2H6 30 september 2021 CH3 gr H bez vnw deel 1

SO
  • Zwarte/blauwe pennen op tafel
  • Leesboek/ander vak op de grond
  • Klaar met SO? check je antwoorden & leg op de hoek van je tafel 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

SO
  • Zwarte/blauwe pennen op tafel
  • Leesboek/ander vak op de grond
  • Klaar met SO? check je antwoorden & leg op de hoek van je tafel 

Slide 1 - Slide

Les devoirs pour le 1 octobre







Programme: SO maken - uitleg gr H bezittelijk vnw - faire ex. 29bc
Wat kun je nu doen?
- Noteer je hw
- Leer voca B --> MO
Faire (maken/doen)
- Ch3: grammaire H (bezittelijk vnw): opdr 29bcd
Onderstreep eerst het zelfstandig naamwoord, kies daarna het bez.vnw.
Apprendre (leren)
- vocabulaire B --> MO
- herhalen: être, persoonlijk voornaamwoord, getallen t/m 2000, lidwoord, regelmatig ww op -er, avoir

Slide 2 - Slide

Vraag
Welk boek hebben jullie gekregen?
5e of 6e editie?

Slide 3 - Slide

Na deze les: 
  • weet je wat de pronom possessif is
  • waar je de uitleg kunt teruglezen 
  • hoe en waarvoor je het kunt gebruiken.

Slide 4 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
in het Nederlands:








Bezittelijk voornaamwoord
in het Frans



zijn
haar
mijn
jouw
onze
mnl
ev
vrl
ev
mnl
mv
vrl
mv

Slide 5 - Slide

Mannelijk enkelvoud: 
  • le livre
  • mijn boek = mon livre

  • Maar ook:
  • l'hôtel (m) , l'agenda (m)
  • mijn hotel = mon hôtel
  • mijn agenda = mon agenda

Slide 6 - Slide

Vrouwelijk enkelvoud: 
  • la classe
  • mijn klas = ma classe

  • Maar ook:
  • Let op: bij een klinker/stomme h --> mon
  • l'équerre (geodriehoek = vrl)
  • mijn geo = mon équerre

Slide 7 - Slide

Mannelijk enkelvoud: 
  • le livre           
  • mijn boek = mon livre

  • Maar ook:
  • l'hôtel, l'agenda      
  • mijn hotel = mon hôtel
  • mijn agenda = mon agenda

Vrouwelijk enkelvoud
  • la classe
  • mijn klas = ma classe

  • Let op: bij een klinker/stomme h --> mon
  • l'équerre (geodriehoek = vrl)
  • mijn geo = mon équerre

Slide 8 - Slide

Welk bez.vnw. kiezen?Exemple: jouw boek
  1. Wat is het znw?
  2. znw = boek
  3. Is het znw enkelvoud of meervoud?
  4. boek = enkelvoud, mnl
  5.  jouw enkelvoud = ton
  6. jouw boek = ton livre

Slide 9 - Slide

Welk bez.vnw. kiezen?Exemple: mijn klassen
  1. Wat is het znw?
  2. znw = klassen
  3. Is het znw enkelvoud of meervoud?
  4. klassen = meervoud
  5.  mijn meervoud = mes
  6. mijn klassen = mes classes

Slide 10 - Slide

Zijn/Haar
sa maison (v)
son chien (m)
ses
livres 
(m mv)
ses glaces 
(v mv)
enkelvoud
meervoud

Slide 11 - Slide

Luc
Son père, Jef
Sa femme, Anne
Ses enfants, Marie & Éric
Sa mère, Annie

Slide 12 - Slide

Anne
Son père, Jef
Son mari, Luc
Ses enfants, Marie & Éric
Sa mère, Annie

Slide 13 - Slide

C'est mon frère, il s'appelle Rob.
Ce sont mes parents.
C'est ma fille Sophine
            avec son amie Lina.
            avec sa copine Lina.

Slide 14 - Slide

Het bezittelijk vnw. in het Frans
mon pantalon 
ma robe 
mes robes
tes robes 

Slide 15 - Slide

Meervoud = mes, tes, ses

  • Exemple: mijn boeken = ?

  • (1) Wat is het znw in het enkelvoud?
  • het boek = le livre

  • (2) Maak er meervoud van
  • de boeken = les livres

  • (3) Zet het bez.vnw. voor het znw
  • mijn/jouw/zijn/haar boeken = mes/tes/ses livres



  • mijn boeken =
  • mes livres

  • jouw boeken =
  • tes livres

  • zijn/haar boeken = 
  • ses livres 

Slide 16 - Slide

Oefening meervoud
  • le livre --> mijn boeken

  • l'hôtel (m) --> zijn hotel

  • l'agenda (m) --> haar agenda

  • la classe --> mijn klassen

  • l'équerre (v) --> jouw geo
Bezittelijk vnw + znw
  • znw = mnl mv --> mon/ma/mes --> mes livres
  • znw = mnl ev --> son/sa/ses --> son hôtel
  • znw = mnl ev --> son/sa/ses --> son agenda
  • znw = vrl mv --> mon/ma/mes --> mes classes
  • znw = vrl ev --> ton/ta/tes --> ton équerre (ivm klinker)

Slide 17 - Slide

Welk bez.vnw. kiezen?Exemple: jullie huizen
  1. Wat is het znw?
  2. znw = huizen
  3. Is het znw enkelvoud of meervoud?
  4. huizen = meervoud
  5. jullie meervoud = vos
  6. jullie huizen = vos maisons

Slide 18 - Slide

Enkelvoud
  • het boek = le livre
  • ons boek = 
  • notre livre

  • de klas = la classe
  • jullie klas = 
  • votre classe
Meervoud
  • de boeken = les livres
  • onze boeken = 
  • nos livres

  • de klassen = les classes
  • uw/jullie klassen = 
  • vos classes

Slide 19 - Slide

Faire ex. 29bc
!!! Onderstreep eerst het zelfstandig naamwoord
Daarna kies je het bezittelijk voornaamwoord

Slide 20 - Slide

Les devoirs pour le 1 octobre







Programme: SO maken - uitleg gr H bezittelijk vnw - faire ex. 29bc
Wat kun je nu doen?
- Noteer je hw
- Leer voca B --> MO
Faire (maken/doen)
- Ch3: grammaire H (bezittelijk vnw): opdr 29bcd
Onderstreep eerst het zelfstandig naamwoord, kies daarna het bez.vnw.
Apprendre (leren)
- vocabulaire B --> MO
- herhalen: être, persoonlijk voornaamwoord, getallen t/m 2000, lidwoord, regelmatig ww op -er, avoir

Slide 21 - Slide