7.4 Gezond eten
This lesson contains 16 slides, with text slides.
Lesson duration is: 75 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Terugblik vorige les
Uitleg paragraaf
Maken opdrachten van paragraaf
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Je lichaam bestaat uit cellen
Cellen bestaan uit een celkern, cytoplasma en celmembraan.
Groeien = nieuwe cellen aanmaken
Bouwstoffen = water, eiwitten en mineralen.
Nodig om nieuwe cellen te maken > groeien en onderhoud
Slide 4 - Slide
7.4.
Gezond eten
Straks weet je :
- Waarom ontbijten belangrijk is.
- Wat beschermende stoffen zijn en waar ze goed voor zijn.
- Wanneer je gezond eet.
- 2 soorten eetstoornissen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Link
Vooraad energierijke stoffen is zo goed als op na 12 uur niet eten.
Door gebrek aan energie kies je sneller voor wat ongezonds.
Veel energierijke stoffen zoals suiker en vet
> hongergevoel verdwijnt, minder trek heb in brood, groente en vlees. Daardoor krijg je te weinig bouwstoffen en beschermende stoffen binnen.
Slide 7 - Slide
Beschermende stoffen = vitaminen en mineralen.
Vitaminen - Zorgt ervoor dat je lichaam goed blijft werken.
Mineralen - Groei, onderhoud en het sterk maken van je lichaam (=ook een belangrijke bouwstof)
Je hebt maar weinig vitaminen en mineralen nodig.
Als je elke dag gezond eet, krijg je voldoende vitaminen & mineralen binnen.
Slide 8 - Slide
ADH = Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid.
Gebreksziekte = te weinig vitaminen en mineralen.
Vitamine A te kort - Nachtblindheid
Vitamine D te kort - Engelse ziekte = niet genoeg kalk in de botten,
waardoor ze zacht blijven en kunnen door het lichaamsgewicht kromgroeien,
met name in de benen en wervelkolom.
Slide 9 - Slide
Gevarieerd eten is belangrijk om van elke voedingsstof genoeg binnen te krijgen.
Schijf van vijf helpt bij gevarieerd eten. Elk vak is een groep voedingsmiddelen:
- Groente en fruit
- Brood, pasta, rijst, aardappelen
- Vocht
- Olie en vetten
- Vlees, vis, ei en zuivel
Je eet gezond als je iedere dag iets uit elk vak eet. Uit groter vakken eet je meer dan uit een kleiner vak.
Slide 10 - Slide
Iemand die opvalt door afwijken eetgedrag KAN een eetstoornis hebben
Anorexia nervosa: Vinden zichzelf te dik, terwijl ze dit niet zijn. Ze eten het liefst zo weinig mogelijk en bovendien caloriearm, dat is voedig met zo weinig mogelijk vet en koolhydraten.
Boulimia nervosa: Last van vreetbuien. Je eet dan in korte tijd heel veel, zonder dat je trek hebt. Na zo'n vreetbui hebben ze spijt, omdat ze dbang zijn om dikker te worden. Ze proberen het eten weer uit hun lichaam te krijgen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Hebben jullie nog vragen
of wil je nog ergens uitleg over?
Kom dan bij mij!
Je kan zelfstandig verder met:
- Opdrachten 7.4 maken
- Opdrachten van 7.1 t/m 7.4 nakijken
- De paragraaf samenvatten.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Ontbijt en tussendoortjes
Door te ontbijten vul je je energierijke stoffen aan. Zo eet je niet zo gauw zoete en vette tussendoortjes.
Zoete en vette tussendoortjes zijn ongezond, omdat je daardoor minder eet bij hoofdmaaltijden.
Vitaminen en mineralen
Als je niet genoeg vitaminen en mineralen binnenkrijgt, kun je een gebreksziekte krijgen.
De ADH geeft aan hoeveel je dagelijks van een voedingsstof nodig hebt.
Gezond eten
Je eet gezond als je genoeg van elke voedingsstof binnenkrijgt. Je moet daarom gevarieerd eten.
De schijf van vijf helpt je gezond en gevarieerd eten te kiezen.
Eetstoornissen
Mensen met anorexia nervosa eten te weinig, omdat ze bang zijn dik te worden.
Mensen met boulimia nervosa hebben last van vreetbuien en braken dit weer uit of gaan veel bewegen. Zij zijn vaak ook bang om dik te worden.
Slide 15 - Slide
Opdrachten paragraaf 7.4
Samenvatting 7.4
Gemaakte opdrachten nakijken
