Kapitel 2 les 2

1 / 15
next
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Kapitel 2 Feierst du mit?

Slide 2 - Slide

Periode 2
 
Leestoets week 50 
Proefwerkweek week 4 en 5

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute

 Overhoring Wörterliste A
- Lesen
  - Wörter
-  Grammatik

Slide 4 - Slide

Wiederholung
 Je krijgt deze periode aan het begin van elke les een lesoverhoring over de stof die je geleerd hebt voor huiswerk.
Dat is een woordenlijst en grammatica, voor volgende week is dat Wörterliste B en de werkwoorden haben en sein.
Als je 70% van de overhoring goed hebt krijg je een knipkaart, als de knipkaart vol is mag je wat uit de verrassingsdoos uitzoeken. 


Slide 5 - Slide

Hausaufgaben
Pak je agenda
Volgende week 
Maken: Seite 54 Aufgabe 12 B, C & D 
Leren: Wörterliste A Duits - Nederlands en Nederlands Duits
Regelmatige werkwoorden (schema)

.

 

Slide 6 - Slide

Overhoring
Alle boeken dicht!
Je krijgt een los blad, zet hier je voor- en achternaam op!

Je maakt dit alleen en in stilte!!

.

 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

De basisuitgangen tegenwoordige tijd
(fe)  e     st     t     en     t     en
      ich   du   er   wir   ihr   sie
                       sie                  Sie
                       es
                       =                      =
                       Peter              die Eltern
                       Lisa                 die Kinder
                       der Hund       Lisa und Peter
                       
     
uitleg

Slide 9 - Slide

De basisuitgangen tegenwoordige tijd
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
feesttenten
uitleg

Slide 10 - Slide

Hoe gebruik je de regel? 
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
1. Wat is de stam van het werkwoord?
2. Welk persoonlijk voornaamwoord staat in de zin?
3. Regel ''feesttenten'' toepassen.

Dus: werkwoord wohnen
Stam = ww - en wohn + uitgang
Wohnen: du ............ in Voorburg
het persoonlijk voornaamwoord is du
uitgang bij du is st dus : du wohnst in Voorburg

Slide 11 - Slide

  Übung 12 Seite 54
Pak je extra werkboekje erbij, hier vind je het schema. We lopen de opdrachten even door,  

We bekijken ook even samen de opdrachten in je boek op Seite 54. 

Na de uitleg ga je aan de slag, je mag met z'n tweeën werken. Ik loop rond voor extra uitleg en hulp bij de opdrachten. 







timer
20:00

Slide 12 - Slide

Wiederholung haben sein
Elke les herhalen we haben en sein,  en maken we een opdrachtje hiermee.
Even oefenen in je extra werkboekje
 
 

Slide 13 - Slide

Oefenen voor de leestoets
Deze opdracht ga je zelf maken, je krijgt hier 15 minuten de tijd voor. Het is stilte werktijd.  Ben
je klaar dan kun je verder in je extra werkboek
 
 

Slide 14 - Slide

Woordenschat activiteit
Wörterliste A oefenen
Je krijgt een kaartje met een Nederlands woord uit 
Wörterliste A
Schrijf op de achterzijde de Duitse vertaling. 
Je mag je boek hierbij gebruiken, schrijf het goed over! met lidwoord en hoofdletter
Op mijn teken ga je rondlopen, zoek een klasgenoot en vertel het Nederlandse woord op jouw kaartje, je klasgenoot moet nu het woord vertalen naar het Duits. Nu vertelt je klasgenoot aan jou wat er op zijn kaartje staat, jij vertaalt nu.

Weet je het woord niet, dan vertelt je klasgenoot het. Wissel nu de kaartjes uit.
Je hebt nu een ander kaartje, zoek weer een klasgenoot en vertel weer  welk Nederlands woord er op je kaartje staat..

Slide 15 - Slide