Keuzevoorzetsels A3

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Keuzevoorzetsels

Oefening 3.5 K11

Uitleg van een aantal zinnen om de keuzevoorzetsels beter te begrijpen

Kalle liegt (in het) ......Krankenhaus

Krankenhuis= het ziekenhuis, dus das

Je kunt vragen: waar ligt Kalle, derde naamvaal 

Dus: in dem

(Op welke)...... Arzt warten Sie ?

figuurlijk of letterlijk ?

7/2 regel : auf/über altijd 4e de rest 3e

Arzt is mannelijk (Ärztin is vrouwelijk)

Dus 4e: auf welchen

Er wurde mit dem Krankenwagen (naar (in) het )

Krankenhaus gefahren        

Je kunt vragen waarheen : naar het ziekenhuis

Beweging dus 4e naamval: in das

(in ons)...... Klassenzimmer (m) hängt ein Poster (over het) menschliche Skellet (o)

Der, die of das woord ?

Welke vraag kun je stellen ? (waar/wanneer of waarheen)

waar/ wanneer is 3e

waarheen is 4e

DUS 

Wat snap je nog niet ?

Lever in met notities via de mail

https:

Lever de uitspraakoefening in via de mail

Luister goed naar de uitspraak oefening en spreek de zinnen nu zelf uit