Werken in een team

1 / 16
next
Slide 1: Video
CommunicatieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Leerdoel
  • Je weet wat bijdraagt aan effectieve samenwerking in een team.
  • Je herkent je eigen en elkaars 'sterke' punten
  • Je kunt uitleggen hoe iemands gedrag de samenwerking in een team kan versterken of verzwakken

Slide 2 - Slide

Verschillende soorten teams
  • werk/stage
  • sportclub
  • school
  • verenigingen
  • .........
Van welke teams maak jij deel uit?

Slide 3 - Slide

Een team is een team als...
  • iedereen hetzelfde wil bereiken
  • iedereen de taken met elkaar afstemt
  • iedereen elkaar helpt
  • iedereen kan doen waar hij goed in is
  • iedereen bereid is naar elkaar te luisteren

Slide 4 - Slide

Toren bouwen
  • teams van 3 personen + 1 observant
  • bouw een zo hoog mogelijke toren
  • overleg de aanpak met elkaar
  • verdeel de rollen en taken
  • 30 minuten 

Slide 5 - Slide

Hoe werkten jullie samen?

  1. hoe tevreden zijn jullie over het resultaat?
  2. hoe verliep de samenwerking?
  3. wat waren moeilijke momenten tijdens het bouwen?
  4. op welke momenten liep de samenwerking goed?
  5. hoe kwam dat?
  6. vul aan: samenwerken is belangrijk omdat .....
p.243 oefenboek

Slide 6 - Slide

Teamrollen (Belbin)
Uitgangspunt: mensen handelen vanuit 3 basisbehoeften:

Denkers: willen goed nadenken voordat ze iets doen
Doeners: willen (direct) aan de slag
Mensgericht: willen vooral met anderen samenwerken

Slide 7 - Slide

Teamrollen (2)
De denkers verdelen we onder in:

  • de plant: creatief, vernieuwende ideeën, kan out-of-the-box denken
  • de monitor: verstandig, doordacht, bewaart overzicht
  • de specialist: toegewijde vakman met bijzondere kennis of vaardigheden (een kei in een specifiek gebied)


Slide 8 - Slide

Teamrollen (3)
De doeners verdelen we onder in: 

  • de vormer: gedreven, uitdagend, voert druk uit om te presteren
  • de bedrijfsman: nuchter, taakgericht, ordelijk, zet ideeën om in acties
  • de zorgdrager: nauwgezet, zorgzaam, zet de puntjes op de i.

Slide 9 - Slide

Teamrollen (4)
De mensgerichten verdelen we onder in:

  • de voorzitter/coördinator: brengt mensen bijeen, zoekt gezamenlijkheid
  • de groepswerker: opmerkzaam, behulpzaam, sfeermaker
  • de brononderzoeker: enthousiast, communiceert vaardig, verkent mogelijkheden en legt contacten

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Stelling

Een team met allemaal verschillende 'types' leidt tot 'oorlog'.

Waarom wel /niet?


Slide 12 - Slide

Wat voor type ben jij?
  • iemand die snel knopen doorhakt
  • iemand die volgens regels en afspraken werkt
  • iemand die goed kan plannen en organiseren
  • iemand die gemakkelijk contact legt en veel praat

Slide 13 - Slide

Hoe zie jij je klasgenoten?

Slide 14 - Slide

(H)erken jezelf en elkaar
  • Verdeel de klas in 3 groepen
  • Elke groep krijgt een stapel kaarten met sterke punten en valkuilen
  • Om de beurt trekt iemand een kaart en kent deze toe aan degene bij wie hij/zij de eigenschap op deze kaart het beste vindt passen. Vertel erbij waarom.
  • Ga door tot alle kaarten uitgedeeld zijn, of tot de tijd voorbij is (20 minuten)
  • Noteer voor jezelf alle eigenschappen die je ontvangt.
  • Wat valt op aan het einde van de ronde? (mensen met veel of juist heel weinig kaarten bijv.?)
  • Bespreek per persoon in de groep  welke eigenschappen je bij jezelf wel (en misschien ook niet) herkent. Wat vinden de anderen?
  • Pak vervolgens 1 kaart uit je eigen stapel met een eigenschap waar je wel iets minder van wil hebben. Vraag aan de groepsleden wat jij daarvoor nodig zou hebben.

Slide 15 - Slide

Welke eigenschappen heeft dit team nodig?

Slide 16 - Open question