Klas 1 A Werkwoorden en stam blok 1 en 2

Wat is de stam van maken
A
maak
B
makt
C
mak
D
maakt
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Wat is de stam van maken
A
maak
B
makt
C
mak
D
maakt

Slide 1 - Quiz

Wat is de ik vorm van luisteren
A
luister
B
luistert

Slide 2 - Quiz

Wat is de stam van schrijven
A
schrijv
B
schrijf
C
schrijft
D
schrijvt

Slide 3 - Quiz

Wat is de stam van bakken
A
bakk
B
bak
C
baken
D
bakt

Slide 4 - Quiz

Wat is de ik vorm van bakken
A
bakk
B
bak
C
bakt

Slide 5 - Quiz

Wat is de jij vorm van rennen
A
ren
B
rent
C
rend
D
rendt

Slide 6 - Quiz

wat is de hij vorm van kletsen
A
kletsd
B
klets
C
kletst
D
kletsdt

Slide 7 - Quiz

Wat is de hij vorm van branden
A
brand
B
brandt
C
brant

Slide 8 - Quiz

Wat is de hij vorm van herkennen
A
herken
B
herkend
C
herkent

Slide 9 - Quiz

Wat is de jij vorm van houden
A
houdt
B
houd
C
hout

Slide 10 - Quiz

Wat is de ik vorm van staan
A
stan
B
staan
C
staat
D
sta

Slide 11 - Quiz

Welk woord heeft een korte klankgroep
A
broccoli
B
brood
C
slaap
D
meer

Slide 12 - Quiz

Welk woord heeft een lange klankgroep
A
kras
B
koprol
C
krot
D
meest

Slide 13 - Quiz