Ontwerp testen en presenteren - werktekeningen aflezen
Werktekening lezen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Werktekening lezen
Slide 1 - Slide
Taak 4: Een werktekening lezen
Symbolen
Lijnen
Maataanduiding
Diameter
Arcering
Slide 2 - Slide
Verschillende arceringen
In een werktekening kun je aan de verschillende soorten arceringen zien van welk materiaal iets gemaakt is. Ook als de werktekening in zwart/wit is uitgeprint. Dit zijn de verschillende soorten arceringen
Slide 3 - Slide
Exploded view - explosietekening
is een technische tekening
waarin een driedimensionaal model, bijvoorbeeld een machine, zodanig getekend is dat het lijkt alsof de onderdelen uit elkaar zijn getrokken
het model lijkt geëxplodeerd.
Slide 4 - Slide
Verschillende soorten tekeningen
Sleep het antwoord naar de juiste tekening.
Exploded view
Doorsnede
Monotekening
Aanzichten
Slide 5 - Drag question
Welke info staat er nog meer op een werktekening.
Titelblok
Stuklijst
Slide 6 - Slide
Titelblok technische tekening
tekstblok in een technische tekening dat informatie geeft over de tekening en de maker ervan
Naam
Naam van het product
Schaal waarop getekend is
De maateenheid
Welk formaat je moet uitprinten
Datum
Slide 7 - Slide
Stuklijst
De lijst van alle onderdelen en materialen die nodig zijn om een eindproduct te maken.
Slide 8 - Slide
Wat staat er in een stuklijst?
Slide 9 - Open question
Hoeveel aanzichten zijn er in een Amerikaanse projectie?
A
Twee
B
Vier
C
Zes
D
Acht
Slide 10 - Quiz
In het titelblok staat o.a. vermeld:
A
prijs, benaming, kleur
B
schaal, kleur, papierformaat
C
schaal, papierformaat, prijs
D
schaal, benaming, papierformaat
Slide 11 - Quiz
Om wat voor soort tekening gaat het?
A
aanzichttekening
B
doorsneetekening
C
monotekening
D
perspectieftekening
Slide 12 - Quiz
Waarom heb je een technische tekening nodig om een onderdeel te maken?
A
staan de eisen waaraan een technische tekening moet voldoen
B
staan mooie plaatjes op
C
staan de voorkeuren voor het onderdeel op
D
om te bewaren
Slide 13 - Quiz
Wat is een doorsnede?
A
een manier om de buitenzijde weer te geven
B
een manier om de zijkant weer te geven
C
een manier om de binnenzijde weer te geven
D
een manier om de onderkant weer te geven
Slide 14 - Quiz
De maten op een werktekening staan aangegeven in:
A
milimeters
B
centimeters
C
decimeters
D
meters
Slide 15 - Quiz
Een titelblok geeft aan:
A
titel
B
algemene informatie over de tekening
C
kleursamenstelling
D
verkoop informatie
Slide 16 - Quiz
In de stuklijst staat informatie over:
A
de losse onderdelen
B
de machines
C
de vaste onderdelen
D
de tekening
Slide 17 - Quiz
Hoeveel aanzichten van een tekening kun je bekijken met een 3D-tekenprogramma?
A
3 verschillende aanzichten
B
6 verschillende aanzichten
C
oneindig veel aanzichten
D
8 verschillende aanzichten
Slide 18 - Quiz
Waaraan kun je zien welke functie een lijn heeft? (2 antwoorden mogelijk)
A
aan de lengte van de lijn
B
aan de dikte van de lijn
C
aan de kleur van de lijn
D
aan het patroon van de lijn
Slide 19 - Quiz
Wat geeft een arcering in een doorsnede aan?
A
de plaats waar het werkstuk is doorgesneden
B
de haaksheid van het doorsnijdingsvlak
C
de plaats waar materiaal zit in de doorsnede
Slide 20 - Quiz
Wat betekent ∅?
A
symbool voor rond
B
afkorting voor radius
C
afkorting voor sleutelwijdte
Slide 21 - Quiz
Wat betekend R?
A
symbool voor rond
B
afkorting voor radius
C
afkorting voor sleutelwijdte
Slide 22 - Quiz
Wat betekend schaal 1:5
A
1 mm op de tekening is 5 mm in het echt
B
Alle aangegeven maten moet je door 5 delen
Slide 23 - Quiz
Stuklijst maken en materiaalstaat maken
Maken vraag 48 en 49
Slide 24 - Slide
Wat is een kostprijsberekening?
A
Berekenen hoeveel geld alle materialen gaan kosten
B
Berekenen hoeveel geld het kost het product te maken en hoeveel te klant moet betalen
C
Het opstellen van een factuur die de klant moet gaan betalen
Slide 25 - Quiz
Uit welke onderdelen bestaat een kostprijsberekening?
A
Materiaal kosten, uurtarief, gewerkt aantal uren
B
Materiaal kosten, voorrij kosten, uurtarief
C
uurtarief, geschatte uren die gewerkt worden, mensen die nodig zijn
Slide 26 - Quiz
Waar koop je het materiaal?
A
Bij de bouwhandel
B
Bij de leverancier
C
Die krijg je van de klant
Slide 27 - Quiz
Wat is een uurtarief?
A
Het bedrag wat jij per uur verdient
B
Het bedrag wat het bedrijf per uur verdient
C
het bedrag wat het bedrijf kwijt is om 1 persoon 1 uur te laten werken
D
Het aantal uren dat het bedrijf je gaat inzetten bij het maken van een product
Slide 28 - Quiz
Waar kijk je eerst naar als je een werktekening krijgt.
A
De schaal van de tekening
B
Wie de tekening heeft gemaakt, als je vragen hebt moet je daarheen.
C
Of je het hele product of een onderdeel moet maken
Slide 29 - Quiz
Wat is een materiaalstaat?
A
Een lijst van aanwezige materialen
B
Een lijst van materialen
C
Een lijst over de staat van de materialen
D
Een lijst van alle benodigde materialen
Slide 30 - Quiz
Wat is een halffabricaat?
A
Een product wat half af is en jij af moet ronden
B
Iets wat in de fabriek bewerkt is zodat jij er een product van kunt maken