§6 Inleiding, middenstuk en slot

§6 Inleiding, middenstuk en slot
Blz. 37
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§6 Inleiding, middenstuk en slot
Blz. 37

Slide 1 - Slide

Herhaling § 1 t/m 4

Slide 2 - Slide

Wat is een voorbeeld van balsporten?
A
Een sport die je met een bal speelt.
B
Hockey
C
Een sport die je met een team speelt.
D
Zwemmen

Slide 3 - Quiz

Wat is een synoniem voor rennen?
A
hard vooruit gaan
B
huppelen
C
hollen
D
op je allersnelst lopen

Slide 4 - Quiz

Lees de tekst en zoek de hoofgedachte.

Op vakantie
Het was een mooie vakantie. Met de auto zijn we naar een huisje in Spanje gereden. Dit huisje had een zwembad en stond tegenover het strand. We zaten dicht bij een stad en het was heel warm en zonnig weer. We hebben ook veel gezwommen en ijsjes gegeten. Het was heel erg leuk.

Slide 5 - Slide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst 'Op vakantie'?

Slide 6 - Open question

Welke tekst hoort bij welk tekstdoel?
overtuigen
informeren
instrueren

Slide 7 - Drag question

§6 Inleiding, middenstuk en slot
Blz. 37

Slide 8 - Slide

§5 Inleiding, middenstuk en slot
Om een tekst te begrijpen, is het handig om te weten hoe een tekst in elkaar zit. 
Een goede tekst bestaat meestal uit drie delen.

Het eerste deel van een tekst is de inleiding. Hierin maak je kennis met het onderwerp. Vaak gebeurt dat met een voorbeeld of een grappig verhaaltje(anekdote). 
De inleiding maakt je nieuwsgierig naar de rest van de tekst. 

Het middenstuk is het grootste gedeelte van de tekst. Daarin staat de meeste informatie. Het middenstuk bestaat meestal uit meerdere losse stukjes tekst (alinea’s).

Het laatste stukje van een tekst is het slot. Hierin wordt het belangrijkste uit de tekst vaak kort herhaald of er wordt naar de toekomst gekeken. 

Let op: nieuwsberichten hebben vaak geen slot.
Ook kijk- of luisterfragmenten hebben vaak een inleiding, een middenstuk en een slot.

Slide 9 - Slide

Wat is waar?
Inleiding-middenstuk-slot
A
De inleiding bestaat uit meerdere alinea's.
B
De laatste alinea van de tekst is het slot.

Slide 10 - Quiz

Wat is waar?
inleiding-middenstuk-slot
A
Het middenstuk is het grootste gedeelte van de tekst.
B
Het eerste deel van de tekst heet het SLOT

Slide 11 - Quiz

Wat is waar?
inleiding-middenstuk-slot
A
Een inleiding bestaat uit één zin.
B
In het slot wordt het belangrijkste herhaald.

Slide 12 - Quiz

Kies het juiste woord:

In een inleiding / middenstuk / slot van een tekst
maak je kennis met het onderwerp van de tekst.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 13 - Quiz

Alle teksten hebben een inleiding - middenstuk - slot
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat staat waar?
Kies uit: inleiding, middenstuk of slot

Slide 15 - Slide

introductie van het onderwerp
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 16 - Quiz

conclusie
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 17 - Quiz

anekdote (= leuk verhaaltje, weetje)
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 18 - Quiz

samenvatting
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 19 - Quiz

korte uitleg
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 20 - Quiz

afronding
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 21 - Quiz