Intro + 2.2 handel in de Republiek

Hoofdstuk 2: De Gouden Eeuw: Orientatie....Goud? of toch niet?



1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: De Gouden Eeuw: Orientatie....Goud? of toch niet?



Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2: De Gouden Eeuw: Orientatie....Goud? of toch niet?

1600-1700 Tijd van regenten en vorsten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Argumenten voor afschaffing van de term 'Gouden Eeuw'

Slide 5 - Mind map

Argumenten tegen afschaffing van de term 'Gouden Eeuw'

Slide 6 - Mind map

2. De handel in de Republiek groeit

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Handelen
Rond 1600 waren veel Hollandse en Zeeuwse steden rijke en belangrijke handelssteden geworden.

Kooplui uit die steden kochten en verkochten producten in heel Europa. Hoe was dat zo gekomen?

Slide 9 - Slide

Daarvoor moeten we terug naar de middeleeuwen. Misschien weet je nog dat er in de Middeleeuwen verschillende steden samen gingen handelen. Zij sloten een verbond: de Hanze.

Slide 10 - Slide

1585 De val van Antwerpen
In de Nederlanden (nog onderdeel van Spanje) is Antwerpen de belangrijkste handelsstad. Maar na 1585 wordt dat Amsterdam. 

Slide 11 - Slide

Oorzaken groeiende handel

Oostzeevaart: met deze handel (graan, hout, vlas) verdienden de Hollanders zo veel geld, dat deze handelsroute 'moedernegotie' werd genoemd.


--> Dat betekent: de belangrijkste
handel van alle handel. Door deze handel groeide  ook de nijverheid (werk) in Nederland.

Slide 12 - Slide

Door deze handel moest Amsterdam uitbreiden, de stad werd te klein voor de groeiende handel.

Slide 13 - Slide

Amsterdam=
stapelmarkt
In Amsterdam, en andere handelssteden, staan pakhuizen. Daarin worden de producten opgeslagen. Later werden deze producten ook nog bewerkt voor ze weer verkocht werden.

Slide 14 - Slide

Nijverheid
De producten worden in Nederland bewerkt. De nijverheid in Nederland profiteert hiervan. Van laken (de stof) maken ze kleding etc.

Slide 15 - Slide

De handel staat centraal
Kooplui probeerden zo veel mogelijk geld te verdienen met de handel. Deze vorm van economie= handelskapitalisme. Hierbij draait het om het maken van winst!

De winst investeren de kooplui in nieuwe schepen, producten of nieuwe vaarroutes.

Slide 16 - Slide

Op de koopmansbeurs
Op de beurs verhandelden de kooplieden hun waar en kochten ze ook nieuw waar van andere handelaren.

Slide 17 - Slide

Welk begrip hoort bij deze betekenis: "Plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om vanwaaruit weer te worden verhandeld"
A
Oostzeegebied
B
Handelskapitalisme
C
Beurs
D
Stapelmarkt

Slide 18 - Quiz

Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 19 - Quiz

Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 20 - Quiz

Hoe werd Nederland tijdens de 17de eeuw genoemd?
A
De gouden eeuw
B
Holland
C
De Nederlanden
D
De Republiek

Slide 21 - Quiz

Over welke gewesten gaat deze paragraaf ?
A
Zeeland en Holland
B
Noord en zuid-holland
C
Utrecht en Holland
D
Alle 7 gewesten van de Republiek

Slide 22 - Quiz

Laatste vraag..............
Welk woord past bij deze
afbeelding?
A
Nijverheid
B
handelskapitalisme
C
moedernegotie
D
gouden eeuw

Slide 23 - Quiz

Memo Online 
Lezen 2.2, maken 5 t/m 7 = ook HW!
Dan Flitskaarten en daarna evt.ander vak!

Werk rustig voor jezelf

Slide 24 - Slide