2MH - Herhaling Koude Oorlog

2MH - Herhaling Koude Oorlog
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2MH - Herhaling Koude Oorlog

Slide 1 - Slide

Welke belangrijke afspraken maakten deze leiders?
A
Grote delen van Oost-Europa komen onder invloed van de VS
B
Grote delen van Europa worden verdeeld
C
Duitsland en Berlijn worden bezet door de geallieerden
D
Het oprichten van Unicef

Slide 2 - Quiz

Grens dwars door Europa die van 1945 tot 1989 Europa verdeelde in een Westblok en een Oostblok.
A
Berlijnse muur
B
IJzeren gordijn

Slide 3 - Quiz

Europa raakte na WO2 verdeeld in twee invloedsferen onder leiding van:
A
Duitsland en Frankrijk
B
De VS en de SU
C
Britten en Fransen
D
Amerikanen en Britten

Slide 4 - Quiz

Door het sluiten van bondgenootschappen ontstond een verdeelde machtsverhouding in Europa
A
Politiek
B
Sociaal
C
Economisch
D
Cultureel

Slide 5 - Quiz

juist
onjuist
In de Koude Oorlog stonden Amerika en de Sovjet-Unie tegenover elkaar
De Sovjet-Unie was kapitalistisch. Dit betekend dat iedereen gelijk was
Amerika had een enorme hekel aan de communisten en probeerden dit ook tegen te houden
De Koude Oorlog begon direct na de Tweede Wereldoorlog
de Koude Oorlog is een lange periode van extreme kou

Slide 6 - Drag question

Europa is tot .........................verdeeld gebleven door de Berlijnse muur.
A
1998
B
1987
C
1989
D
1984

Slide 7 - Quiz

Europa werd verdeeld in Oost en West. Het bondgenootschap van ''het westen'' was:
A
Warschaupact
B
NAVO
C
Geallieerden
D
EU

Slide 8 - Quiz

Europa werd verdeeld in Oost en West. Het bondgenootschap van ''het oosten'' was:
A
Warschaupact
B
NAVO
C
Geallieerden
D
EU

Slide 9 - Quiz

Ondoordringbare grens tussen het Oostblok en het Westblok tijdens de Koude Oorlog
Muur om West-Berlijn tijdens de Koude Oorlog
De overheid geeft opdrachten aan bedrijven over wat ze moeten maken
Een soort wedstrijd wie de meeste wapens heeft om macht te tonen
Periode van tegenstelling tussen Oostblok en Westblok (1945-1989)
Politiek systeem met een dictatuur van één politieke partij die gelijkheid belangrijk vindt
IJzeren Gordijn
Berlijnse Muur
Planeconomie
Wapenwedloop
Koude Oorlog
Communistisch

Slide 10 - Drag question


Welk begrip wordt bedoeld?
A
nationalisme
B
dekolonisatie
C
containment
D
wapenwedloop

Slide 11 - Quiz

Waarmee eindigde de Koude Oorlog?
A
De val van het IJzeren Gordijn
B
De val van de Berlijnse Muur
C
Toen Gorbatsjov aan de macht kwam
D
Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie

Slide 12 - Quiz

BRD of DDR:
Er zijn democratie verkiezingen
A
BRD
B
DDR

Slide 13 - Quiz

West-Berlijn maakte deel uit van de BRD / DDR.
A
BRD
B
DDR

Slide 14 - Quiz

Welke stelling(en) is/zijn juist?
A: De BRD was communistisch en de DDR kapitalistisch.
B: De BRD was kapitalistisch en de DDR communistisch.
C: De BRD was een dictatuur en de DDR democratisch.
D: De BRD was democratisch en de DDR een dictatuur.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 15 - Quiz

In de DDR is het leven totaal anders dan in de BRD. Wat hoort bij de DDR. tik er twee aan.
A
eenpartijstaat
B
kapitalisme
C
planeconomie
D
democratie

Slide 16 - Quiz

Waarom liep de DDR achter op de BRD?
A
De DDR kreeg geen hulp van het Marshall-Plan
B
De DDR moest herstelbetalingen doen
C
De DDR was in oorlog met Amerika
D
De BRD blokkeerde Oost-Duitsland

Slide 17 - Quiz

De Berlijnse Muur
A
1945 - 1961
B
1961 - 1989
C
1961 - 1991
D
1989 - 1991

Slide 18 - Quiz

Wat was de Berlijnse Muur?
A
een muur die een oorlog in Duitsland voorkwam
B
Een muur die door de VN werd gebouwd na de WOll
C
een muur in Duitsland met verdere geen betekenis
D
een muur die werd gebouwd om oost en west Duitsland te scheiden

Slide 19 - Quiz

DDR
Communistisch
BRD
Kapitalistisch
Democratisch
Dictatuur

Slide 20 - Drag question

De VS en de SU wilden allebei de beste wapens hebben. Dit noem je de..
A
Wapenbeheersing
B
Wapenmacht
C
Militaire macht
D
Wapenwedloop

Slide 21 - Quiz

Westen
Oosten
Reagan
Stalin
Kennedy
Communisme
Gorbatsjov
Perestrojka
Kapitalisme
DDR

Slide 22 - Drag question

➤Sleep de 4 gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later
Gorbatsjov voert veranderingen voor de Sovjet-Unie in
Duitsland wordt weer één land
Gorbatsjov trekt zijn leger terug uit Oost-Europese landen
De val van de Berlijnse Muur

Slide 23 - Drag question

Welk kenmerk van globalisering wordt gezien als een oorzaak van globalisering?
A
De uitvinding van internet
B
Goedkopere producten met meer keuze
C
Het verplaatsen van fabrieken naar landen met lage lonen

Slide 24 - Quiz

Wat is globalisering?
A
Beïnvloedt de handelsstromen tussen landen
B
Een proces waarbij de wereld steeds meer onderling verbonden raakt
C
Bevordert het protectionisme tussen landen
D
Een proces waarbij landen zich steeds meer van elkaar isoleren

Slide 25 - Quiz

Opdracht 
Schema 
Lezen: H5 P4 Kopje: Nieuwe machtsverhoudingen
Midden blad: Val Sovjet Unie
Links: oorzaken
Rechts: gevolgen 

Slide 26 - Slide