Les 3: Veilig vrijen

Veilig vrijen
Tijdens deze les ga je herhalen welke voorbehoedsmiddelen er allemaal zijn en op welke manier ze werken.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Veilig vrijen
Tijdens deze les ga je herhalen welke voorbehoedsmiddelen er allemaal zijn en op welke manier ze werken.

Slide 1 - Slide

Knuffelen, zoenen, elkaars geslachtsorganen aanraken noem je:
A
Vrijen
B
Geslachtsgemeenschap

Slide 2 - Quiz

Als de penis in de vagina gaat noem je dat:
A
Vrijen
B
Geslachtsgemeenschap

Slide 3 - Quiz

Veilig vrijen doe je:

A
Voor een ander
B
Voor jezelf
C
Voor jezelf en de ander

Slide 4 - Quiz

Veilig vrijen betekent dat je zorgt dat je:

A
Beschermt bent tegen zwangerschap
B
Beschermt bent tegen soa’s
C
Beschermt bent tegen griep
D
Beschermt bent tegen zwangerschap en soa’s

Slide 5 - Quiz

Voorbehoedsmiddel die je beschermt tegen soa:
A
De pil
B
Het condoom
C
Het spiraal
D
De prikpil

Slide 6 - Quiz

De pil beschermt je…

A
tegen zwangerschap
B
tegen een soa
C
tegen zwangerschap en soa's

Slide 7 - Quiz

De pil slik je:

A
4 weken
B
2 weken per dag
C
21 dagen en 1 stopweek

Slide 8 - Quiz

Tijdens de stopweek (pil word je…

A
Grieperig
B
Ziek
C
Ongesteld

Slide 9 - Quiz

Als je de pil slikt hoef je geen condoom te gebruiken:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Een condoom is gemaakt van…

A
Rubber
B
Plastic

Slide 11 - Quiz

Een condoom kun je:

A
1x gebruiken
B
2x gebruiken

Slide 12 - Quiz

Een condoom kan scheuren:

A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Een condoom gebruik je niet als de vrouw een pil slikt:

A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

De prikpil beschermt je 6 maanden tegen zwanger worden:

A
Nee, 3 maanden
B
Nee, 2 maanden
C
Ja, 6 maanden

Slide 15 - Quiz

Als je antibiotica slikt werkt de pil niet:

A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Een condoom is beperkt houdbaar:

A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

CE keurmerk op een condoom betekent:

A
Dat het lekker smaakt
B
Dat het goedgekeurd is

Slide 18 - Quiz

Periodieke onthouding beschermt tegen zwangerschap:

A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Voor het zingen de kerk uit:

A
Terugtrekken van penis VOOR de zaadlozing
B
Terugtrekken van penis NA de zaadlozing

Slide 20 - Quiz

Na seks en de pil meer dan 1,5 dag vergeten:

A
Niks aan de hand
B
Spiraaltje halen
C
Morning-after pil slikken

Slide 21 - Quiz

De pil wordt tot je 21e jaar vergoed door de zorgverzekering:

A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Veilig vrijen is een verantwoordelijkheid van:

A
De jongen
B
Het meisje
C
Jongen en meisje

Slide 23 - Quiz

Condooms gooi je na gebruik weg in….
A
het toilet
B
de afvalbak

Slide 24 - Quiz

In voorvocht kunnen ook zaadcellen zitten:

A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Je begint met seks als…

A
de anderen je stoer vinden
B
de ander er aan toe is.
C
de anderen je een nerd vinden
D
je er ZELF aan toe bent

Slide 26 - Quiz

Goed gedaan! Je hebt weer een biologie les thuis afgerond!!!

Slide 27 - Slide