HOOFDSTUK 3 DUITS 1E/1F Junior college

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

OEFENEN VOOR DE TOETS

woordjes

vervoegen van werkwoorden

maken van het voltooid deelwoord

woordjes

Nederlands  --> schrijf het antwoord in het DUITS

het gezin

de baby

vaak

de vrouw

de verjaardag

de vader

het feest

woordjes

Duitse woorden --> typ het antwoord in het NEDERLANDS

machen

die Schwester

der Onkel

Weihnachten

die Großeltern

vervoegen van werkwoorden

welke letters plakken we aan de stam vast?

ich = stam+

1. e
2. en
3. st
4. t

de stam van Kaufen =

1. kaufst
2. kauf
3. kaufen
4. kaufe

de stam van machen is :

1. machen
2. machst
3. mache
4. mach

om de stam van een werkwoord te krijgen haal ik de letters .. eraf.

du = stam +

er/sie/es

1. macht
2. machst
3. machen
4. mache

er/sie/es = stam + .

Ihr

1. laufen
2. lauf
3. lauft
4. laufst

het hele werkwoord krijg je bij :
(meerdere antwoorden zijn goed)

1. Sie
2. wir
3. sie (meervoud)
4. ihr

voltooid deelwoord maken

ge + stam + t

voltooid deelwoord van
Spielen

het voltooid deelwoord van Kaufen is

1. kaufte
2. gekauft
3. kaufen
4. kauf

voltooid deelwoord van hören =

LEER voor de toets:

bladzijde 40 en 41

Woordenlijst A en B

Werkwoorden vervoegen 

Voltooid deelwoord maken

Telwoorden

EXTRA UITLEG :