§4.2 Keizers, koningen en heren

Leg uit wat het hofstelsel is
1 / 49
next
Slide 1: Open question
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leg uit wat het hofstelsel is

Slide 1 - Open question

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe het Frankische Rijk ontstaat
- Hoe het leenstelsel werkt
- Welke gevolg het leenstelsel heeft voor het bestuur in Europa

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Filmpje
De Franken

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Koning Clovis
Frankische Koning Clovis kan alle Franken onder zich verenigen
Het succes van Clovis heeft twee oorzaken:
Goed leider
Clovis leidt zijn leger zeer goed en verslaat veel vijanden
Christendom
Clovis laat zich dopen tot christen (terwijl veel Franken nog niet christelijk zijn)

Slide 6 - Slide

Samenwerking tussen Clovis en de christelijke kerk
Steunt de kerk bij het uitbreiden van de macht
Helpen bij het bestuur, want ze zijn opgeleid en machtig

Slide 7 - Slide

Karel de Grote
De bekendste Frankische koning is Karel de Grote
Het rijk wordt door hem rond 800 op zijn grootst
Karel de Grote verspreidt ook het christendom
Hierdoor kroont de paus hem dan ook tot keizer

Slide 8 - Slide

Filmpje
Karel de Grote

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Hier staan landen van Europa. Horen ze wel of niet bij het rijk van Karel de Grote? 
Sleep ze naar de juiste plek.
Nederland
België
Frankrijk
Italië
Duitsland
Engeland
Niet
Wel

Slide 12 - Drag question

Rondreizend bestuur
Het rijk van Karel de Grote is erg groot:


Om dit te besturen wil hij overal in zijn rijk zijn
Vaak stuurt hij een boodschapper, maar hij reist zelf ook veel
Maar het is te traag en neemt veel tijd in beslag
Er moet toch een betere manier zijn...

Slide 13 - Slide

McDonald's
Stel je voor dat je de baas bent van McDonald's. Dan heb je 37.000 restaurants in 120 landen.
Het is natuurlijk erg lastig om in al deze restaurants alles in je eentje te kunnen regelen.

Dus wat is nou een goede oplossing voor dit probleem?

Slide 14 - Slide

McDonald's
Stel je voor dat je de baas bent van McDonald's. Dan heb je 37.000 restaurants in 120 landen.
Het is natuurlijk erg lastig om in al deze restaurants alles in je eentje te kunnen regelen.

Dus wat is nou een goede oplossing voor dit probleem?
Oplossing:
Je laat een aantal mensen jou helpen! Je leent de restaurants aan 120 mensen die in hun land alles regelen! Zij mogen bijvoorbeeld kiezen wat er op het menu komt en hoe reclame wordt gemaakt. In ruil hiervoor moeten ze jou alleen maar een deel van het geld geven.

Dit is het leenstelsel!

Slide 15 - Slide

Het leenstelsel
Karel de Grote vraagt hulp aan de adel
Deze edelen mogen dan een stuk van het rijk besturen
Het gebied blijft van Karel, maar ze mogen het lenen
Dit noemen we het leenstelsel
Je kon graaf of hertog worden:
  • Graaf: De baas in een klein gebied, een graafschap. Dit was minder belangrijk
  • Hertog: De baas in een groot gebied, een hertogdom (bijvoorbeeld Brabant). Dit was erg belangrijk

Slide 16 - Slide

De afspraken
De Leenheer
Houdt het gebied in bezit, maar leent het gebied aan iemand van adel.

De Leenman
Mag het gebied lenen en:
- Bestuurt het gebied
- Spreekt er recht
- Levert soldaten
- Mag inkomsten van het gebied houden
- Moet de leenheer trouw zijn

De persoon die een gebied uitleent
De persoon die een gebied leent

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Probleem met leenstelsel
Veel leenmannen doen alsof het gebied hun bezit is
Soms gaan leenmannen het gebied zelfs opnieuw uitlenen
Op deze manier krijg je achterleenmannen
Hierdoor hebben middeleeuwse koningen weinig macht

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen:
- Hoe het Frankische Rijk is ontstaan.
- Hoe het leenstelsel werkt.
- Waarom het leenstelsel is ontstaan.

Slide 23 - Slide

Filmpje
Het leenstelsel

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Bij wie hoort het?
Moet soldaten leveren
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 26 - Quiz

Bij wie hoort het?
Mag rechtspreken
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 27 - Quiz

Bij wie hoort het?
Leent het gebied uit
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 28 - Quiz

Bij wie hoort het?
Mag de inkomsten van het gebied houden
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 29 - Quiz

Zet de namen op de juiste plek
Leenheer
Leenman
Achterleenman

Slide 30 - Drag question

Verschillen tussen leenstelsel en hofstelsel
Leenstelsel
Hofstelsel
Afspraak tussen belangrijke edellieden (koning/hertogen)
Afspraak tussen lagere mensen (ridder/geestelijke/boer)
Gaat over een groot gebied (provincies van landen)
Gaat over een klein gebied (een dorp met omgeving)
Bepaalt hoe een gebied bestuurd wordt (politiek)
Bepaalt hoe mensen zichzelf onderhouden en met elkaar omgaan (economie/sociaal)

Slide 31 - Slide

Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00

Slide 32 - Slide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 3 t/m 13 van §4.2

Slide 33 - Slide

§4.2 Keizers, koningen en heren (deel 2)

Slide 34 - Slide

Herinnering
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken?
Wie, Wat, Waarom, Wanneer

Slide 35 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen waarom het Frankische Rijk opgesplitst raakte in kleine koninkrijkjes.

Ik kan uitleggen hoe het leenstelsel het bestuur Europa verzwakte.

Ik kan drie oorzaken benoemen waarom het bestuur van West-Europa verzwakt raakte.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Veranderingen na Karel de Grote

1. Frankische rijk valt uiteen 
   omdat het verdeeld moest 
   worden over de zonen 
   (= Frankische recht).

🤴🤴🤴

Slide 38 - Slide

Veranderingen na Karel de Grote
2. Het leenstelsel het grote 
     nadelen.😔👑

- Zonen van leenmannen 
   waren niet trouw.
- 'Leen'? Mijn eigendom!
- Onderling oorlog.🗡️

Slide 39 - Slide

Voor Odin!
Plunder alles!
3. Aanvallen van buitenaf.

Slide 40 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen waarom het Frankische Rijk opgesplitst raakte in kleine koninkrijkjes.

Ik kan uitleggen hoe het leenstelsel het bestuur Europa verzwakte.

Ik kan drie oorzaken benoemen waarom het bestuur van West-Europa verzwakt raakte.

Slide 41 - Slide

Zet de namen op de juiste plek
Leenheer
Leenstelsel
Leenman
Achterleenman

Slide 42 - Drag question

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 43 - Quiz

Leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Economie
Politiek 
Leenheer
Trouw / macht

Slide 44 - Drag question

Wie was eind 5e eeuw n.C. koning van alle Franken?
A
Karel de Grote
B
Clovis
C
Merovech
D
Pepijn de Korte

Slide 45 - Quiz

Hoe werd koning Clovis erg machtig?
A
Hij won veel oorlogen tegen de kerk.
B
Hij verdreef de christenen uit zijn rijk.
C
Hij was een goede legerleider en werkte samen met de kerk.
D
Hij was erg rijk door de opkomende handel.

Slide 46 - Quiz

Wie werd de machtigste Frankische vorst in de 8e eeuw n.C.?
A
Karel de Grote
B
Clovis
C
Merovech
D
Pepijn de Korte

Slide 47 - Quiz

Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00

Slide 48 - Slide

Maakwerk:
4.2: 9 t/m 13

Wat niet af is, wordt huiswerk.

Klaar? Maak H5, Oriëntatie. 

Slide 49 - Slide