Herhaling Lezen 2 klas 1mhv

Herhaling Lezen 2
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling Lezen 2

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
- Je kent de begrippen van de cursussen Lezen.
- Je kunt de begrippen van de cursussen Lezen toepassen.

Slide 2 - Slide

Uit welke onderdelen bestaat het tekstgeraamte?

Slide 3 - Open question

Tekstgeraamte: markeer én lees!
- titel
- illustratie / foto's
- vetgedrukte inleiding
- bron
- tussenkopjes
- tabel
- begin van de alinea
- eind van de alinea

Slide 4 - Slide

Welke twee leesmanieren gebruik je bij het tekstgeraamte vooral?
A
grondig en kritisch
B
zoekend en grondig
C
scannend en grondig
D
zoekend en scannend

Slide 5 - Quiz

Leg in een volledige, correcte zin uit waardoor je een betere lezer wordt als je meer leest. Noem twee oorzaken.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Onderwerp:
Waar gaat de tekst over?

Je schrijft het op in één of enkele woorden.

Slide 8 - Slide

Wat wordt er bedoeld met "onderwerp"?

Slide 9 - Open question

Wat is een correct geformuleerd ONDERWERP over een tekst over snoep en tandproblemen?
A
tanden stuk snoep
B
Snoep is lekker, maar ongezond voor je tanden.
C
Slechte tanden door snoep
D
Snoep ongezond lekker slecht

Slide 10 - Quiz

Welke leesmanieren heb je nog meer geleerd?

Slide 11 - Mind map

Leesmanieren:
1. Ontspannend lezen - Gewoon lekker lezen!
2. Zoekend lezen - Je zoekt naar een geschikte tekst, of naar bepaalde informatie.
3. Scannend lezen - Je kijkt snel waar een tekst over gaat en of hij interessant is om verder te lezen.
4. Grondig lezen - Je wilt echt snappen wat je leest en je wilt het onthouden. 5. Kritisch lezen - Je wilt weten of het waar is wat je leest en of jij het met de tekst eens bent.

Slide 12 - Slide

Wat doe je als je zoekend leest?

Slide 13 - Open question

Wat doe je als je grondig leest?

Slide 14 - Mind map

Grondig lezen:
- De betekenis van moeilijke woorden raden.
- De tekst stukje voor stukje nauwkeurig lezen.
- De onderdelen van het tekstgeraamte lezen/bekijken.
- Vragen stellen bij elk stukje tekst.
- In eigen woorden vertellen wat er in de tekst staat.
- In eigen woorden samenvatten na het lezen.
- Voorspellen waar elk stukje tekst over gaat.

Slide 15 - Slide

Welke leesmanier gebruik je als je de lesstof voor de toets van biologie goed wilt begrijpen?
A
kritisch lezen
B
grondig lezen
C
scannend lezen
D
zoekend lezen

Slide 16 - Quiz

Welke leesmanier gebruik je als je een paar dingen wilt weten uit een lange online tekst?
A
kritisch lezen
B
grondig lezen
C
scannend lezen
D
zoekend lezen

Slide 17 - Quiz

Wat is een correct geformuleerde HOOFDGEDACHTE over een tekst over snoep?
A
Deze tekst informeert je over slechte tanden door snoep.
B
Over hoe snoep resulteert in een slecht gebit.
C
Snoep is lekker maar slecht voor je tanden ofso.
D
Ik heb gewoon zin in de traktatie aan het eind van de les.

Slide 18 - Quiz

Verschillen papier/pdf/online tekst

Slide 19 - Mind map

Verschil papier/pdf/online tekst:
- Inhoudelijk zijn de teksten grotendeels gelijk.
- In de papieren versie staan helemaal geen doorkliklinks
- in de pdf staan enkele links en in de online versie staan heel veel links + info
- De lay-out is iets anders: de papieren versie en pdf-versie zien er wat overzichtelijker (saaier?) uit en de kopjes zijn ook iets anders.
- op papieren teksten kun je markeren / schrijven / pijlen trekken
- op papieren teksten staat de auteur er meestal bij  (online / bij pdf niet)
- De papieren versie en de pdf-versie lijken het meest op elkaar

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Zoekend lezen:
Met behulp van de leesstrategieën voor ‘zoekend lezen’ vind je heel snel informatie door:
- De onderdelen van het tekstgeraamte te lezen/bekijken.
- Via de tussenkopjes snel te vinden welke alinea je nodig hebt.
- Met je ogen over de tekst te glijden en naar een bepaald woord zoeken.

Slide 22 - Slide