This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 2
Het aanbod van arbeid
Slide 1 - Slide
Keuze tussen werk en vrije tijd
Werk concurreert met vrije tijd.
Ga je meer werken, dan heb je meer inkomen, maar minder vrij tijd.
Het verband is weer te geven in een grafiek, vergelijkbaar met de budgetlijn. (Zie blz. 12)
Slide 2 - Slide
Aanzuigeffect
Wanneer het economisch goed gaat, stijgen de bestedingen, hierdoor stijgt de productie en is er meer vraag naar arbeid. Hierdoor neemt de kans op het vinden van een baan toe. Mensen die voorheen dachten geen kans te maken, gaan zich nu wel aanbieden. Dit noemen we het aanzuigeffect.
Slide 3 - Slide
Bestuderen en maken
Doorlezen leerdoelen H2
§ 2.1 t/m vraag 2.3
Slide 4 - Slide
Lesdoelen
Je kunt de P/A-ratio berekenen en veranderingen ervan verklaren.
Je kunt de arbeidsparticipatiegraad berekenen en veranderingen ervan verklaren.
Je kunt de verschillen in arbeidsparticipatie tussen groepen op de arbeidsmarkt verklaren.
Je kunt maatregelen noemen om de verschillen in arbeidsparticipatie te laten stijgen
Slide 5 - Slide
p/a ratio
deeltijdfactor = aantal gewerkte uren / aantal uren voltijdbaan x 100
p/a ratio = werkgelegenheid in personen / werkgelegenheid in arbeidsjaren
arbeidsjaar = voltijdbaan gedurende een heel jaar, dus het aantal banen wanneer er alleen volledig zou worden gewerkt gedurende een heel jaar.
p/a ratio is bijv 1,4 dan doen 140 personen samen 100 volledige banen.
Hoe hoger de p/a ratio, hoe meer deeltijdwerkers.
Slide 6 - Slide
p/a-ratio = aantal werkzame personen / aantal voltijds arbeidsjaren dat wordt vervuld
-> Als meer mensen parttime gaan werken, dan gaat de p/a-ratio
A
omhoog
B
omlaag
C
niet veranderen
Slide 7 - Quiz
In groepjes maken
Vraag 2.5
timer
5:00
Slide 8 - Slide
Participatiegraad
beroepsbevolking
participatiegraad: _______________________________ x 100%
beroepsgeschikte bevolking
De participatiegraad geeft aan hoeveel procent van de beroepsgeschikte bevolking behoort tot de beroepsbevolking.
Beroepsgeschikte bevolking is iedereen tussen de 15 en 67 jaar.
Beroepsgeschikte bevolking wordt ook wel potentiële beroepsbevolking genoemd.
Slide 9 - Slide
Bruto en netto-participatiegraad
Bruto = werkenden + werklozen als percentage beroepsbevolking
Netto= werkenden als percentage beroepsbevolking
Slide 10 - Slide
Bruto participatiegraad
beroepsbevolking
Bruto participatiegraad: _______________________________ x 100%
potentiële beroepsbevolking
Slide 11 - Slide
Netto participatiegraad
werkzame beroepsbevolking
Netto participatiegraad: _______________________________ x 100%
potentiële beroepsbevolking
Slide 12 - Slide
In groepjes maken
Vraag 2.8
timer
5:00
Slide 13 - Slide
Bestuderen en maken
Afronden § 2.1
§ 2.2 t/m opdracht 2.12
Slide 14 - Slide
Lesdoelen
Je kunt de i/a-ratio berekenen en veranderingen ervan verklaren;
Je kunt de relatie tussen de i/a-ratio en de betaalbaarheid van de sociale zekerheid verklaren
Slide 15 - Slide
i/a-ratio
Om de sociale zekerheid betaalbaar te houden, mag het aantal uitkeringsgerechtigden niet te hoog oplopen;
Er moet voldoende draagvlak blijven om uitkeringen te betalen;
Om dit draagvlak zichtbaar te maken gebruiken we de i/a-ratio, de verhouding tussen de inactieven en actieven.
De inactieven zijn uitkeringsgerechtigden van 15 jaar en ouder, omgerekend naar volledige uitkeringen.
De actieven zijn de werkzame personen van 15 jaar en ouder. dit aantal wordt omgerekend naar volledige banen (arbeidsjaren).
Slide 16 - Slide
i/a ratio
inactieven
i/a-ratio = __________________ x 100
actieven
Als de i/a-ratio in een jaar bijv. 80 is, dan betekent het dat 100 werkzame personen (actieven) via belasting- en premieheffing moeten betalen voor 80 personen met een uitkering (inactieven)