Klimaten

1 / 12
next
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Klimaten wereldwijd
In het Youtube filmpje heb je gezien dat er verschillende klimaten zijn in de wereld. In deze paragraaf ga je leren waar de verschillende klimaten voorkomen en hoe deze verschillen zijn ontstaan!

Slide 2 - Slide

Wat leer je deze les?
  • Aan het einde van de les ben je in staat om de definitie te benoemen van het begrip weer.
  • Aan het einde van de les ben je in staat om de definitie te benoemen van het begrip klimaat
  • Aan het einde van de les ben je in staat om op een wereldkaart(bol) aan te geven of een plaats op lage, gematigde of hoge breedte liggen.
  •  Aan het einde van de les ben je in staat om de vijf hoofdklimaten te benoemen.

Slide 3 - Slide

Weer en klimaat
Weer:
Weer is de toestand van de dampkring op een bepaalde plaats en op een bepaalde tijd. Kenmerken van het weer zijn temperatuur, wind en neerslag.

Klimaat:

Het klimaat is de gemiddelde weersgesteldheid in een gebied gemeten over een lange periode. Meestal over dertig à veertig jaar. Men kent verschillende klimaten, o.a. een zeeklimaat, landklimaat of Middellandse Zeeklimaat.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Rond de evenaar (0° NB/ZB)  = lage breedte
Vanaf 40° NB/ZB = hoge breedte

Slide 6 - Slide

Klimaten op lage breedte
Tropisch regenwoudklimaat
  • Niet kouder dan 18 graden Celsius.
  • Iedere dag regen (neerslag).
  • Géén seizoenen.
  • Veel verschillende soorten planten.


Savanneklimaat

  • Niet kouder dan 18 graden Celsius.
  • Periode geen regen (neerslag).
  • Verspreid voorkomende bomengroei (zie foto).

Slide 7 - Slide

Klimaten op lage breedte
Woestijnklimaat
  • Tussen de 25 en 45 graden Celsius.
  • Minder dan 250 mm neerslag per jaar (héél   weinig regen).
  • Te droog voor boomgroei.

Steppeklimaat
  • Niet kouder dan 18 graden Celsius.
  • Per jaar valt er ongeveer 250 tot 500 mm neerslag (iets meer dan de woestijn, zie foto).

Slide 8 - Slide

Klimaten op hoge breedte
Gematigd klimaat
  • Temperatuur wordt beïnvloed door de zee.
  • Milde zomers en zachte winters (kleine temperatuurschillen).
  • Loofbossen

Landklimaat
  • Warme zomers en strenge winters (grote temperatuur verschillen).
  • Naaldbossen

Slide 9 - Slide

Klimaten op hoge breedte
Poolklimaat
1. Toendraklimaat
  • In de zomer niet warmer dan 10 graden.
  • Groeien géén bomen (te kort groeiseizoen).
  • Gebieden waar het hele jaar sneeuw ligt.
2. Hooggebergteklimaat
  • Altijd onder 0 graden Celcius.
  • Gebergtes
3. IJsklimaat
  • Altijd onder 0 graden Celcius.
  • Noord- en zuidpool

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Temperatuur verschillen op aarde
Het aardoppervlak is van zichzelf koud. Er is een 'kachel' nodig om de aarde te verwarmen. De kachel is natuurlijk de zon. De zon is een vuurbal met een temperatuur van 6000 graden Celcius. Hij straalt zoveel hitte uit  dat je de warmte op de aarde kunt voelen. MAAR! De zon geeft niet overal evenveel warmte. Dit en nog veel meer in de volgende les!

Slide 12 - Slide