Quizzz

Hoe noemen we dit type been
A
platte beenderen
B
pijp beenderen
C
kalkzouten
D
lijmstof
1 / 26
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Hoe noemen we dit type been
A
platte beenderen
B
pijp beenderen
C
kalkzouten
D
lijmstof

Slide 1 - Quiz

In welk deel van een bot worden bloedcellen gemaakt?
A
Mergholte
B
Geel beenmerg
C
Rood beenmerg
D
Bloed beenmerg

Slide 2 - Quiz

bij welke beenverbinding is geen beweging mogelijk
A
verbinding door gewricht
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding

Slide 3 - Quiz


Soort gewricht
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaikogelgewricht

Slide 4 - Quiz

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht

Slide 5 - Quiz

Hoe noemen we nummer 4?
A
gewrichtskogel
B
gewrichtskom
C
gewrichtssmeer
D
kraakbeen

Slide 6 - Quiz

Welk bot zie je op
Afbeelding
nummer
9
A
Bovenarm
B
Dijbeen
C
Borstbeen
D
Opperarmbeen

Slide 7 - Quiz

Je ziet hier een gewricht. Nummer 3 is..
A
bot
B
beenweefsel
C
gewrichtssmeer
D
kraakbeen

Slide 8 - Quiz


Hoe noemen we het bot waar nummer 2 en de ribben aan vast zitten
1
2
A
Schouderblad
B
Borstbeen
C
Scheenbeen
D
Sleutelbeen

Slide 9 - Quiz

Hoe heten bot nummer 11
en 12
A
11: knieschijf 12: kuitbeen
B
11: kniebeen 12: kuitbeen
C
11: knieschijf 12: scheenbeen
D
11: knieschijf 12: achillespees

Slide 10 - Quiz


Hoe noem je bot nummer 1 en 2?
A
1. Heupbeen 2. Staartbeen
B
1. Heupbeen 2.Dijbeen
C
1. Wervelkolom 2. Dijbeen
D
1. Dijbeen 2. Knieschijf

Slide 11 - Quiz

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 12 - Quiz

Het skelet van een baby bestaat uit ongeveer uit...?
A
100 botten
B
350 botten
C
206 botten
D
75 botten

Slide 13 - Quiz

zonder lijmstof....
A
breken je botten sneller
B
buigen je botten beter
C
vallen je botten uit elkaar
D
heb je geen botten

Slide 14 - Quiz

Hoe heet bot nr 3?
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot

Slide 15 - Quiz

Hoe heet bot nr 9?
A
Dijbeen
B
Kuitbeen
C
Scheenbeen
D
Knieschijf

Slide 16 - Quiz

Hoe heet bot nr 14?
A
Rib
B
Sleutelbeen
C
Wervel
D
Borstbeen

Slide 17 - Quiz

Welke functie heeft de kalk in bot?
A
Zorgen voor stevigheid
B
Zorgen voor buigzaamheid
C
Zorgen voor de vorm
D
Zorgen voor beweging

Slide 18 - Quiz

Bij een naadverbinding is .... beweging mogelijk tussen de botten
A
Geen
B
Een klein beetje
C
Veel

Slide 19 - Quiz

Bij welk type gewricht is er beweging in meerdere richtingen mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 20 - Quiz

Gewrichtskapsel
Gewrichtsknobbel
Gewrichtsband
Kraakbeen
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer

Slide 21 - Drag question

Naadverbinding
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen
Veel beweging
Geen beweging
Beetje beweging
Geen beweging

Slide 22 - Drag question

Scharniergewricht
Rolgewricht
Kogelgewricht

Slide 23 - Drag question

Hoe heten spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken?
A
Tegengestelde spieren
B
Antagonisten
C
Triceps
D
Biceps

Slide 24 - Quiz

wat wordt er gevormd in rood beenmerg?
A
bloedcellen
B
botweefsel
C
bloed
D
vocht

Slide 25 - Quiz

wat wordt er opgeslagen in geel beenmerg?
A
bloed
B
voedingsstoffen
C
vet
D
water

Slide 26 - Quiz