Werkstuk

werkstuk over een dier
Stap 1: Bedenk over welk dier je een werkstuk gaat schrijven.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

werkstuk over een dier
Stap 1: Bedenk over welk dier je een werkstuk gaat schrijven.

Slide 1 - Slide

woordspin
Stap 2: Kies nu een dier uit en maak daar een woordspin van.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Inleiding
Stap 2: Schrijf de inleiding. In de inleiding schrijf je welk onderwerp je hebt gekozen en waarom je dit onderwerp hebt gekozen. Ik vertel je wat je hoopt te leren van het  maken van dit werkstuk.

Slide 4 - Slide

informatie verzamelen
Stap 4: Zoek informatie op het internet en in boeken.
                                       Gebruik bijvoorbeeld wikikids of DC online.
                                       Leen informatieboekjes uit de bibliotheek.

Slide 5 - Slide

vul je woordspin aan
Stap 5: Gebruik alle informatie die je hebt gelezen om je woordspin aan te vullen.

Slide 6 - Slide

Schrijf de belangrijkste informatie op.
Stap 6: 
Probeer met de woordspin de belangrijkste woorden te gebruiken voor  3 hoofdstukken.
Over welke onderwerpen ga je iets schrijven? bijvoorbeeld:
Hoofdstuk 1: soorten katten
Hoofdstuk 2: verzorging van katten
Hoofdstuk 3: kittens

Slide 7 - Slide

Per hoofdstuk informatie opschrijven
Stap 7: 
Ga nu per hoofstuk opschrijven wat je erover weet. 
Gebruik je eigen woorden en maak mooie, korte zinnen met hoofdletters en punten.

Slide 8 - Slide

Zoek plaatjes bij je werkstuk
Stap 8: 
Zorg ervoor dat je  plaatjes/foto's toevoegt aan je werkstuk.

Slide 9 - Slide

Maak een mooie voorkant
Stap 9: 
Maak een voorkant (het eerste blad). Maak de titel van het werkstuk groot en zoek er een afbeelding bij.
Schrijf je naam erbij en je klas en de datum.

Slide 10 - Slide

Nawoord
Stap 10: Schrijf daarna nog een nawoord. In een nawoord schrijf je wat je hebt geleerd van het werkstuk. Wat vond je moeilijk en wat vond je leuk?

Slide 11 - Slide

Alles op een rij
1. Voorkant:  Schrijf hier de titel van je werkstuk met een afbeelding. Schrijf je naam, de datum en klas erbij.
2. Inleiding: Welk onderwerp en waarom? Wat hoop je te leren?
2. Drie hoofdstukken:  Hier vertel je alles over jouw onderwerp met afbeeldingen.
3. Nawoord: Hier vertel je iets over jouw ervaringen met het maken van het werkstuk.

Slide 12 - Slide