Les 1: 5.1 Versnellen

Deze les
  • 5.1 Versnellen
       - Bewegingen vastleggen
       - s,t diagram
       - v,t diagram
       - Rekenvoorbeelden     
  • lezen DB 5.1
  • maken AB 5.1 blz 3 t/m 7
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les
  • 5.1 Versnellen
       - Bewegingen vastleggen
       - s,t diagram
       - v,t diagram
       - Rekenvoorbeelden     
  • lezen DB 5.1
  • maken AB 5.1 blz 3 t/m 7

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Omrekenen snelheid.

Slide 3 - Slide

Eenparige beweging

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Afstand tijd diagram


Slide 6 - Slide

Eenparig

Slide 7 - Slide

Versnelde beweging

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Versneld

Slide 10 - Slide

Vertraagde beweging

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vertraagd

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Voorbeeld 1
Een auto rijd met een snelheid van 120 km/h. Om een vrachtwagen in te halen versneld de auto in 10 seconde naar 130 km/h. Bereken de versnelling.

Slide 17 - Slide

Voorbeeld 1
Een auto rijd met een snelheid van 120 km/h. Om een vrachtwagen in te halen versneld de auto in 10 seconde naar 130 km/h. Bereken de versnelling.
vbegin = 120 km/h : 3,6 = 33,3 m/s
veind = 130 km/h : 3,6 = 45,3 m/s
a = ∆v/t = (45,4 - 33,3) / 10 = 5,7 m/s2
Dit betekend dat de snelheid iedere seconde met 5,7 m/s toeneemt.

Slide 18 - Slide

Voorbeeld 2
Een auto rijd met een snelheid van 72 km/h. Om een bus in te halen versneld een auto 5 seconde met een versnelling van 
2 m/s2. Bereken de snelheid van de auto na 5 seconde.


Slide 19 - Slide

Voorbeeld 2
Een auto rijd met een snelheid van 72 km/h. Om een bus in te halen versneld een auto 5 seconde met een versnelling van 
2 m/s2. Bereken de snelheid (in km/h) van de auto na 5 s.
vbegin= 72 km/h : 3,6 = 20 m/s
∆v = a x t = 2 x 5 = 10 m/s
veind = vbegin + ∆v = 20 + 10 = 30 m/s
veind = 30 x 3,6 = 108 km/h

Slide 20 - Slide

Voorbeeld 3
Een auto krijgt gedurende 5 s een versnelling van  2 m/s2.  
De snelheid na die 5 s is 90 km/h.
Bereken de snelheid van de auto voor die 5 s.


Slide 21 - Slide

Voorbeeld 3
Een auto krijgt gedurende 5 s een versnelling van  2 m/s2.  
De snelheid na die 5 s is 90 km/h.
Bereken de snelheid van de auto voor die 5 s.
veind= 90 km/h : 3,6 = 25 m/s 
∆v = a x t = 2 x 5 = 10 m/s 
vbegin = veind - ∆v = 25 - 10 = 15m/s 
vbegin= 15 x 3,6 = 54 km/h

Slide 22 - Slide

Afstand
Hoe bereken je de afgelegde afstand uit een v,t-diagram?

Slide 23 - Slide

Versnelling
Hoe bereken je de versnelling uit een v,t-diagram?

Slide 24 - Slide

Afsluiting
  • Lezen DB 5.1
  • maken AB blz 3 t/m 7
  • meenemen A4 schrift lijn of ruit

Slide 25 - Slide