Uit kunnen leggen wat de ruilvoet is en waarom de ruilvoet voor ontwikkelingslanden vaak slecht is.
Uit kunnen leggen landen doen tegen schommelende grondstofprijzen
Slide 3 - Slide
Soorten ontwikkelingshulp
Noodhulp = hulp die gericht is op het verlenen van basisbehoeften
Vaak n.a.v. oorlogen, natuurrampen.
Voorbeeld: Eten, drinken, medicijnen, tenten en kleding
Structurele hulp = hulp om de oorzaken van armoede te bestrijden.
Voorbeeld: Scholing, gezondheidszorg, infrastructuur, werk
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Soorten ontwikkelingshulp
Bilaterale hulp = Hulp die rechtstreeks tussen twee landen gaat
Bijvoorbeeld Nederland geeft geld aan Ghana om het onderwijs te verbeteren.
Gebonden hulp = Hulp waaraan voorwaarden zijn verbonden
Bijvoorbeeld dat het in Nederland moet worden aangeschaft bij een bedrijf.
Ongebonden hulp = Is hulp zonder voorwaarden
Nederland geeft een miljoen aan de VN tegen armoede.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Zou jij als boer in ontwikkelingsland een microkrediet willen of fairtrade? Geef een argument voor je mening.
Slide 9 - Open question
Wat doet NL aan ontwikkelingshulp?
De Nederlandse overheid stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor ontwikkelingssamenwerking.
Daarnaast wordt er jaarlijks geld gereserveerd voor noodhulp aan slachtoffers van oorlogsgeweld en natuurrampen.
Slide 10 - Slide
Wat doet NL aan ontwikkelingshulp?
De doelstelling van de Verenigde Naties (VN) is dat landen ten minste 0,7% van hun nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking besteden.
De overheid geeft subsidies aan Nederlandse bedrijven die in ontwikkelingslanden investeren in fabrieken of andere bedrijven.
Slide 11 - Slide
Wat bedoelen we met 'bilaterale hulp'?
A
Hulp van de
Verenigde Naties
B
Hulp voor en door
meerdere landen
C
Hulp tussen twee landen onderling
D
Hulp voor economische zelfstandigheid
Slide 12 - Quiz
Cambodja is getroffen door een zware aardbeving en krijgt hulp uit Nederland. Met het geld dat Cambodja van Nederland heeft gekregen, moet in Nederland worden besteed voor nieuwe goederen/diensten. Om welke vorm van ontwikkelingshulp gaat het hierom?
A
noodhulp
B
gebonden hulp
C
ongebonden hulp
D
structurele hulp
Slide 13 - Quiz
Hoe helpt fairtrade boeren in ontwikkelingslanden?
A
Door de boeren een eerlijke prijs te geven.
B
Door het verstrekken van leningen.
C
Door vrijhandel mogelijk te maken.
D
Door protectiemaatregelen in te stellen.
Slide 14 - Quiz
Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?
A
Door noodhulp.
B
Door structurele hulp.
Slide 15 - Quiz
Wat moet ik kennen en kunnen?
5 verschillende vormen van ontwikkelingshulp kunnen benoemen en voorbeelden kunnen noemen.