Week 37

WELKOM
Planning voor vandaag:
- Voorstelronde
- Korte herhaling van vorige week
- Nieuwe lesstof
- Opdrachten maken
1 / 10
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM
Planning voor vandaag:
- Voorstelronde
- Korte herhaling van vorige week
- Nieuwe lesstof
- Opdrachten maken

Slide 1 - Slide

Stofeigenschappen
  • een stof kun je herkennen aan eigenschappen,
die kenmerkend zijn voor die stof

  • deze stofeigenschappen neem je waar met je zintuigen
(ogen, neus)

Slide 2 - Slide

wel een stofeigenschap
geen stofeigenschap
kleur
geur
smeltpunt
kookpunt
massa
volume
dichtheid
fase (vast, vloeibaar, vast)
aggregatiestoestand
oplosbaarheid in water
oplosbaarheid in olie

Slide 3 - Drag question

Lesdoelen
1. Aan het eind van deze les kan je mengsels indelen in de categorieën oplossing, suspensie en emulsie
2. Aan het einde van deze les weet je wat de werking van een emulgator is.
3. Aan het eind van de les weet je dat er verschillende mengsels zijn(rook, nevel, legering).

Slide 4 - Slide

Soorten mengsels

Oplossing: helder mengsel van een vloeistof met een vaste stof.

Suspensie: Troebel mengsel van een vaste stof in een vloeistof.

Emulsie: Troebel mengsel van twee vloeistoffen.

Slide 5 - Slide

Oplossing
Suspensie

Slide 6 - Slide

Emulsie: een mengsel van 2 vloeistoffen die niet in elkaar oplossen.
water en olie
Een emulsie is altijd troebel.

Een emulgator is een stof die ervoor zorgt dat een emulsie niet gaat ontmengen.

Slide 7 - Slide

de rook
Andere mengsels die we onderscheiden zijn:
Rook: een mengsel van een vaste stof in een gas.
Schuim: een mengsel van een gas en een vloeistof.
Nevel: een mengsel van een vloeistof in een gas.

Slide 8 - Slide

Soorten mengsels
Een mengsel bestaat uit twee of meer stoffen.
Een helder mengsel is homogeen: de stoffen zijn volledig gemengd
Een troebel mengsel is heterogeen: de stoffen zijn niet volledig gemengd.
betekenis fase-aanduidingen:
(s) = solid > vaste stof
(l) = liquid > vloeistof
(g) = gas > gas
rook
(s) + (g)
nevel
(l) + (g)

Slide 9 - Slide

Maak de opdrachten
2, 4, 7

Slide 10 - Slide