woordjes A + B

Stone 11 
1 / 36
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Stone 11 

Slide 1 - Slide

Vertaal de zinnen naar het Nederlands 

Slide 2 - Slide

On national holidays they attend musical events.

Slide 3 - Open question

Op nationale feestdagen wonen ze muziekevenementen bij. 

Slide 4 - Slide

In this area, they go to the beach every weekend.

Slide 5 - Open question

In dit gebied gaan ze elk weekend naar het strand. 

Slide 6 - Slide

Most Australians live close to the ocean.

Slide 7 - Open question

De meeste Australiërs wonen dicht bij de oceaan.  

Slide 8 - Slide

Vertaal de zinnen naar het Engels

Slide 9 - Slide

Wat eten de meeste Australiërs op nationale feestdagen?
A
Why do most Australians eat on national holidays?
B
What do most Australiers eat on national holidays?
C
What do most Australians eat on national holidays?

Slide 10 - Quiz

Britten kunnen niet koken zoals Nieuw-Zeelanders.

Slide 11 - Open question

British people can't cook like New Zealanders. 

Slide 12 - Slide

In mijn land gaan mensen in hun vrije tijd naar buitensportevenementen.
A
In my land, people go to outdoor sports events in their spare time.
B
In my land, people go to outdoor sport events in their spare time.
C
In my Country, people go to outdoor sports events in their spare time.
D
In my country, people go to outdoor sports events in their spare time.

Slide 13 - Quiz

Woordjes A 
Vertaal de woorden naar het Nederlands 

Slide 14 - Slide

arrange

Slide 15 - Open question

regelen

Slide 16 - Slide

pack

Slide 17 - Open question

inpakken

Slide 18 - Slide

likewise
A
jij ook
B
diezelfde
C
insgelijks
D
soort

Slide 19 - Quiz

removal van

Slide 20 - Open question

verhuiswagen

Slide 21 - Slide

Vertaal de woordjes naar het Engels 

Slide 22 - Slide

foto

Slide 23 - Open question

picture

Slide 24 - Slide

geschikt
A
suited
B
suitable

Slide 25 - Quiz

hitte

Slide 26 - Open question

heat

Slide 27 - Slide

Woordjes B 
Vertaal de woorden naar het Nederlands

Slide 28 - Slide

coral reef
A
koraal
B
koraalrif

Slide 29 - Quiz

draught

Slide 30 - Open question

droogte 

Slide 31 - Slide

flip-flops

Slide 32 - Open question

Slippers 

Slide 33 - Slide

vast
A
stuck
B
groot
C
uitgestrekt

Slide 34 - Quiz

wildlife

Slide 35 - Open question

wildleven, dieren in het wild. 

Slide 36 - Slide