Ademhaling

Ademfrequentie
Het aantal ademhalingen per minuut

Bij volwassene in rust: 15 tot 20x per minuut
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Ademfrequentie
Het aantal ademhalingen per minuut

Bij volwassene in rust: 15 tot 20x per minuut

Slide 1 - Slide

Ademhaling

Slide 2 - Slide

Wat is ademhaling?
Proces:

Zuurstof wordt aangevoerd en opgenomen

Koolstofdioxide wordt afgevoerd/ CO2

Afwisseling door in- en uitademing

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Inademing
Je gebruikt spieren: actief proces

Om lucht in de longen te krijgen heb je ruimte nodig in je borstholte (thorax) dit doen de ademhalingsspieren

Slide 5 - Slide

Inademen
- Via neus/mond door de luchtpijp naar de longen
- Vanuit de longen wordt zuurstof opgenomen in je bloed
- Het bloed brengt het zuurstof naar de spieren en de rest van het lijf
- Het middenrif is de belangrijkste ademhalingsspier
- Tussenribspieren zijn ook ademhalingsspieren, maar minder belangrijk

Slide 6 - Slide

Uitademing
-Ontspannen van de spieren: passief proces
-Kost geen energie

Slide 7 - Slide

Saturatie meten
O2 gehalte meten in het bloed dmv led 

Normale saturatie is 95% of hoger

Te lage saturatie is 90% of lager


Slide 8 - Slide

Afwijkende ademfrequenties
Tachypneu

Bradypneu

Apneu

>>>

Slide 9 - Slide

Trachypneu
Hoge ademfrequentie in rust

Meer dan 20x per minuut

Oorzaken kunnen zijn: koorts, sterk werkende schildklier, laag hemoglobinegehalte, bepaalde vergiftigingen

Slide 10 - Slide

Observatie ademhaling
  • Frequentie (30 sec, tellen, x 2 = ah/min.)
  • Diepte en gelijkmatigheid
  • Ritme of regelmaat
  • Geluid
  • Kleur van de zorgvrager

Slide 11 - Slide

Bradypneu
Lage ademfrequentie in rust

Minder dan 10x per minuut

Komt vooral voor bij bepaalde vergiftigingen, bijv. opioïden 

Slide 12 - Slide

Apneu (geen ademhaling)


Geen ademhaling 

Slide 13 - Slide

Ademdiepte
Ademvolume: de hoeveelheid lucht die je per keer in- of uitademt

Zonder meetapparatuur moeilijk aan te geven

Slide 14 - Slide

Regelmaat
Het gaat om ritme:
een vaste tijd tussen twee ademhalingen

Slide 15 - Slide

Adembewegingen
-Normale ademhaling in rust: vrijwel onzichtbaar
-Gaat automatisch, moeiteloos, rustig en regelmatig
 - Je observeert: gebruikt zorgvrager...
... buik en/of borstademhaling?
... hulpademhalingsspieren (hals- en schouderspieren) bij inademen?
... buikspieren bij uitademen?

Slide 16 - Slide

Ademgeluiden
Normale ademhaling: zachtjes hoor je de lucht door de neus gaan

Piepen en brommen: bronchusvernauwing

Gierende ademhaling: vernauwing in het strottenhoofd

Slide 17 - Slide

Hoest en sputum
Soms kan je bij hoesten horen dat er slijm zit

Het ophoesten van sputum heet productieve hoest

Dik geelgroen slijm: bacteriële infectie

Geen slijm ophoesten: prikkelhoest

Slide 18 - Slide

Effect van ademhaling
In het bloed meten: hoe veel zuurstof er in hemoglobine in de rode bloedcellen zit (zuurstofsaturatie/o2-saturatie)

Met saturatiemeter zuurstofopname in het bloed meten
Ook te meten door bloed afname uit slagader of cappilair

Normale saturatie bij gezonde mensen: tussen 96% en 100%

Slide 19 - Slide

Cheyne-stokesademhaling


Kenmerkend: periodes van apneu.

Komt voor in stervensfase

Slide 20 - Slide

Gaspen
Gaspen (agonaal ademhalingspatroon) = naar adem happen

Soms gorgelend/zagend geluid

Als circulatie is gestopt 

Als circulatie niet op gang komt (bij pasgeborene)


Slide 21 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 22 - Slide

Quizzzz

Slide 23 - Slide

1. Het ademhalingsstelsel bestaat uit de luchtpijp en de longen
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

2. De ademhaling wordt geregeld door de longen
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

De ademhaling wordt geregeld door het ademhalingscentrum in de hersenstam

Slide 26 - Slide

3. Een hoog kooldioxide (CO2) in het bloed is de belangrijkste ademprikkel
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

4. De bovenste luchtwegen bestaan uit de neus, luchtpijp en longen
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

de bovenste luchtwegen bestaan uit de neus, de keel en het strottenhoofd

Slide 29 - Slide

5. Hoesten en niezen is nergens goed voor
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Hoesten en niezen is goed om de luchtwegen schoon te houden.

Slide 31 - Slide

6. De functie van het strottenklepje is een prikkel geven aan de luchtpijp om de ademhaling aan te sturen
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

De functie van het strottenklepje is het afsluiten van het strottenhoofd. Hierdoor komt er geen eten en drinken in de onderste luchtwegen.

Slide 33 - Slide

7. De hulpademhalingsspieren zitten tussen de schouderbladen
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quiz

De hulpademhalingsspieren zitten in de hals

Slide 35 - Slide

8. Een Cheyne-stokesademhaling is hetzelfde als apneu
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quiz

Een Cheyne-stokesademhaling komt voor in de stervensfase.
Er is een moment van apneu, gevolgd door opkomende ademhaling, afnemende ademhaling en de volgende apneu.

Slide 37 - Slide

9. Gaspen is naar adem happen, vaak met een zagend/gorgelend geluid
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

10. Door de neus ademen is beter dan door de mond ademen
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quiz

einde 

Slide 40 - Slide