9.1

Geschiedenis van De Ridder

§9.1 - oefenen!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
geschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Geschiedenis van De Ridder

§9.1 - oefenen!

Slide 1 - Slide

Vragen?

Slide 2 - Slide

wat was geen oorzaak voor de Eerste Wereldoorlog?
A
nationalisme
B
imperialisme
C
Economische voortuitgang
D
militarisme

Slide 3 - Quiz

welk begrip hoort hierbij:
'Oorlog waarbij ook burgers volop betrokken worden'?
A
burgeroorlog
B
tweefrontenoorlog
C
loopgravenoorlog
D
totale oorlog

Slide 4 - Quiz

Het bestaan hiervan is in tegenspraak met nationalisme:
A
koloniën
B
handelsgebieden
C
veelvolkerenstaten
D
bondgenootschappen

Slide 5 - Quiz

De moord op Frans Ferdinand verhoudt zich tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog als....
A
de druppel die de emmer doet overlopen
B
de druppel die als eerste in de emmer valt
C
de emmer
D
heel veel druppels in de emmer

Slide 6 - Quiz

Dit is de naam van de man die het plan bedacht om een tweefrontenoorlog te voorkomen:
A
Princip
B
Joffre
C
Hindenburg
D
Von Schlieffen

Slide 7 - Quiz

Dit land maakte geen deel uit van de Centralen (Triple Alliantie):
A
Rusland
B
Duitsland
C
Oostenrijk-Hongarije
D
Bulgarije

Slide 8 - Quiz

Welke maatregel staat niet in het Verdrag van Versailles?
A
Schadebetaling van miljarden
B
10% grondgebied inleveren
C
Landmacht inperken
D
Wapens vernietigen

Slide 9 - Quiz

Wat is de naam voor de verzameling geestesziektes tijdens de WOI?
A
Post-traumatisch stresssyndroom
B
Psychiatrie
C
Psycho-gestoord
D
shell shock

Slide 10 - Quiz

Deze persoon eindigt de oorlog aan "hun" zijde in 1917:
A
President Woodrow Wilson
B
Generaal Von Schlieffen
C
Vladimir Lenin
D
Gravilo Princip

Slide 11 - Quiz

Propaganda werd niet ingezet om:
A
Wapens te promoten
B
Vrouwen naar de fabrieken te sturen
C
De vijand belachelijk te maken
D
Optimisme voor de oorlog verspreiden

Slide 12 - Quiz

Er is sprake van een wereldoorlog, omdat:
A
Er op meer dan 1 continent wordt gevochten
B
Elk land bij de oorlog betrokken raakt
C
Er werldwijd heel veel aandacht voor is
D
Veel landen wereldwijd betrokken raken

Slide 13 - Quiz

De wapenwedloop speelde vooral een rol tussen:
A
Engeland en Duitsland
B
Duitsland en Frankrijk
C
Ottomaanse rijk en Engeland
D
Rusland en de Verenigde Staten

Slide 14 - Quiz

Opdrachten in het werkboek
- Eerste periode docentgestuurd, daarna op basis van vaardigheden;
- Minder opgaven als huiswerk, maar:
- antwoorden volgens protocol (zie volgende slide)
- Voldoende tijd in de les

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

§9.1
Pagina 158-162:

Maak in de klas:
8, 15, 27, 28.

Slide 26 - Slide