Kaarten en windrichtingen

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

H 15: Kaarten en schaal 

Leerdoelen: 

• De schaal op een kaart kunnen aflezen.
• Windrichtingen kunnen bepalen op een kaart.
• Een routebeschrijving op een plattegrond kunnen volgen.
  
• Afstanden op een kaart kunnen berekenen met behulp van de schaal.

Wat is de schaal op deze kaart?

Piet kijkt in de richting van het treinstation.
In welke windrichting kijkt Piet?

Hier zie je de plattegrond van een gebouw.
Het gebouw is 6 meter bij 9 meter.
Bereken de oppervlakte in m² van ruimte 3.

Sven volgt de routebeschrijving vanaf de bushalte.

1. Vertrek in zuidoostelijke richting.
2. Neem de eerste straat rechts.
3. Neem de tweede straat links.
4. Ga aan het einde van de weg rechtsaf.

In welke straat is Sven nu?

1. In de Zomerstraat
2. In de Oktoberstraat
3. In de Novemberstraat
4. In de Herfststraat

Op de kaart staat het noorden aangegeven.

Denk hier de hele windroos bij:

Je ziet dat Strasbourg ten oosten van Paris ligt.

Sam gaat 100 km op de fiets.
Hij heeft 3/5 deel van de route al afgelegd. Hoeveel kilometer moet Sam nog?

1. 20
2. 60
3. 40
4. 80

Een bedrijfshal is 30 meter lang, op de plattegrond is de hal 5 centimeter. Wat is de schaal?

1. 1:60
2. 1:6
3. 1:6000
4. 1:600

20 minuten in het boek:  opdrachten 3 tot 14 

Schaal van een kaart 1:30000
In het echt 900 meter.
Hoeveel cm op de kaart?