WONEN & DESIGN

INTERIEURSTIJLEN
WONEN & DESIGN
INTERIEURSTIJLEN
WONEN & DESIGN
1 / 43
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 2,3

This lesson contains 43 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 250 min

Items in this lesson

INTERIEURSTIJLEN
WONEN & DESIGN
INTERIEURSTIJLEN
WONEN & DESIGN

Slide 1 - Slide

LEERDOELEN
Na deze les kan ik:

  • verschillende woonstijlen herkennen
  • mijn eigen woonstijl omschrijven aan de hand van een moodboard
  • een flat-lay foto maken
  • verschillende patronen ontwikkelen

Slide 2 - Slide

Wat we gaan doen?
Week 1:
  • ontdek je eigen woonstijl 
  • maken we een moodboard in jouw eigen stijl
Week 2:
  • we doen een stijlonderzoek
Week 3:
  • we maken een flat-lay foto
  • we onderzoeken kleuren en patronen

Slide 3 - Slide

Week 1:
  • ontdek je eigen woonstijl 
  • maken we een mood-board in jouw eigen stijl

Slide 4 - Slide

Interieurstijlen
wat vind jij mooi of waar voel jij je fijn

Slide 5 - Mind map

ONTDEK JE EIGEN WOONSTIJL
Scandinavisch


Modern
Landelijk
Bohemian
Tijdloos
Klassiek
City / Chique
Industrieel

Slide 6 - Slide

SCANDINAVISCH
Scandinavische stijl is rustig, knus en eenvoudig. De meubels en accessoires hebben zachte kleuren en tinten en de vormen zijn meestal herkenbaar, zoals rechthoekig en vierkant of rond en ovaal. Dat noemen we vergrijsde tinten en geometrische vormen. De gebruikte materialen zijn meestal natuurlijk, zoals hout, leer, katoen en wol. Deze stijl is vaak tijdloos.

Je herkent deze stijl aan:
• Zachte tinten, pastelkleuren
• Natuurlijke materialen
• Eenvoudige ontwerpen
• tijdloos


Slide 7 - Slide

LANDELIJK
Ruim een derde van de mensen houdt van de landelijke stijl. Dat is de grootste groep mensen. Een landelijke interieurstijl is: gezellig, sfeervol, warmte, vertrouwd en natuurlijk. 

Je herkent de stijl aan:
  • warme kleuren
  • veel verschillende designs
  • verweerde materialen
  • hout
  • romantische vormen
  • veel accessoires

Slide 8 - Slide

MODERN
Een moderne interieurstijl heeft strakke vormen en rechte lijnen. De kleuren zijn herkenbaar, maar rustig. Elk onderdeel heeft een functie, waardoor de ruimte ruimer en groter lijkt. Felle kleuren worden gebruikt om extra aandacht te geven aan het object. Materialen die gebruikt worden in een modern stijl zijn vaak duurzaam en exclusief, zoals: glas, metaal, steen, hout en leer. 

Je herkent de stijl aan:
  • strakke vormen.
  • De kleuren zijn rustig.
  • Accenten zijn er in zuivere kleuren.
  • Materialen zoals glas, metaal, steen en hout

Slide 9 - Slide

INDUSTRIEEL 
Een industriële interieurstijl herken je aan het gevoel dat je in een verlaten fabriek of werkplaats bent. De materialen die gebruikt zijn, hebben een stoere uitstraling. Ze zijn degelijk en van een goede kwaliteit. Metaal, (oud) hout, beton en leer worden gebruikt in warme kleuren. 
 
Je herkent de stijl aan:
  • stoere materialen
  • één opvallend design object
  • warme kleuren - bruin, rood, zwart, blauw, groen, oranje
  • vaak meubelen van metaal, hout en leer
  • opvallende constructies, zoals leren ophanghaken of metalen kasten.

Slide 10 - Slide

KLASSIEK
Een klassieke woonstijl herken je aan de warme kleuren, zoals goud, bruin en donker rood. De luxe uitstraling van de plafonds met ornamenten en rijke stoffen, zoals velours voor de gordijnen echt leer voor de stoelen en banken.  Meubels zijn comfortabel en vaak handgemaakt. 

Je herkent de stijl aan:
  • romantische vormen.
  • warme kleuren - bruin, rood, zwart, blauw, groen, oranje.
  • vaak zware meubelen van hout en leer.
  • materialen zoals velours, linnen en behang met print

Slide 11 - Slide

BOHEMIAN
Een andere naam voor Bohemian is trendy, kleurrijk of jong. Als het maar hip is! 
Deze stijl is apart, uitdagend, opvallend, modieus, creatief, dynamisch en eigenwijs. Niets is fout en alles mag gecombineerd worden. Kleuren, materialen, vormen en stijlen.

Je herkent de stijl aan:
  • drukte
  • veel dessins
  • veel kleur
  • eigenwijs en persoonlijk

Slide 12 - Slide

TIJDLOOS
Tijdloos wil vooral zeggen dat het een rustig, ingetogen en verfijnd interieur is, zonder al te veel patronen, speciale vormen of duizenden accessoires. Iets dat er vandaag heel modern uitziet, kan binnen een paar jaar al erg gedateerd zijn. Dus laat die trends maar gewoon aan je voorbijgaan

Je herkent de stijl aan:
  • rust
  • grijstinten, zwart wit
  • geometrisch vormen
  • geen trends

Slide 13 - Slide

CITY CHIQUE
De woontrend Chic City omarmt luxe en glamour. Zwart gecombineerd met gele tinten, doen ons denken aan een bruisende stad by night. Met metallcis en royale materialen geef je jouw huis écht wat extra’s. 

Je herkent de stijl aan:
  • zwart, geel, goud.
  • drukke prints.
  • chique materialen zoals velours, velvet, messing
  • geometrische kunst

Slide 14 - Slide

PLAN!
  • zoek en verzamel eerst alle materialen voor je mood-board, denk ook aan internet en stoffen of andere materialen. Je hoeft niet alleen uit tijdschriften te knippen.
  •  rangschik, als je alles verzameld hebt, je materialen op het A3 papier, zodanig dat je een mooi overzicht krijgt.
  • Mis je nog wat! Is het nog niet naar je zin? Zoek dan verder naar materiaal
  • Maak tussendoor foto's van je mood-board.
  • Ben je tevreden? Dan is het tijd om alles vast te lijmen.
  • Klaar en tevreden? Dan wordt het mood-board gelamineerd.

Slide 15 - Slide

VOORBEELD MOODBOARD OP YOU-TUBE

Slide 16 - Slide

KLAAR
Ben je klaar?
  • TOP, want dan heb je al je spullen netjes opgeruimd
  • heb je nog voldoende tijd over? Misschien kan een klasgenoot wat hulp gebruiken!
  • of heeft de docent een leuke extra opdracht voor je. 
timer
45:00

Slide 17 - Slide

WAT HEBBEN WE GELEERD IN LES 1.
  • Je kunt verschillende woonstijlen herkennen en weet welke stijl bij jouw past
  •  Je kunt een mood-board maken en weet hoe je dat het beste kan aanpakken

Slide 18 - Slide

Week 2:

  • vandaag bezoeken we een kringloopwinkel
  • gaan we op zoek naar een accessoire die je gaat veranderen

Slide 19 - Slide

VOLGENDE LES
Week 2:
  • bezoeken we een kringloopwinkel
  • gaan we op zoek naar een accessoire die je gaat veranderen

Slide 20 - Slide

De kringloopwinkel
Is een winkel: 
  • waar tweedehands spullen verkocht worden
  • waar spullen aan gedoneerd worden
  • waar je voor weinig geld bruikbare spullen kunt kopen

Slide 21 - Slide

Doel van deze les:

  • je leert dat je met een klein budget een woonaccessoire kan kopen en waar dat kan.
  • je ontdekt dat je van een tweedehands object een. nieuwe accessoire kan maken dat bij jouw woonstijl past.
  • je leert om binnen een budget een product te kopen.
  • je ontdekt dat je objecten een nieuwe functie kan geven door iets aan te veranderen.

Slide 22 - Slide

Inspiratie

Slide 23 - Slide

Inspiratie

Slide 24 - Slide

Inspiratie

Slide 25 - Slide

Inspiratie

Slide 26 - Slide

Waar gaan wij naar toe?
  • Kringloopwinkel:  
  • https://www.schroeder.nl/
Wat spreken wij af!
  • We gedragen ons als klanten, we zijn te gast

Slide 27 - Slide

WAT HEBBEN WE GELEERD IN LES 2.

  • je kunt met een klein budget een woonaccessoire kopen en weet waar dat kan.
  • je hebt ontdekt dat je objecten een nieuwe functie kan geven door er iets aan te veranderen.

Slide 28 - Slide

VOLGENDE LES
Week 3:
  • zoeken we inspiratie. Op internet, tv-programma's en voorbeelden die al gemaakt zijn.
  • maak je een plan voor jouw woonaccessoire. Wat heb je nodig om het te maken? 

Slide 29 - Slide

Inspiratie

Slide 30 - Slide

Week 3:
  • zoeken we inspiratie. Op internet, tv-programma's en voorbeelden die al gemaakt zijn.
  • maak je een plan voor jouw woonaccessoire. Wat heb je nodig om het te maken? 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Inspiratie

Slide 33 - Slide

Inspiratie

Slide 34 - Slide

Inspiratie

Slide 35 - Slide

Inspiratie

Slide 36 - Slide

Waar gaan wij vandaag doen?
Je gaat een plan maken voor de METAMORFOSE van de woonaccessoire
Hoe ga je dat aanpakken?
  • Je gebruikt het werkblad om je plannen op te schrijven.

Slide 37 - Slide

De planning
  • wat wil je maken?
  • wat heb je nodig om het te maken?                           (materiaal, gereedschap etc.)
  • welke spullen moeten gekocht / gezocht worden? (recycling, wat ligt er al )
  • Hoeveel tijd denk je nodig te hebben voor je project?
    red je het in 2x KWT - 4 lesuren -
  • Heb je hulp nodig? 

Slide 38 - Slide

En nu?
  • Schrijf al je antwoorden op het werkblad.
  • Zoek naar inspiratie op internet, bespreek het met de docent.
  • Zijn er op school al spullen die je kunt gebruiken?
  • Klaar, lever je werkblad met planning en benodigdheden in bij de docent

Slide 39 - Slide

WAT HEB GEDAAN IN LES 3.

  • je hebt een planning gemaakt voor je project
  • je hebt onderzocht op welke manier je jouw accessoire kunt veranderen en wat nodig is om dat te kunnen doen.

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

VOLGENDE LES
Week 4:
  • ga je aan de slag met jouw project
  • Controleer je of je project volgens je planning loopt. 
  • Bekijk je of je moet bijstellen of aanpassen!

Slide 43 - Slide