Herhaling 6.3 - Licht en kleur

6.3 - Licht en kleur
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

6.3 - Licht en kleur

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar  kunt maken.
  • Je kunt de kleuren van het spectrum van zonlicht in de juiste volgorde opschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat je met een (zak)spectroscoop kunt onderzoeken en hoe je dat moet doen. 
  • Je kunt uitleggen waardoor en hoe je de kleur die een voorwerp heeft kunt zien.
  • Je kunt opschrijven welke kleur een voorwerp heeft bij verschillende kleuren licht die erop vallen.
  • Je kunt uitleggen welke kleuren licht voorwerpen absorberen en wat daarmee gebeurd.
  • Je kunt opschrijven welk kleur licht natriumlampen geven en wat betekend voor de kleuren van voorwerpen die erdoor verlicht worden.
  • Je kunt uitleggen hoe de kleuren op een televisie of ander beeldscherm gemaakt worden.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Het kleurenspectrum
Wit zonlicht: alle kleuren van de regenboog.
Valt zonlicht op een prisma zie de kleuren:
rood, oranje, geel, groen, blauw en violet.
Dit is het spectrum van wit licht. 
 
Voeg je de kleuren uit het spectrum samen dan heb je weer wit licht.


Slide 4 - Slide

Hoe heet de reeks kleuren waaruit zonlicht bestaat?
De reeks kleuren in zonlicht heet een...………………….

Slide 5 - Open question

Het spectrum van het licht van de zon heeft meerdere kleuren. 
Zet de kleuren in de juiste volgorde. Speel elke kleur in het juiste vak.
rood
blauw
oranje
geel
groen
violet

Slide 6 - Drag question

Wat is een spectrum?
A
een andere naam voor prisma
B
een reeks kleuren
C
een natuurlijke lichtbron

Slide 7 - Quiz

(Zak)spectroscoop
(Zak)spectroscoop:
- samenstelling licht onderzoeken

- Bekijk met spectroscoop licht(bron)
--> spectrum van het licht
--> Je ziet de kleuren van het licht

Slide 8 - Slide

Lamplicht
Lampen:
- Licht ervan bestaat uit verschillende kleuren.
- Je ziet de mengkleur ervan.
- De verhouding verschillende kleuren erin bepaalt kleur van lamplicht

Gloei/halogeenlamp:
- bevat alle kleuren van de regenboog.
- maar mengkleur is aan de gele kant door meer geel, oranje en rood erin.

Slide 9 - Slide

Halogeen-lamp 

TL- lamp

Natriumlamp

Slide 10 - Slide

Je ziet de spectra van drie soorten lampen.
Hoe heet het instrument waarmee je het spectrum van licht zichtbaar kunt maken?
A
lichtbron
B
prisma
C
spectroscoop

Slide 11 - Quiz

Gekleurde voorwerpen
Kleuren voorwerpen:
-  doordat (veel) voorwerpen een deel van het zonlicht terugkaatsen.
Gele trui weerkaatst geel licht,  rode trui rood licht,  blauwe trui blauw licht.
- niet teruggekaatst licht wordt geabsorbeerd (= opgenomen).
   --> omgezet in warmte.

Slide 12 - Slide

Angel heeft een blauw T-shirt aan met een witte smiley.
Je wilt de smiley op het T-shirt niet zien.
Met welke kleur licht moet je daarvoor op het shirt schijnen?
A
blauw
B
rood
C
groen
D
wit

Slide 13 - Quiz

Natriumlampen
Natriumlampen: geven zuiver geel licht
- Witte trui en gele trui onder natriumlamp --> beiden geel.
- Paarse trui onder natriumlamp --> zwart.

- Natriumlampen in straatlantaarns.


                                                                                                     ledverlichting /  natriumlamp

Slide 14 - Slide

- Pixels: rood/groen/blauw beeldpunt
Kunnen apart aan en uitgezet worden.
Je ziet de mengkleur ervan.



Plus: De televisie (beeldschermen)

Slide 15 - Slide

Kleurenfilters
Een rood filter laat alleen rood licht door, alle andere kleuren worden door het filter geabsorbeerd. 


Slide 16 - Slide

Ga aan de slag!
- Opdrachten afmaken van hfst 6.3
- Opdrachten 1 - 13 staan op blz. 77 - 79
- Hoe? Stil zolang de timer loopt
- Klaar? Ga dan de opdrachten nakijken
- Klaar met nakijken? Check of je de andere opdrachten van hfst 6.1 - 6.2 klaar hebt
- Proef 6: De spectra van Lampen

Slide 17 - Slide