Bliksemherhaling poëzie 123

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Herhaling poëzie: soorten gedichten en rijm 

Waarom is dit een limerick?

Er was eens een vrouw uit Abcoude

Die heel graag op kattenvoer kauwde

Maar o wat een lol

Na zes blikken vol

Toen praatte ze niet meer, ze mauwde 

Welke kenmerken van een limerick heb je herkend?

Die heel graag op kattenvoer kauwde

Welke rijmvorm herken je hier?

1. assonantie
2. alliteratie
3. elisie
4. slag

Waarom is dit een sonnet?

Is dat de maan, die naar het laatst kwartier gaat,

of een gelaat, omgord door walm en vlam?

Waar is Berlijn, en waar de Grenadierstraat?

- Vluchtte de jongen, toen de bende kwam?

Is dat zijn schim, die daar voor de rivier staat,

is dit het water dat hem langzaam nam,

is dit de Spree, en dat de Grenadierstraat?

- Het is de Amstelstroom, ’t is Amsterdam.

Op ’t Rembrandtsplein gaan de lantarens branden,

over de daken sproeit een lichtfontein.

- Ik druk mijn nagels dieper in mijn handen.

De Jodenbreestraat is een diep ravijn;

ik zie mijn schaduw dansen op de wanden.

- Het is maar tien uur sporen naar Berlijn.

Welke kenmerken van het sonnet heb je herkend?

of een gelaat, omgord door walm en vlam?
Welke rijmvorm herken je?

1. assonantie
2. alliteratie
3. gekruist
4. gepaard

- Het is de Amstelstroom, ’t is Amsterdam.
Welke rijmvorm herken je?

1. assonantie
2. alliteratie
3. elisie
4. omarmend

Waarom is dit een epigram?

De mensheid heeft mijn hart

en vergt mijn volle krachten.

Het zijn er vier miljard,

dus jij moet even wachten.

Welke kenmerken van het epigram heb je herkend?

en vergt mijn volle krachten.

Welke rijmvorm herken je hier?

1. assonantie
2. alliteratie
3. gekruist
4. elisie