Les 2 - Zijn straffen nodig?

Les 1 - Straf
Les 2 - Zijn straffen nodig?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 1 - Straf
Les 2 - Zijn straffen nodig?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leven zonder straf

  • Wat gebeurt er op school als er geen straffen zijn?

  • En thuis?
  • En in de samenleving?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Aantekeningen
Deze aantekeningen horen bij 5.6 en een gedeelte van 5.4 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Soorten straffen
Bij een veroordeling zijn er drie soorten straffen

  • Een hoofdstraf (geldboete, gevangenisstraf, taakstraf)
  • Een bijkomende straf (bijvoorbeeld rijbewijs inleveren)
  • Een speciale maatregel (bijvoorbeeld een schadevergoeding betalen)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het doel van straffen
Het boek geeft verschillende doelen van straffen:

afschrikking​
• de dader moet zijn of haar gedrag verbeteren​
• de samenleving veiliger maken​
• voorkomt eigenrichting
vergelding

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


Wat is criminaliteit?


Alles wat door de wet strafbaar is gesteld

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Criminaliteit
Overtreding of misdrijf? 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Verschillen tussen een misdrijf en een overtreding:
Een misdrijf is erger dan een overtreding.
● Bij een misdrijf word je door de politie verhoord.
● Bij een misdrijf kan je op het politiebureau worden vastgehouden.
● Bij een misdrijf kun je voor de rechter komen.
● Bij een misdrijf krijg je een zwaardere straf.
● Bij een misdrijf krijg je een strafblad.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Rechtsregels zijn plaatsgebonden
Ideeën over wat strafbaar is verschillen per land/gebied.

Bijvoorbeeld:
  • In Nederland is abortus en euthanasie toegestaan
  • In Nederland mogen homo’s met elkaar trouwen
  • (Vuur)wapens zijn in Nederland verboden
  • Nederland kent geen doodstraf

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Rechtsregels zjn tijdgebonden
Ideeën over wat strafbaar is veranderen met de tijd.

Bijvoorbeeld:
  • Spugen was vroeger een misdrijf.
  • Sinds 1970 is overspel niet meer strafbaar.
  • Vroeger stonden er gevangenisstraffen op homoseksualiteit.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Rechtszaak 1: Lindy is opgepakt door de politie toen ze een zakje drugs verkocht aan een toerist.
De rechter vindt dat Lindy schuldig is. Welke straf zou de rechter aan Lindy moeten geven?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor straf denk je dat Lindy krijgen?
A
Boete van €100
B
Taakstraf 30 uur
C
Taakstraf 80 uur + een boete van €250
D
Celstraf van 2 maanden

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Jeroen heeft een juwelierszaak overvallen met een pistool. Jeroen sloeg de juwelier met het
pistool op zijn hoofd. Jeroen heeft op mensen geschoten toen hij wegrende uit de juwelierszaak. Hij raakte
daarbij iemand in zijn arm.
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke straf heeft Jeroen gekregen?
A
Boete van €1000
B
Taakstraf 250 uur
C
Celstraf 1 jaar
D
Celstraf 8 jaar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Tiago heeft na een avondje stappen een stoel in de bus vernield. Hij maakte met een zakmes een
snee in de zitting.
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke straf heeft Tiage gekregen?
A
Waarschuwing en een jaar voorwaardelijk
B
Boete van €150+ schadevergoeding €130
C
Taakstraf 50 uur en schadevergoeding
D
Twee weken celstraf

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waarom plegen sommige mensen misdaden en anderen niet? 

Schrijf op in jouw aantekeningenschrift.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Casus 1
Piet (23 jaar oud) loopt op straat, let niet goed op en wordt bijna aangereden door een fiets. De man op de fiets roept ‘Sukkel!’. Piet trekt de man van zijn fiets en slaat hem in elkaar. De fietser belandt in het ziekenhuis.
Welke straf verdient Piet?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Casus 2
Kees heeft een moeilijke jeugd gehad met een vader die hem sloeg en uitschold, waardoor hij slecht over zichzelf denkt. Zijn vader noemde hem altijd sukkel.
Kees is nu 23, loopt over straat, let even niet goed op en wordt bijna aangereden door een fietser, die hem ‘sukkel!’ naroept. Kees krijgt een waas voor zijn ogen, trekt de man van zijn fiets en slaat hem in elkaar. De fietser belandt in het ziekenhuis.
Vraag: Welke straf verdient Kees? Dezelfde als Piet of niet? Waarom wel of niet?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
Stelling: iedereen verdient dezelfde straf (in dezelfde situatie)
Links staan als je voor bent, rechts als je tegen bent, je mag er ook tussenin, maar niet precies in het midden. Leg uit waarom je staat waar je staat. Geef een argument! (Doe dit eerst voor met een argument dat bij de casusbespreking in een van de groepjes genoemd is) Als er drie leerlingen gezegd hebben waarom ze daar staan (links, rechts, midden): denk 1 minuut na, wissel van plek als je er nu (een beetje) anders over denkt en leg uit waarom.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Stelling 2
Straffen zijn nodig

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aantekening
Onderstaande aantekening hoort bij 5.4

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Risicofactoren:
  •  Slechte opvoeding
    verkeerde normen en waarden
  • Groepsdruk
  • Alcohol of drugs
    onder invloed van drugs neigen mensen eerder naar criminaliteit
  • Spijbelen of schooluitval
  • Biologische factoren 
    bv. mensen met agressie problemen 
  • Slechte leefomstandigheden

Slide 23 - Slide

https://dnpprepo.ub.rug.nl/2131/1/CDV_1999_07-8-9_p134_Crul.pdf

Slide 24 - Slide

This item has no instructions