Opdracht 2 De Romeinen | 2.5 Een nieuw geloof

M&M M1
Opdracht 2 De Romeinen | 2.5 Een nieuw geloof
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

M&M M1
Opdracht 2 De Romeinen | 2.5 Een nieuw geloof

Slide 1 - Slide

De leerdoelen van deze les zijn:

1. verklaren waarom het Christendom zo groot is geworden.

2. de ontwikkelingen beschrijven van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten

Slide 2 - Slide

De Romeinen geloofden net als de Grieken in meerdere goden, ofwel een polytheïstische godsdienst. In Palestina (nu Israël) woonde het joodse volk. De joden geloofden in één god, ofwel een monotheïstische godsdienst. In de tijd van keizer Augustus (en de Pax Romana) trok de joodse man Jezus rond om de mensen te vertellen over zijn god. Hij zei dat als je goed zou leven, je na je dood in de hemel zou komen. Na de dood van Jezus verspreidden aanhangers zijn ideeën. Zo ontstond een nieuwe godsdienst, het christendom.



Voor de Romeinen was het geen probleem als je iets anders geloofde, zolang je ook de Romeinse goden vereerde. Maar de christenen wilde alleen hun eigen goden vereren. Daardoor werden de christenen vervolgd (gemarteld en vermoord). Keizer Constantijn maakte een einde aan de vervolgingen toen hij zich bekeerde op zijn sterfbed in 313.

Slide 3 - Slide

1. Welk groot verschil was er tussen het Griekse en Romeinse geloof aan de ene kant en het christelijke en joodse geloof aan de andere kant?

Slide 4 - Open question

2. Het christendom kon zich in het Romeinse rijk gemakkelijk verspreiden. Leg de volgende oorzaken uit:
- Wegen.
- Taal.

Slide 5 - Open question

3. Leg uit waarom keizer Constantijn door de christelijke kerk als heilige wordt beschouwd.

Slide 6 - Open question

4. Bekijk de vijf zinnen hieronder. De zinnen staan niet in de juiste volgorde.
In welke volgorde vormen de zinnen een logisch verhaal?
1. De Joodse religieuze leiders en de Romeinse gouverneur zagen Jezus als een bedreiging.
2. De leer van Jezus werd door zijn leerlingen (apostelen) verspreid.
3. Volgens de volgelingen van Jezus stond Jezus op uit de dood.
4. Toen Jezus 30 jaar oud was, begon hij met prediken.
5. Wegens godslastering werd Jezus ter dood veroordeeld.

Slide 7 - Open question

Leerdoelen check.
Leerdoel 1: hoe kan het dat het Christendom zo groot is geworden?

Slide 8 - Open question

Leerdoelen check.
Leerdoel 2: wat was er zo bijzonder aan het jodendom toen deze werd opgericht? (denk hierbij aan mono- en polytheïsme).

Slide 9 - Open question

Leerdoelen check.
Leerdoel 2: werd het jodendom geaccepteerd door de Romeinen?

Slide 10 - Open question

Leerdoelen check.
Leerdoel 2: wat vonden de joden van het Christendom?

Slide 11 - Open question

Leerdoelen check.
Leerdoel 2: wat vonden de Romeinen van het Christendom?

Slide 12 - Open question

Leerdoelen check ingevuld?
Ga samen met je talking partner elkaars antwoorden controleren en verbeter elkaar.

Slide 13 - Slide