ak

ak
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

ak

Slide 1 - Slide

armoedegrens
A
wanneer een persoon minder dan 1,70 per dag heeft te besteden
B
de rijkdom van een land gemeten op basis van geld
C
als mensen geen betaalde baan hebben
D
als mensen kunnen lezen en schrijven

Slide 2 - Quiz

beroepsbevolking
A
wanneer er in een land verschillen zijn in welvaart tussen gebieden
B
alle mensen in een land die kunnen en mogen werken
C
hoe oud mensen in een gemiddeld land worden
D
landen met geen bekende welvaart

Slide 3 - Quiz

bbp per hoofd
A
hoe oud je kan worden
B
hoe veel ziekenhuizen per 1000 inwoners
C
als je geen baan hebt
D
al het geld wat er in een jaar verdiend wordt in een land, gedeeld door alle inwoners

Slide 4 - Quiz

welzijn
A
land met hoge inkomen
B
de rijkdom van een land gemeten op basis van de levensomstandigheden
C
de rijkdom van een land
D
redenen om een bedrijf in een land te vestigen

Slide 5 - Quiz

regionale ongelijkheid
A
het plannen organiseren van goederen verplaatsen
B
gebied vanuit de lucht word vervoert
C
wanneer er in een land verschillende welvaart tussen groepen mensen
D
geen gelijkheid

Slide 6 - Quiz

alfabetisme
A
hoge welvaart
B
naar school kunnen
C
kunnen lezen en schrijven
D
zieken mensen zonder geld

Slide 7 - Quiz

welvaart
A
de rijkdom van een land gemeten op basis van geld
B
het gebied met het meeste geld
C
geen baan hebben
D
geld dat word verdiend per maand

Slide 8 - Quiz

levensverwachtingen
A
meerdere bedrijven in andere landen
B
levensduur
C
verbindingen door (spoor)wegen
D
hoe oud mensen gemiddeld worden

Slide 9 - Quiz

multinational
A
haven of luchthaven die een grote rol spreekt
B
groot bedrijf dat in meerdere landen een fabriek of winkel heeft
C
geen gelijkheid tussen mensen
D
geen inkomsten door geen werk

Slide 10 - Quiz

achterland
A
het gebied waaraan spullen vanuit een lucht haven verkocht worden
B
werkloosheid
C
mensen die vanuit het buitenland hier heen komen voor werk
D
niet officiele deel van economie

Slide 11 - Quiz

werkloosheid
A
geen werk hebben
B
werkloos
C
geen betaalde baan
D
rijkdom van een land

Slide 12 - Quiz

formele sector
A
geen papieren om een land te bezoeken
B
get officiële deel van de economie van een land
C
geen geld voor spullen
D
iets anders

Slide 13 - Quiz

lage inkomstlanden
A
hoge welvaart
B
als een land geen geld heeft
C
lage inkomsten van een land
D
land met lage welvaart

Slide 14 - Quiz

midden inkomst landen
A
landen die geen lage maar ook geen hoge welvaart hebben
B
normale welvaart
C
hoge welvaart
D
lage welvaart

Slide 15 - Quiz

mainport
A
haven of luchthaven die een grote rol speelt in de internationale handel
B
industrie die belangrijk is voor een land
C
de redenen voor een bedrijf om te verplaatsen
D
goederen die per lucht verplaatst moet worden

Slide 16 - Quiz

welvaartziekten
A
gezond onderwijs
B
niet officiële deel van de ecco
C
de ziekten die mensen krijgen van een ongezonde leefstijl met veel vet roken of te weinig beweging
D
andere

Slide 17 - Quiz

logistiek
A
landen met hoge inkomsten
B
wanneer er in een land veel verschil is in welvaart
C
minder dan 1,70 de besteden hebben
D
het plannen, organiseren en vervoeren van goederen van de ene naar de andere plek

Slide 18 - Quiz

infrastructuur
A
factureren dat bedrijven verkeerd doen
B
gebied waar spullen vandaan komen
C
alle verbindingen die door de mens gemaakt zijn
D
armoedegrens

Slide 19 - Quiz

informele sector
A
het niet officiële deel van de economie van een land
B
te weinig geld om te leven
C
welvaartziekten
D
veel verschil in welvaart

Slide 20 - Quiz

vestigingsplaatsfactoren
A
groot bedrijf met meerdere locaties
B
geld gedeeld door de inwoners
C
de redenen voor een bedrijf om zich in een plaats of land te vestigen
D
rijkdom in een land

Slide 21 - Quiz

sociale ongelijkheid
A
geld verschillen
B
wanneer er in een land verschillen zijn in welvaart tussen groepen mensen
C
welvaart in een land
D
ongelijkheid op sociale media

Slide 22 - Quiz

hoge inkomstlanden
A
lage welvaart
B
hoge welvaart
C
middel welvaart
D
landen met hoge welvaart

Slide 23 - Quiz