2.vwo.U3.16.februari

G2A  le 16 février 
                                                                                 
1. Apprendre 4 leren
2. Nakijken ex 10 p. 97
3. luva ex 9
4. luva ex 11 uitspraak bijv nw +  luva 12 : les yeux fermés !

Huiswerk  : Leren Apprendre 4 + blz 131+132






1 / 36
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

G2A  le 16 février 
                                                                                 
1. Apprendre 4 leren
2. Nakijken ex 10 p. 97
3. luva ex 9
4. luva ex 11 uitspraak bijv nw +  luva 12 : les yeux fermés !

Huiswerk  : Leren Apprendre 4 + blz 131+132






Slide 1 - Slide

G2A         à noter  dans ton cahier
dialogue 2
 Un chat perdu     ( perdre = verliezen / kwijt raken)
le chat a peur          =          (avoir peur de= bang zijn voor)
le chat se cache     =  de kat verstopt zich
son corps est gris  = zijn lichaam is grijs
une blessure à la queue  = een verwonding aan zijn staart
à qui est ce petit  chat ?   = van wie is deze kat? 
la prochaine fois que je vois ce chat =de volgende keer dat ik deze kat zie...
voir = zien  j'ai  vu 

Slide 2 - Slide

G2A         à noter  dans ton cahier
ex.14
le cinéma est ouvert  = 

étui de protection  beschermhoesje


Slide 3 - Slide

G2A         à noter  dans ton cahier
le metteur en scène  = de regisseur 
la mise en scène =  de regie
ce    + m. woord
cette + v woord
cet      + m woord + klinker 
ces      + meervoud woord

Slide 4 - Slide

A2A  le 16 février 
                                                                                 
1. Apprendre 4 schrijven. Klaar? leren blz 131+132 bijv nw
2. bijv nw. Welke regels kennen we?
3. luva ex 9
4. maken ex 10
3. luva ex 11 uitspraak bijv nw +  luva 12 : les yeux fermés !
4. luva ex 12,13,14 zelfstandig maken

Huiswerk  : Leren Apprendre 4 + blz 131+132






Slide 5 - Slide

A2A        à noter  dans ton cahier
la salle de bains =  badkamer
la salle de séjour = de woonkamer
une pièce =  een vertrek ( ruimte)
à côté de  =  naast
le coin = de hoek
en haut du plan = boven ( in de plattegrond)
au milieu   du plan = in het midden       en bas du plan  onderaan

Slide 6 - Slide

A2A         à noter  dans ton cahier
le metteur en scène  = de regisseur 
la mise en scène =  de regie
ce    + m. woord
cette + v woord
cet      + m woord + klinker 
ces      + meervoud woord

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

L'adjectif qualificatif
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Slide

Bijvoeglijk nw - Vorm
le pantalon vert
la jupe verte
les pantalons verts
les jupes vertes
mannelijk ev
-
vrouwelijk ev
-e
mannelijk mv
-s
vrouwelijk mv
-es

Slide 10 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
italiaans
italien
italienne
goed/lekker
bon
bonne
trots
fier
fière
sportief
sportif
sportive
gelukkig
heureux
heureuse
gek
fou
folle
Het bijvoeglijk naamwoord - vrouwelijk t.o.v. mannelijk 

Slide 11 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
Mooi/knap
beau/bel
belle
Lang
long
longue
Nieuw
nouveau/
nouvel
nouvelle
Oud
vieux/vieil
vieille
Dik
gros
grosse
Wit
blanc
blanche
Het bijvoeglijk naamwoord - bijzondere vormen enkelvoud

Slide 12 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
Mooi/knap
beaux
belles
Lang
longs
longues
Nieuw
nouveaux
nouvelles
Oud
vieux
vieilles
Dik
gros
grosses
Wit
blancs
blanches
Het bijvoeglijk naamwoord - bijzondere vormen meervoud

Slide 13 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord: Leren als regel!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Bijvoeglijk naamwoord/
l'adjectif


Wat weten jullie nog?


Slide 16 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
geel
jaune
jaune
rood
rouge
rouge
jong
jeune
jeune
Het bijvoeglijk naamwoord - wanneer mannelijk = vrouwelijk 

Slide 17 - Slide

Plaats van het bijv. nw.
In het Frans komt het bijv. nw. standaard na het zelfstandig naamwoord (bijvoorbeeld: le chat gris), behalve bij onderstaande vormen.
Daar staan ze vóór het zelfst. nw.

bon (goed), beau (mooi), grand (groot), nouveau (nieuw), petit (klein), vieux (oud), jeune (jong) premier (eerste), dernier (laatste), joli (mooi), mauvais (slecht), long (lang)

Dus: le grand frère, la petite soeur, maar la soeur adorable en le frère sportif

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Stappenplan adjectif
  1. Staat het adjectif wat je nodig hebt voor of na het zelfst.nmw.?
  2. Wat is het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort?
  3. Is het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk?
  4. Is het zelfstandig naamwoord enkelvoud of meervoud?
  5. Maak de goede vorm van het adjectif.

Slide 20 - Slide

Het rijmpje van het bijv. nw
(mnl ev)
Beau - Bon - Joli
Haut - Long - Petit
Jeune - Grand - Gros
Vieux - Mauvais - Nouveau
er zijn nog een paar andere woorden
(Premier - dernier - autre)

Slide 21 - Slide

Unité 3: C'est qui ? C'est quoi ?


Slide 22 - Slide

Portable dans le sac, s'il te plaît

Slide 23 - Slide

Bienvenue!
Le jour de la Saint-Valentin 

- Aan het eind van deze les kan je jouw ideale partner beschrijven: haren, ogen, lengte en karakter.

Slide 24 - Slide

V2J ~ français ~ 12-02-2021

Le saviez-vous?

Valentijnsdag heet in Frankrijk La Saint-Valentin. Dit wordt gevierd op 14 februari en is het moment om je (geheime) liefde te verrassen met bloemen, chocola of een kaart.
Je t’aime! Je t’adore! Je suis amoureux/amoureuse de toi!
Tu es mon Valentin! Tu es ma Valentine!

Slide 25 - Slide

A2A  le 14 février
 Buts :    Je kunt het onderwerp v/e gesprek herkennen, waarin iets wordt
                 beschreven ( appr.4 )
     Quoi faire?                           
1. Duo MO: appr. 4
2. Appr. 5 Révision Théorie page 131+132
3. Luva : Coralie Prononciation 
4. luva.  ex 11
5. luva. ex 12 les yeux fermés






Slide 26 - Slide

G2A      à noter  dans ton cahier
le choix > choisir  j'ai choisi    de keuze - kiezen - ik heb gekozen
l'affiche > afficher de poster / het affiche - ophangen
le répondeur > répondre >  het antwoordapparaat - antwoorden
prendre  -  comprendre   ( begrijpen) -apprendre (leren)
je prends  tu  comprends  tu  apprends
zij leren = apprennent           
pris               compris                                       appris 

Slide 27 - Slide

A2A  le 7 février
Plan du cours:
les buts : Ik ken de vervoeging van het werkwoord mettre en prendre.
Ik kan het werkwoord mettre toepassen in zinnen.
Ik ken de verschillende betekenissen van mettre (contexten)
1.ex 8E nakijken + verbe mettre   leren apprendre 3  mettre blz 94
2.ex 8A klassikaal
3. ex 8B,8C zelfstandig: Je kunt de zinnen óók F-N vertalen!
4. ex 8D lees goed de  instructie.




Slide 28 - Slide

Unité 3: C'est qui ? C'est quoi ?
plan du cours 

Slide 29 - Slide

on parle...
1. Quelle est ta série(film) préférée, pourquoi?
2. donne un résumé de ta série préférée
3. Quand tu étais un(e) acteur/-trice, quel (type de) rôle aimerais-tu jouer? Explique.
4. Parle avec ton camerade de classe des films français. Vous avez encore des conseils pour tes camerades de classe?

Slide 30 - Slide

regardez la vidéo

Slide 31 - Slide

Voilà qui je suis :)
On écoute une chanson
Écris les mots que tu connais
On cherche des informations sur Barbara Pravi:
-Qui?
-Quoi?
-Où?
-Quand?
-Comment?
On présente!












Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Barbara Pravi
Er wordt over Barbara Pravi gezegd dat zij zingt op dezelfde theatrale manier als Edith Piaf.

Edith Piaf staat bekend als een van de grootste zangeressen die Frankrijk ooit gekend heeft. Ze was wereldberoemd, er is een museum over haar leven en er zijn verschillende films en documentaires over haar gemaakt. 
Kijk en luister naar een deel van de volgende twee video's

Slide 34 - Slide

Les adjectifs
1. Une............... dame.................. ( oud) => une vieille dame
2. Une................chanson..............( mooi)=> une belle chanson
3. Un.................voyage ..................( lang)=> un long voyage 
4. Une...............histoire..................( ennuyeux) => une histoire ennuyeuse
5. Une.................maison..................( blanc)=> une maison blanche
6. Un................chemin..................( dangereux) => un chemin dangereux
7. une................idée.........................( bon) => une bonne idée
8. les.................chaussures...............( bleu) => les chaussures bleues
9. une...............actrice ......................( américain) => une actrice américaine
10. une...........prof.....................( gentil)=> une prof gentille

Slide 35 - Slide

"Voilà" par Barbara Pravi
Zangeres Barbara Pravi vertegenwoordigt Frankrijk deze keer op het Eurovisiesongfestival in Rotterdam. 
Haar liedje Voilà doet sterk denken aan een chanson van Edith Piaf of Jacques Brel. 
Opvallend: theatrale gestes, kapsel


Slide 36 - Slide