4.5

Welkom! 
Welkom
1 / 50
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! 
Welkom

Slide 1 - Slide

Lesplanning
Opstarten
05 min
Bespreken huiswerk
10 min
Uitleg paragraaf 4.5 Watervoetafdruk
10 min
Opdrachten maken
10 min
Uitleg paragraaf 4.5 Watergebruik
10 min
Maken paragraaf 4.5 (huiswerk)
20 min

Slide 2 - Slide

Lesplanning 1B:
Ma 12 mei:       Paragraaf 4.4 
Woe 14 mei:    Afmaken 4.3 en 4.4
Ma 19 mei:       Paragraaf 4.7
Woe 21 mei:    Paragraaf 4.5
Ma 26 mei:       Paragraaf 4.8
Woe 28 mei:    Paragraaf 4.11
Ma 2 jun:           HH Les
Woe 4 jun:       SO H4 Paragraaf 1 t/m 5 + 7 + 8 + 11 (let op 11 = TOPOGRAFIE)!

Slide 3 - Slide

Lesplanning 1C:
Di 6 mei:             Paragraaf 4.2
Vrij 9 mei:           Paragraaf 4.3
Di 13 mei:           Paragraaf 4.4 
Vrij 17 mei:         Paragraaf 4.5
Di 20 mei:          Vervalt mogelijk i.v.m. museumbezoek klas 3 
Vrij 23 mei:        Paragraaf 4.7
Di 27 mei:           Paragraaf 4.8
Vrij 30 mei:        Vervalt i.v.m. Hemelvaart
Di 3 jun:               HH Les
Vrij 6 jun:            SO H4 Paragraaf 1 t/m 5 + 7 + 8 + 11 (let op 11 = TOPOGRAFIE)!

Slide 4 - Slide

Lesplanning 1D:
Do 8 mei:             Paragraaf 4.3
Woe 14 mei:        Paragraaf 4.5 
Do 15 mei:           Paragraaf 4.4
Woe 21 mei:        Paragraaf 4.7
Do 22 mei:           Paragraaf 4.8
Woe 28 mei:       HH Les 
Do 29 mei:           Vervalt i.v.m. Hemelvaart
Woe 4 jun:           HH Les
Do 5 jun:               SO H4 Paragraaf 1 t/m 5 + 7 + 8 + 11 (let op 11 = TOPOGRAFIE)!

Slide 5 - Slide

Afmaken + verbeteren paragraaf 4.7

Klaar? Werk even aan NUMO
timer
7:00

Slide 6 - Slide

De hoofddoelstelling van
de projecten Ruimte voor
de Rivier is
A
zorgen voor goede kwaliteit van het water
B
zorgen voor waterveiligheid
C
zorgen voor voldoende water
D
zorgen voor mooie natuurgebieden

Slide 7 - Quiz

Welke maatregel van Ruimte voor de Rivier laat de figuur zien?
A
aanleg hoogwatergeul
B
dijkverbetering
C
kribverlaging
D
verwijderen van obstakels

Slide 8 - Quiz

Welke maatregel van Ruimte voor de Rivier laat de figuur zien?
A
aanleg waterberging
B
dijkverlegging
C
kribverlaging
D
verwijderen van obstakels

Slide 9 - Quiz

Welke maatregel uit het project 'ruimte voor de rivier' zie je in de afbeelding
A
Dijkverlegging
B
Uiterwaardafgraving
C
Obstakelverwijdering
D
Nevengeul

Slide 10 - Quiz

Welke maatregel van Ruimte voor de Rivier laat de figuur zien?
A
dijkverbetering
B
dijkverlegging
C
ontpoldering
D
verwijderen van obstakels

Slide 11 - Quiz

Kribben
Zomerdijk
Winterdijk
Uiterwaard

Slide 12 - Drag question

Huiswerk verbeteren
  • Wat? Maak + verbeter 4.4
  • Hoe? Zelfstandig, op de computer
  • Hulp? Lees paragraaf 4.3 door
  • Tijd? 10 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Lees paragraaf 4.5
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Wat is grind?
A
afgeronde stenen door slijten van een rivier
B
de kleinste korreltjes

Slide 14 - Quiz

Wat is de bovenloop?
A
Eerste deel van een rivier
B
Laatste deel van een rivier
C
Middelste deel van een rivier
D
Tussen deel van een rivier

Slide 15 - Quiz

In de bovenloop stromen rivieren...
A
snel, omdat het gebied uit gesteente bestaat.
B
snel, omdat er veel reliëf is.
C
langzaam, omdat er weinig reliëf is.
D
langzaam, omdat het gebied uit zand en klei bestaat.

Slide 16 - Quiz

Benedenloop
Bovenloop
Middenloop

Slide 17 - Drag question

Bovenloop
Benedenloop
Middenloop

Slide 18 - Drag question

Een rivier kent een bovenloop, middenloop en benedenloop. Alle rivieren in Nederland hebben hier de...
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Verschillend

Slide 19 - Quiz

In de middenloop van de rivier stroomt de rivier sneller dan in de bovenloop van de rivier.
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Door Nederland lopen de rivieren de Rijn en de Maas. In welk deel van de rivier ligt Nederland?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 21 - Quiz

Waar?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 22 - Quiz

Wat is smeltwater?
A
Water uit de rivieren
B
gesmolten sneeuw uit de bergen
C
hoog water
D
regenwater

Slide 23 - Quiz

4.5 Watergebruik

Slide 24 - Slide

Watervoetafdruk
  • Hoeveelheid water die iemand jaarlijks gebruikt

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Aan de slag
  • Wat? Maak 4.5 opdracht 1 t/m 5
  • Hoe? Zelfstandig, op de computer
  • Hulp? Lees paragraaf 4.5 door
  • Tijd? 10 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Lees de rest van 4.5 en maak af
timer
10:00

Slide 30 - Slide

Fysieke waterschaarste

Als er niet genoeg (zoet)water aanwezig is in een land

Slide 31 - Slide

Economische waterschaarste
Als er wel genoeg water is maar niet iedereen heeft toegang

Slide 32 - Slide

Oorzaken waterschaarste:
  1. Klimaatverandering--> Gevolg:het wordt steeds warmer (meer verdamping) en in sommige gebieden valt steeds minder neerslag.  
  2. Bevolkingsgroei
  3. Toename watergebruik in de landbouw
  4. Toename watervoetafdruk= De hoeveelheid zoet water die nodig is om alle producten die iemand gebruikt te kunnen maken
  5. Verstoring van de natuur: Toename watervervuiling en bossen worden gekapt. 

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Oplossingen
Stuwdam: een betonnen of aarden muur in een rivier die het water voor een langere tijd vast houdt in een stuwmeer

Slide 35 - Slide

Stuwdam

Slide 36 - Slide

Stuwdam
Door een stuwdam te bouwen kun je meer water vasthouden
Door een stuwdam aan te leggen kan je water vasthouden in een stuwmeer

Slide 37 - Slide

Oplossingen
Ontzilting: Het zout uit zeewater halen zo dat je het water kunt gebruiken als drinkwater. 

Nadeel: erg duur

Slide 38 - Slide

Oplossingen
- Waterputten
- Watertransport
- Water besparen

Slide 39 - Slide

Welke oplossing voor waterschaarste zie je op de afbeelding?
A
mistvanger
B
ontzilting
C
stuwdam
D
watertransport

Slide 40 - Quiz

Verdamping leidt tot een......................... van het oppervlaktewater. 
Hierdoor is er .........................water beschikbaar als drinkwater of voor de............................ In sommige gebieden valt er..........................neerslag, waardoor het grondwater daalt.
Er is dus minder .......................van water. Daardoor wordt er al snel..................... gebruikt dan er beschikbaar is.  
afname
toename
minder 
meer
landbouw
waterkring
loop
meer
minder
aanvoer 
afvoer
minder
meer 

Slide 41 - Drag question

wat is de betekenis van waterschaarste ?
A
Het gebrek aan voldoende schoon water
B
het gebrek aan voldoende vuil water
C
winden bij de evenaar die elk jaar van richting veranderen
D
winden bij de evenaar die elk half jaar niet meer van richting veranderen

Slide 42 - Quiz

Wat is een voorbeeld van
economisch water tekort?
A
Te weinig water aanwezig in de ondergrond
B
Te weinig neerslag
C
Te weinig geld om waterpompen te maken
D
Te weinig geld voor irrigatie

Slide 43 - Quiz

Geef de 3 grote oorzaken van waterschaarste

Slide 44 - Open question

Juist of fout? Het meeste water wordt verbruikt in de landbouw
A
Juist
B
Fout

Slide 45 - Quiz

Juist of fout?
Hoe rijker een land, hoe groter de watervoetafdruk
A
Juist
B
Fout

Slide 46 - Quiz

Welke oplossing tegen waterschaarste zie je hier?
A
mistvangers
B
ontzilting
C
watertransport

Slide 47 - Quiz

Welke oplossing tegen waterschaarste
zie je hier?
A
mistvangers
B
ontzilting
C
watertransport

Slide 48 - Quiz

Bij een ontziltingsinstallatie
maken ze drinkwater van zeewater.

Wat zijn de grote nadelen?
A
Het is duur en kost veel energie
B
Het maakt veel lawaai
C
Het neemt veel ruimte in beslag

Slide 49 - Quiz

Huiswerk
  • Wat? Paragraaf 4.5 is helemaal af
  • Hoe? Zelfstandig, op de computer
  • Hulp? Lees paragraaf 4.5 door
  • Tijd? Tot einde les
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Doe iets voor jezelf

Slide 50 - Slide