• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

5.2 democratie in Nederland

5.2 Democratie in Nederland
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

5.2 Democratie in Nederland

Slide 1 - Slide

Wat is geen kenmerk van werkomstandigheden in fabrieken in de 19e eeuw?
A
Lange werkdagen
B
Saai en eentonig werk
C
Lage lonen
D
Hooggeschoold werk

Slide 2 - Quiz

Waarom gingen veel arbeiders dichtbij de fabrieken wonen?

Slide 3 - Open question

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Nederland
B
Duitsland
C
Frankrijk
D
Engeland

Slide 4 - Quiz

In Nederland hebben we een...
A
Monarchie
B
Republiek
C
Democratie
D
Dictatuur

Slide 5 - Quiz

In Nederland hebben we een...
A
Constitutionele monarchie
B
Constitutionele republiek
C
Republiek der Nederlanden
D
Ministeriële monarchie

Slide 6 - Quiz

Nederland na Napoleon
In 1815 wordt Europa opnieuw ingedeeld:
  • Ontstaan Verenigd Koninkrijk der
    Nederlanden (met België + Luxemburg)
  • Koning moet zich houden aan de 
    grondwet (=constitutionele monarchie)

Slide 7 - Slide

Koning Willem I 
Nederland heeft een grondwet en een
parlement, maar: 
- de koning beslist bijna alles alleen
- het parlement heeft nauwelijks invloed
- onder zijn regering komt België in opstand en 
scheidt zich af van Nederland


Slide 8 - Slide

De Staten-Generaal
Bestaat uit:
1. Eerste Kamer, gekozen door Willem I
2. Tweede Kamer, gekozen door leden van de Provinciale Staten
3. Provinciale Staten, gekozen door de adel en regenten

Slide 9 - Slide

Het liberalisme
Politieke gedachtegoed die gaat over: (individuele) vrijheid die populair was onder de gegoede burgerij. 

België was tegen het anti-liberalistische beleid dat Willem voerde. In 1929 kwamen de Belgen in opstand en vanaf 1930 scheidden ze zich af van Nederland. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Wat denk jij: zijn de Belgen beter af zonder ons?

Slide 13 - Open question

5.2 Democratie in Nederland

Slide 14 - Slide

Koning Willem II
- in 1840 volgt Willem II zijn vader op
- ontevredenheid neemt toe: mensen 
willen inspraak in de regering
- vooral de liberalen (groepering 
die naar vrijheid streeft) eisen meer invloed 
- in 1848 dreigt een opstand tegen de koning...

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Grondwet van 1848
In 1848 krijgt Nederland een grondwetswijziging, geschreven door Thorbecke. 

Belangrijkste wijzigingen:
- het parlement krijgt de meeste macht
- de koning verliest zijn macht


Slide 17 - Slide

Inhoud grondwet 1848
  • Minder macht koning --> Parlement moet wetten goedkeuren
  • Parlement controleert minsters op hun werk
  • Elke 4 jaar verkiezingen (censuskiesrecht --> alleen kleine groep rijke mannen mag stemmen) 
  • Grondrechten vastgelegd. 
  • Liberalen blij: meer macht burgers + vrijheden in grondwet

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Het parlement
- het parlement is de volksvertegenwoordiging: hierin zitten mensen die door het volk gekozen 
- de taak van het parlement is om de regering te controleren
- het parlement bestaat uit twee afdelingen: de Eerste Kamer en de Tweede Kamer
- de Tweede Kamer wordt rechtsstreeks gekozen door burgers
- de Eerste Kamer wordt indirect gekozen door burgers
alle burgers? Nee, alleen mannen ouder dan 23 die genoeg belasting betaalden. Dit was maar 10% van de bevolking.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Wie mogen er in 1848 stemmen?
A
Mannen
B
Rijke mannen en vrouwen
C
Mannen die voldoende belasting betalen
D
Niemand

Slide 22 - Quiz

Wat betekent censuskiesrecht in 1848?
A
Mannen mogen stemmen
B
De koning wijst mannen aan die mogen stemmen
C
Mannen die genoeg belasting betalen mogen stemmen
D
Alleen leden van de regering mogen stemmen

Slide 23 - Quiz

Koninkrijk met een grondwet is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie

Slide 24 - Quiz

Wie mogen er in 1917 stemmen?
A
Mannen
B
Rijke mannen en vrouwen
C
Mannen die voldoende belasting betalen
D
Niemand

Slide 25 - Quiz

De regering bestaat uit:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Ministers en Staatssecretarissen

Slide 26 - Quiz

Het parlement bestaat uit:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Ministers en staatssecretarissen

Slide 27 - Quiz

Wie mogen er in 1919 stemmen?
A
Alleen mannen
B
Rijke mannen en vrouwen
C
Mannen die voldoende belasting betalen
D
Mannen en vrouwen

Slide 28 - Quiz

More lessons like this

M&M B2 - H2 - 2.1 Naar een ander soort leven

January 2025 - Lesson with 32 slides
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

1.1 De Nederlandse staatsinrichting nu

March 2019 - Lesson with 35 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

5.2 democratie in Nederland (VWO2)

April 2025 - Lesson with 23 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

5.2 Democratie in Nederland

April 2025 - Lesson with 21 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

5.2 democratie in Nederland

1 day ago - Lesson with 30 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

5.2 democratie in Nederland

March 2025 - Lesson with 23 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

VH2 - 5.2

April 2023 - Lesson with 22 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

5.2 Democratie in Nederland

May 2023 - Lesson with 23 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings