Zinsvolgorde

• Nederlands
• ISK

Zinsvolgorde

ordem da frase – ترتيب الجملة – порядок слів – habdhiska weedha

De basis zin:

onderwerp - werkwoord - rest
الموضوع - الفعل - الباقي

підмет - дієслово - решта

sujeito - verbo - resto

mowduuc - ficil - intiisa kale

onderwerp

ik/hij/zij/jullie/...

de man/de vrouw/de jongen

de pen/het boek/de fiets

mijn vader/mijn broer

...

werkwoord

lopen

kijken

lezen

praten

...

Onderwerp + werkwoord

Hij loopt

Mijn moeder slaapt

De pen ligt

De meisjes lachen 

De hond eet

Wij leren

onderwerp

werkwoord

De moeder

loopt

praten

Mijn tas

kijken

De docent

De hond

is

zijn

Zijn pen

De school

slaap

Onderwerp - werkwoord - rest

De man loopt naar school

Ik pak mijn telefoon

De hond slaapt in de tuin

Mijn moeder kookt met mijn zus

الموضوع - الفعل - الباقي

підмет - дієслово - решта

sujeito - verbo - resto

mowduuc - ficil - intiisa kale

Opdracht:

onderwerp - werkwoord - rest

speelt / het kind / in de tuin

Het kind speelt in de tuin.

!!! Denk aan hoofdletter en punt !!!

onderwerp - werkwoord - rest

in een boek / Andreas / leest

onderwerp - werkwoord - rest

Josef / op straat / loopt

onderwerp - werkwoord - rest

mijn vader / naar de markt / gaat

onderwerp - werkwoord - rest

in de keuken / Yusuf / staat

onderwerp - werkwoord - rest

zit / op de bank / Karim

onderwerp - werkwoord - rest

mijn moeder / een jurk / naait

onderwerp - werkwoord - rest

spelen / buiten / de kinderen

onderwerp - werkwoord - rest

staat / de docent / bij de bushalte

onderwerp - werkwoord - rest

kopen / wij / appels

onderwerp - werkwoord - rest

kijk / ik / naar de televisie

De basis zin met tijd:

onderwerp - werkwoord - tijd - rest
الموضوع - الفعل - الزمن - الباقي

підмет - дієслово - час - решта

sujeito - verbo - tempo - resto

mowduuc - ficil - waqti - intiisa kale

Onderwerp - werkwoord - tijd - rest

De man loopt om 8 uur naar school

Ik pak in de avond mijn telefoon

De hond slaapt 's middags in de tuin

Mijn moeder kookt op zondag met mijn zus

الموضوع - الفعل - الباقي

підмет - дієслово - решта

sujeito - verbo - resto

mowduuc - ficil - intiisa kale

onderwerp – werkwoord – tijd - rest

speelt / in de tuin / op zondag / de hond

onderwerp – werkwoord – tijd - waar

lezen / de studenten / in de bibliotheek / op vrijdag

onderwerp – werkwoord – tijd - waar

werkt / elke dag / in het ziekenhuis / de dokter

onderwerp – werkwoord – tijd - waar

voetballen / op zaterdag / de jongens / op het veld

onderwerp – werkwoord – tijd - waar

leren / de kinderen / op school / elke week

onderwerp – werkwoord – tijd - waar

rijdt / op maandag / naar zijn werk / Ali

onderwerp – werkwoord – tijd - waar

zingen / de meisjes / elke ochtend / in de klas

onderwerp – werkwoord – tijd - waar

fietsen / de mensen / op straat / elke dag

onderwerp – werkwoord – tijd - waar

doucht / in de badkamer / elke ochtend / mijn broer

onderwerp – werkwoord – tijd - waar

zwemmen / in het zwembad / op vrijdag / wij