Stoornissen bij jongeren en puberbrein

• Psychologie
• Beroepsopleiding

De fase waarin je ouders lastig gaan doen!

Kennismaken

Maak met elkaar overzicht waarin jullie namen staan.  Achter iedere naam staat ook een eigenschap die bij jou past welke overeenkomt met de eerste letter van je naam.

Bijv. Handige Harrie 

Kennismaken

Waar denk jij aan bij pubers

Ideeën zijn te categoriseren 

Wat is het verschil tussen puberteit en pubertijd?

Hoe merken jullie in je werk dat je te maken hebt met pubers?

.....................Puberbrein

`

'Het puberbrein is als een grasveld waarop alle onderdelen van een auto uitgestald liggen. Alle onderdelen zijn aanwezig maar het is nog geen auto'

Uit de netflix docu The mind explained 

puberbrein V.A. 2.12 MIN TOT 8.14 MIN EN 11.29 MIN TOT 19.15 MIN. Einde serie

1. Behoefte aan zelfstandigheid en identiteit

• Tieners ontwikkelen hun identiteit. Ze ontdekken wie ze zijn en wat ze willen. Dit proces gaat gepaard met experimenteren, zowel in gedrag als in het uitproberen van verschillende rollen.

1. Behoefte aan zelfstandigheid en identiteit

•1. Behoefte aan zelfstandigheid en identiteit 

Toon begrip voor de zoektocht van tieners en ondersteun hen in het maken van gezonde keuzes.

2. Keuzes en verantwoordelijkheid

• Tieners willen keuzes maken, maar kunnen nog niet volledig de gevolgen  overzien.

• Het is belangrijk dat tieners leren om verantwoordelijkheid te dragen voor hun keuzes.

•

2. Keuzes en verantwoordelijkheid

• Faciliteer een omgeving waarin tieners veilig kunnen experimenteren en leren van hun fouten. Stimuleer gesprekken over de gevolgen van keuzes zonder te oordelen.

3. Rolmodellen en invloed van volwassenen

• Tieners hebben sterke behoefte aan stabiele rolmodellen. Ze kijken niet alleen naar ouders, maar ook naar docenten, conciërges en andere volwassenen in hun omgeving.

3. Rolmodellen en invloed van volwassenen

• Consistentie in gedrag en communicatie is essentieel. Tieners merken snel inconsequenties op en verliezen respect als ze dit signaleren.

3. Rolmodellen en invloed van volwassenen

• Wees een betrouwbaar en positief voorbeeld. Laat zien dat je zelf ook fouten kunt maken!

4. Communicatie: luisteren en grenzen stellen

• Effectieve communicatie met tieners draait om luisteren zonder meteen te oordelen. Ze willen gehoord en serieus genomen worden.

4. Communicatie: luisteren en grenzen stellen

• Het stellen van duidelijke grenzen blijft noodzakelijk, maar dit moet op een respectvolle manier gebeuren

4. Communicatie: luisteren en grenzen stellen

• Gebruik actieve luistertechnieken, zoals het herhalen van wat de tiener zegt, om te laten zien dat je echt luistert. 
• Stel grenzen door verwachtingen helder te maken en consequent te zijn.
  

5. Omgaan met emoties en conflict

• Tieners hebben vaak moeite hebben met het reguleren van emoties. Dit kan leiden tot conflicten, ook in de schoolomgeving.

5. Omgaan met emoties en conflict

• Een rustige en empathische benadering helpt om escalatie te voorkomen.

5. Omgaan met emoties en conflict

• Blijf kalm en begripvol tijdens conflicten. Probeer de oorzaak van het gedrag te achterhalen in plaats van alleen te reageren op de symptomen.

6. Geloofsopvoeding en morele vorming

• Tieners zijn gevoelig voor gesprekken over waarden en normen, maar deze moeten authentiek en niet belerend zijn.

6. Geloofsopvoeding en morele vorming

• Voor docenten en conciërges: Moedig gesprekken aan over ethische dilemma’s en maatschappelijke thema’s, zodat tieners leren nadenken over hun eigen standpunten

Praktische tips voor vo en mbo-personeel

1. Betrokkenheid tonen: Vraag hoe het met een leerling gaat, vooral als je merkt dat hij/zij worstelt.

2. Samenwerken: Werk als team met andere docenten en ondersteunend personeel om een eenduidige aanpak te bieden.

Praktische tips voor vo en mbo-personeel

3. Respect en vertrouwen: Respecteer de autonomie van tieners, maar maak duidelijk dat vertrouwen iets is dat ze moeten verdienen en behouden.

4. Preventief handelen: Bouw een band op met leerlingen, zodat ze eerder geneigd zijn hulp te zoeken of open te zijn over problemen.

Een casus
Bespreek in tweetallen en geef een tip hoe hier mee om te gaan:

Bespreek de onderstaande situatie in tweetallen en geef een tip aan je collega’s

Casus 1: Vergeten spullen

Een student komt vaak zonder pen, schrift of ander benodigd materiaal naar school en vraagt regelmatig om spullen te lenen.

Bespreek de onderstaande situatie in tweetallen en geef een tip aan je collega’s

Casus 2: Groepsdruk en bravoure

Een groepje studenten staat in de gang en maakt veel lawaai. Eén student lijkt het voortouw te nemen en daagt anderen uit om ongepaste grappen te maken of uitdagend gedrag te vertonen.

Casus:  Spijbelen of rondhangen

Een student wordt meerdere keren betrapt op het rondhangen in de gang of buiten het gebouw tijdens lestijd.

Casus: Boosheid of frustratie uiten
Een student heeft ruzie met een andere student of raakt gefrustreerd en begint hard te praten of tegen dingen aan te schoppen.

Wat is verslaving?

Je bent mentaal en lichamelijk gewend geraakt aan een middel of gewoonte zodat stoppen moeilijk is. 

Welke verdovende middelen ken jij?

Welke stimulerende middelen ken jij?

Welke bewustzijns veranderende middelen ken jij?

Dit heeft betrekking op: tolerantie, onthoudingsverschijnselen en controleverlies bij druggebruik dat lichamelijke verslaving kan uitlokken.

Hier gaat het over de effecten op het zelfbeeld, maar ook over de wisselwerking met bepaalde psychische klachten.

Hier gaat het over sociale problemen die kunnen ontstaan als gevolg van te veel druggebruik. Vaak geraken zware gebruikers ook sociaal geïsoleerd.

Hier gaat het over de effecten van zwaar druggebruik op de hersenwerking.

Veel drugs gebruiken heeft snel effect op je realiteitsbesef en je vermogen tot zelfkritiek

Welke gewoonte verslavingen ken je?

Welke intoxicatie ken jij van:
Cafeïne
Cannabis
Hallucinogenen
Inhalatia
Opiaten
Kalmerende middelen
Stimulantia
Tabak

Wat is jou gouden tip hoe om te gaan met een verslaafd persoon?