Molaire massa en mol

Scheikunde
Duurzaam gebruik van metalen
Rekenen met de mol
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

Scheikunde
Duurzaam gebruik van metalen
Rekenen met de mol

Slide 1 - Slide

Duurzaam gebruik van metalen
Metaalertsen kan je vinden onder de grond. Er is maar een bepaalde hoeveelheid grond op de aarde.

Dit betekent dat uiteindelijk alle metaalertsen opraken. Je noemt ertsen daarom niet-hernieuwbaar.

Niet-hernieuwbare materialen kan je hergebruiken zodat ze niet opraken, dit noem je een gesloten kringloop.

Slide 2 - Slide

Recyclen
Recyclen doen we niet alleen maar omdat we bang zijn dat onze materialen opraken, we doen het ook omdat het goedkoper is en beter voor het milieu is.

Aluminium uit erts produceren kost veel energie. Aluminium recyclen kost veel minder energie.

Maar niet al het aluminium kan gerecycled worden!

Dus moeten wij de komende jaren nieuwe manieren
bedenken om te recyclen, anders raken uiteindelijk onze
materialen op.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je werken met de volgende begrippen:
Atoommassa, molecuulmassa en molaire massa
Mol, en het getal van Avogadro

Slide 4 - Slide

Rekenschema

Slide 5 - Slide

Atoommassa
De massa van een waterstofatoom is 1,66*10-27 kg

Niet zo handig...
Daarom is de atomaire massa-eenheid bedacht, dat is de u. 
1 u = 1,66*10-27 kg.

Slide 6 - Slide

De atoommassa

Bij scheikunde werken we vaak met u om de massa aan te geven. 

1 u = 1,66 x 10-27 kg.

Bv. waterstof = 1u, zuurstof = 16u, stikstof = 12u (zie Periodiek Systeem)

Slide 7 - Slide

Atoommassa 
Atoommassa's  van ieder atoom kun je aflezen in 
het Periodiek systeem.
Zo is de massa van 
element P = 30,97 u. 

Slide 8 - Slide

Atoommassa 
Zoek de volgende atoommassa's:
- Waterstof
- Koolstof
- Stikstof
- Zuurstof

Slide 9 - Slide

De molecuulmassa
Met behulp van de atoommassa's kun je de 
molecuulmassa uitrekenen. 

Bv. water =
2 x H = 2u
1 x O = 16 u
Totaal 18 u totaal. 

Slide 10 - Slide

Massa 
Bereken de massa van:
- NH3
- C12H22O11
- C2H6O


Slide 11 - Slide

De mol
Atomen en moleculen zijn veel te klein om te wegen. We rekenen daarom bij scheikunde met de hoeveelheid mol.

De mol is een hoeveelheid. Eén mol is 6,02 x 1023 deeltjes.
 Dat gekke getal heet het Getal van Avogadro. (getal van Avocado)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Mol
  • De mol is een vaste hoeveelheid.
  • 1 mol = 6,02*1023 (deeltjes)
  • 1 mol water =  6,02*1023 watermoleculen
  • 1 mol goud = 6,02*1023 goudatomen

Dus 1 mol water bestaat uit evenveel deeltjes als 1 mol goud!



Slide 14 - Slide

Molaire massa M
Hier tel je de atoommassa's bij elkaar op van alle atomen in één molecuul .
Eenheid u (van de atoommassa) wordt nu vervangen door g/mol
Voorbeelden NaCl en Al2O3
De molaire massa van NaCl = 1 x 22,99 + 1 x 35,45 = 58,44 g/mol
De molaire massa van Al2O3 = 26,98 x 2 + 3 x 16,00 = 101,96 g/mol


Slide 15 - Slide

Rekenschema's 

Omrekenen van aantal mol naar aantal deeltjes

N = n x NA
N = aantal deeltjes
n = aantal mol
NA = getal van Avogadro 

Slide 16 - Slide

Bijvoorbeeld
Bereken hoeveel  moleculen aanwezig zijn in 4,5 mol water.
Gegevens:  
n (aantal mol) = 4,5
NA = 6.02 x 1023
N = ? 
N = n x NA


Slide 17 - Slide

Rekenschema

Slide 18 - Slide

Molaire massa (formule)

M =  Molaire massa  (  gram/mol )
m = massa                    ( gram )
n = aantal mol             ( mol ) 
M=nm

Slide 19 - Slide

Reken Voorbeeld
Bereken de massa van 5,640 mol water.  
(M H2O) = 18,015 g/mol

Antwoord:
M = 18,015 g/mol,   n = 5,640 mol,  m = ?

m =  101, 6  gram

M=nm
m=Mn
m=18,0155,640

Slide 20 - Slide

De mol en een dozijn
Een dozijn betekent 12, Een dozijn eieren zijn dus 12 eieren. Een dozijn leerlingen zijn 12 leerlingen. Een dozijn euro's kun je veel ijs van kopen.

Een mol betekent 6,02 x 1023 deeltjes. Het geeft dus een hoeveelheid aan. Bij iedere stof weegt 1 mol anders. 

Slide 21 - Slide